Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Sleutels > Portiersloten

Portiersloten

Weet hoe u het portierslot moet gebruiken, zodat u het portier kunt vergrendelen of ontgrendelen als dit nodig is.

Met de smart key

Wanneer u de Smart Key bij zich heeft, kunt u de portieren (en de achterklep) vergrendelen en ontgrendelen. Ook kunt u de motor starten. Meer informatie hierover vindt u in de volgende paragraaf.

Vergrendelen

Wanneer u op de toets van de handgreep van het voorportier aan de bestuurderszijde drukt terwijl alle portieren zijn gesloten en een van de portieren is ontgrendeld, worden alle portieren vergrendeld. Als alle portieren en de motorkap gesloten zijn, knipperen de alarmknipperlichten eenmaal om aan te geven dat alle portieren vergrendeld zijn.

De toets zal alleen werken als de Smart Key zich binnen 0,7 ~ 1 m (28 ~ 40 inch) van de portiergreep aan de bestuurderszijde bevindt. Als u wilt controleren of een portier is vergrendeld, kunt u het beste aan de portiergreep aan de bestuurderszijde trekken.

Hoewel u op de toets van de portiergreep aan de bestuurderszijde hebt gedrukt, worden de portieren niet vergrendeld en klinkt de zoemer gedurende 3 seconden als zich een van de volgende situaties voordoet:

  • De Smart Key bevindt zich in de auto.

  • De toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) staat in stand ACC of ON.

  • Er staat een portier (niet de achterklep) open.

Ontgrendelen

Wanneer u op de toets van de handgreep van het voorportier aan de bestuurderszijde drukt terwijl alle portieren zijn gesloten en vergrendeld, worden alle portieren ontgrendeld. De alarmknipperlichten knipperen tweemaal om aan te geven dat alle portieren zijn ontgrendeld.

De toets zal alleen werken als de Smart Key zich binnen 0,7 ~ 1 m (28 ~ 40 inch) van de voorste portiergreep aan de bestuurderszijde bevindt.

Als de Smart Key herkent wordt binnen 0,7~1 m (28 ~ 40 inch) van de handgreep van het voorportier aan de bestuurderszijde, kunnen ook andere mensen de portieren openen.

Na het indrukken van de toets zullen de portieren automatisch worden vergrendeld, tenzij u binnen 30 seconden een van de portieren opent.

Met de mechanische sleutel

1
Trek de portiergreep uit.
2
Druk de hendel (1) in het onderste gedeelte van de afdekking in met een sleutel of een platte schroevendraaier.
3
Duw de afdekking (2) naar buiten terwijl u de hendel indrukt.
4
Draai de sleutel richting de achterzijde van de auto om te ontgrendelen en richting de voorzijde van de auto om te vergrendelen (alleen het bestuurdersportier kan worden vergrendeld/ontgrendeld).
  • De portieren kunnen ook met de afstandsbediening worden vergrendeld en ontgrendeld.

  • Trek de portiergreep na het ontgrendelen omhoog om het portier te openen.

  • Druk het portier met de hand dicht om het te sluiten. Zorg ervoor dat de portieren goed gesloten worden.

OPMERKING
  • Als u het portier ontgrendelt met een mechanische sleutel, moet u weten dat alleen het bestuurdersportier kan worden vergrendeld/ontgrendeld.

  • Gebruik de schakelaar centrale vergrendeling om alle portieren te vergrendelen. Open het portier met de binnengreep en sluit het portier en vergrendel het bestuurdersportier met een mechanische sleutel.

  • Zie Meer details om van binnenuit te ontgrendelen.

OPMERKING
  • Denk erom dat u het kapje bij het verwijderen niet kwijtraakt of beschadigt.

  • Wanneer het sleuteldeksel bevriest en niet opengaat, tikt u er zachtjes op of warmt u het indirect (bijvoorbeeld met de hand) op.

  • Oefen geen overmatige kracht uit op het portier en de portiergreep. Hierdoor kan schade ontstaan.

Portiersloten van binnenuit vergrendelen/ontgrendelen

U kunt de portiersloten bedienen met de portiergreep voor vergrendeling of de schakelaar van de centrale vergrendeling.

