Aanrijdingspreventiesysteem voor (indien van toepassing)

Functie

Meer informatie

Figuur 1. Basisfunctie
OMV073220L

Het Aanrijdingspreventiesysteem voor detecteert een voertuig, gemotoriseerde tweewieler, voetganger of fietser vóór u op de weg en kan u waarschuwen voor een mogelijke aanrijding door een waarschuwingsbericht op het instrumentenpaneel en een waarschuwingsgeluid. Ook kan het Aanrijdingspreventiesysteem voor helpen bij het afremmen van uw auto om de botssnelheid te verlagen of een botsing te voorkomen.

Forward Collision-Avoidance Assist detecteert voertuigen voor en naast rijstroken, zelfs bij hoge snelheden. Als de bestuurder bij deze snelheden van rijstrook verandert, zal uw voertuig een noodstop uitvoeren om een aanrijding te beperken of te voorkomen.

Figuur 2. Functie afslaan op kruispunt
OMV073221L

De functie Afslaan op kruispunt kan helpen botsingen met tegenliggers, gemotoriseerde tweewielers en fietsers in een aangrenzende rijstrook te voorkomen wanneer u links afslaat op een kruispunt met werkende richtingaanwijzer door de noodrem te activeren.

Figuur 3. Kruisend verkeer op kruispunt
OMV073222L

De functie Kruisend verkeer op kruispunt helpt door een noodstop om aanrijdingen met naderende voertuigen van links en rechts te voorkomen wanneer u een kruispunt oversteekt.

Figuur 4. Direct Oncoming-functie (directe tegenligger)
OMV073223L

[A]: Tegenligger

De functie Direct Oncoming (directe tegenligger) helpt de snelheid bij een aanrijding verminderen wanneer er een tegenligger gedetecteerd wordt.

Figuur 5. Rijstrookverandering tegenligger
OMV073224L

[A]: Tegenligger

De functie Rijstrookverandering tegenligger helpt een aanrijding met tegenliggers of gemotoriseerde tweewielers te vermijden bij het wisselen van rijstrook door de bestuurder te helpen bij het sturen.

Figuur 6. Functie Rijstrookverandering zijkant
OMV073225L
OMV073226L

[A]: Naderend voertuig van zijkant

De functie Rijstrookverandering zijkant helpt om bij het wisselen van rijstrook een aanrijding te voorkomen met een voertuig of gemotoriseerde tweewieler in de naastgelegen rijstrook door de bestuurder te helpen met sturen.

Figuur 7. Functie Assistentie bij uitwijken
OMV073227L
  • Stuurhulp

    Als een mogelijke botsing met een voorligger, voetgangers, fietsers en aangedreven tweewielers wordt gedetecteerd en de bestuurder stuurt om de botsing te vermijden, zal het voertuig de bestuurder met Assistentie bij uitwijken helpen bij het sturen.

  • Assistentie bij uitwijken

    De functie Assistentie bij uitwijken helpt bij het voorkomen van een aanrijding met een voetganger, fietser of aangedreven tweewieler voor u op dezelfde rijstrook. Als er een risico op aanrijding wordt waargenomen, waarschuwt de Assistentie bij uitwijken de bestuurder en als de bestuurder het stuur beweegt, wordt het sturen ondersteund.

Detectiesensor

LET OP

Neem volgende voorzorgsmaatregelen om de optimale prestaties van de detectiesensor te waarborgen:

  • Demonteer nooit de detectiesensor of sensorunits en veroorzaak er geen schade op.

  • Als de detectiesensoren vervangen of hersteld werden, laat het voertuig dan inspecteren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Als overmatige kracht wordt gedetecteert op of rond de radar, kan Forward Collision-Avoidance Assist mogelijk niet goed functioneren, ook al verschijnt er geen waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Breng nooit accessoires of stickers op de voorruit aan en deze mag ook niet worden getint.

  • Let goed op dat u de frontzichtcamera steeds droog houdt.

  • Plaats nooit reflecterende voorwerpen (bv. wit papier, spiegel) op het dashboard.

  • Plaats geen voorwerpen dichtbij de voorruit en bevestig geen accessoires aan de voorruit. Het kan de prestaties van de ontwasem- en ontdooifunctie van het verwarmings- en ventilatiesysteem beïnvloeden, hetgeen de bestuurdersassistentiesystemen kan beletten te werken.

  • Breng geen kentekenplaathouder of voorwerpen, zoals een bumpersticker, folie of bumperbescherming aan in de buurt van het afdekkapje van de radar vóór.

  • Houd de radar en zijn afdekkapje altijd schoon en vrij van vuil en stof.

    Gebruik alleen een zachte doek om het voertuig te wassen. Richt geen hogedrukreiniger rechtstreeks op de sensor of sensorafdekking.

  • De originele Kia afdekkappen van de frontradarsensor zijn onderdelen met gegarandeerde kwaliteit en prestaties. Als u willekeurig verf op de afdekkap aanbrengt of deze verandert, kan het Aanrijdingspreventiesysteem voor niet goed werken.

    Gebruik uitsluitend originele Kia-onderdelen of onderdelen van een gelijkwaardige standaard met bewezen kwaliteit en prestaties om de radarsensorafdekkappen te repareren of te vervangen.

  • Mogelijk werkt de functie niet goed als de bumper is vervangen of als de omgeving van de hoekradar vóór of achter beschadigd of gelakt is.

  • Als er een aanhanger, drager of iets dergelijks is geïnstalleerd, kan dit de werking van de Aanrijdingspreventiesysteem voorzijde beïnvloeden of werkt de functie mogelijk niet goed.