Onderhoud bij gebruik onder zware omstandigheden - voor benzinemotoren [voor Europa (behalve Rusland)]
I: Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen.
R: Vervangen of verversen.
|
Onderhoudspunt |
Onderhoudswerkzaamheden |
Onderhoudsintervallen |
Rijomstandigheid |
|
|---|---|---|---|---|
|
Motorolie en oliefilter |
Smartstream G1.0 T-GDi |
R |
Elke 7.500 km (5.000 mijl) of 6 maanden |
A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L |
|
Smartstream G1.0 T-GDi HEV |
||||
|
Smartstream G1.2 |
||||
|
(Benzinemotor) 1,4 MPI |
||||
|
Bougies |
R |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker vervangen |
A, B, F, G, H, I, K |
|
|
Versnellingsbakolie |
R |
Elke 120.000 km (80.000 mijl) |
C, D, F, G, H, I, J |
|
|
Automatische-transmissievloeistof |
R |
Elke 90.000 km (60.000 mijl) |
A, C, F, G, H, I, J, K |
|
|
Transmissieolie dubbele koppeling (DCT) |
R |
Elke 120.000 km (80.000 mijl) |
C, D, F, G, H, I, J |
|
|
Aandrijfassen en aandrijfashoezen |
I |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren |
C, D, E, F, G, H, I, J |
|
|
Luchtfilter |
R |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker vervangen |
C, E |
|
|
Interieurfilter |
R |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker vervangen |
C, E, G |
|
|
Remschijven, remblokken en remklauwen |
I |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren |
C, D, E, G, H, I, J, K |
|
|
Remtrommels en remvoeringen |
I |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren |
C, D, E, G, H, I, J, K |
|
|
Parkeerrem |
I |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren |
C, D, G, H |
|
|
Stuurhuis, overbrengingsmechanisme en stofhoezen |
I |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren |
C, D, E, F, G |
|
|
Wielophanging |
I |
Afhankelijk van de omstandigheden vaker controleren |
C, D, E, G, H, I |
|
Zware rijomstandigheden
A: Herhaaldelijk rijden van korte afstanden van minder dan 8 km (5 mijl) bij normale temperaturen of minder dan 16 km (10 mijl) bij lage temperaturen.
B: Langdurig stationair draaien of langdurig rijden met lage snelheden.
C: Rijden op slechte, stoffige, modderige en onverharde wegen, grindwegen of wegen waarop pekel gestrooid is.
D: Rijden in gebieden waar dooizout of andere bijtende stoffen worden gebruikt of rijden bij zeer koud weer
E: Rijden onder erg stoffige omstandigheden.
F: Filerijden.
G: Herhaaldelijk heuvel op en heuvel af rijden of in de bergen rijden.
H: Rijden met een aanhanger of caravan of rijden met een lading op het dak.
I: Politieauto's, taxi's, bedrijfsauto's, commercieel slepen.
J: Vaak rijden bij hoge snelheid of snel optrekken/afremmen.
K: Veel filerijden.
L: Het gebruik van motorolie die niet wordt aanbevolen (mineraal, halfsynthetisch, lager kwaliteitsniveau, enz.)