Instellingen Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)
Lane Safety (rijstrookveiligheid)


A: Bestuurdershulp
-
Rijveiligheid
-
Lane Safety (rijstrookveiligheid)
Met het voertuig ingeschakeld, selecteer instellingen → bestuurdershulp → rijveiligheid op het instrumentenpaneel of instellingen → Voertuig → bestuurdershulp → rijveiligheid op het infotainmentsysteem.
-
Lane Safety (rijstrookveiligheid): Wanneer Lane safety geselecteerd werd, zal Lane Keeping Assist de bestuurder automatisch assisteren bij het sturen wanneer gedetecteerd wordt dat de rijstrook wordt verlaten, om te helpen voorkomen dat de auto van zijn rijstrook afwijkt. Als Lane Safety (rijstrookveiligheid) uit staat, gaat het gele waarschuwingslampje (
) branden op het instrumentenpaneel.

-
Het Lane Keeping Assist-systeem stuurt niet bij wanneer de auto in het midden van de rijstrook rijdt.
-
De bestuurder dient zich altijd bewust te zijn van de omgeving en het voertuig te sturen als Lane safety gedeselecteerd werd.
Waarschuwingsvolume


A: Bestuurdershulp
-
Waarschuwingsvolume
-
Prioriteit rijveiligheid
-
Hoog
-
Medium
-
Laag
Met het voertuig ingeschakeld, selecteer Instellingen → Bestuurdershulp → Waarschuwingsvolume op instrumentenpaneel of Instellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Waarschuwingsvolume op het infotainmentsysteem om het waarschuwingsvolume te wijzigen om de waarschuwingsvolumeniveaus aan te passen; hoog, mediumof laag.
Wanneer Rijveiligheid prioriteit geselecteerd is, verlaagt het audiovolume tijdelijk om de bestuurder te waarschuwen met de hoorbare waarschuwing voor veilig rijden.

Als u het waarschuwingsvolume wijzigt, kan dat ook het waarschuwingsvolume voor andere bestuurdershulpsystemen wijzigen.