Met de portiergreep

  • Voorportier

    Als er aan de portiergreep aan de binnenzijde wordt getrokken terwijl het portier is vergrendeld, zal het portier worden ontgrendeld en geopend.

  • Achterportier

    Als er eenmaal aan de portiergreep aan de binnenzijde wordt getrokken terwijl het portier is vergrendeld, wordt het portier ontgrendeld.

    Als er eenmaal aan de portiergreep aan de binnenzijde wordt getrokken, gaat het portier open.

WAARSCHUWING

Storing portiervergrendeling

Als de portiervergrendeling niet werkt terwijl u in de auto zit, probeer dan een van onderstaande mogelijkheden:

  • Ontgrendel de portieren herhaaldelijk (zowel elektronisch als handmatig) en trek tegelijkertijd aan de portiergreep.

  • Ontgrendel de overige portieren en trek aan de grepen, voor en achter.

  • Open een portierruit en gebruik de sleutel om het portier vanaf de buitenzijde te ontgrendelen.

  • Ga naar de bagageruimte en open de achterklep.

WAARSCHUWING

Trek niet aan de binnenportiergreep van het bestuurdersportier (of dat van de voorpassagier) wanneer de auto in beweging is.

Met schakelaar centrale vergrendeling

Bestuurderszijde
Passagierszijde
  1. Portiervergrendeling

  2. Portierontgrendeling

  3. Controlelampje portieren

Schakel deze in door de schakelaar van de centrale vergrendeling in te drukken.

  • Om alle portieren van de auto te vergrendelen, drukt u op de schakelaar van de centrale vergrendeling (1) aan de bestuurders- en passagierszijde.

  • Om alle portieren van de auto te ontgrendelen, drukt u op de schakelaar van de centrale ontgrendeling (2) aan de bestuurders- en passagierszijde.

Wanneer alle portieren van de auto zijn vergrendeld, zullen de controlelampjes (3) op het bestuurdersportier en passagiersportier gaan branden. Als een van de portieren wordt ontgrendeld, gaan de lampjes uit.

Als de sleutel nog in het contact zit (of als de Smart Key zich in de auto bevindt) en een portier is geopend, kunnen de portieren niet worden vergrendeld, ook al wordt de schakelaar van de centrale vergrendeling ingedrukt.

WAARSCHUWING

Portieren

  • De portieren moeten tijdens het rijden altijd volledig gesloten en vergrendeld blijven om het onverwachts openen van de portieren te voorkomen. Vergrendelde portieren schrikken ook mogelijke indringers af wanneer de auto stopt of vaart mindert.

  • Let bij het openen van portieren goed op of er geen ander verkeer aankomt. Anders kan er schade of letsel ontstaan.

WAARSCHUWING

Ontgrendelde auto

Als u de auto niet vergrendeld achterlaat, kan de auto gestolen worden of kan iemand zich in uw auto verstoppen terwijl u weg bent. Verwijder altijd de contactsleutel, activeer de parkeerrem, sluit alle ruiten en vergrendel alle portieren als u uw auto onbeheerd achterlaat.

WAARSCHUWING

Kinderen alleen achterlaten

Het kan binnen in een afgesloten auto erg warm worden, waardoor achtergelaten kinderen of huisdieren die niet uit de auto kunnen komen, ernstig letsel kunnen oplopen of kunnen overlijden. Bovendien kunnen kinderen ernstig gewond raken door het bedienen van bepaalde systemen in de auto. Ook zouden andere mensen kunnen proberen zich toegang te verschaffen tot uw auto en uw kinderen letsel toebrengen. Laat kinderen en huisdieren nooit zonder toezicht achter in de auto.

Portiervergrendel-/ontgrendelfuncties

De auto is voorzien van portiervergrendel/-ontgrendelfuncties voor de veiligheid en het gemak van de passagiers.

Botsingafhankelijk portierontgrendelsysteem

Alle portieren worden automatisch ontgrendeld wanneer de airbags door een aanrijding worden geactiveerd.

Snelheidsafhankelijk portiervergrendelingssysteem

Alle portieren worden automatisch vergrendeld zodra de rijsnelheid hoger wordt dan 15 km/h.

U kunt de automatische vergrendel-/ontgrendelfuncties in de auto activeren of deactiveren. Zie Meer details.

Supervergrendeling (indien van toepassing)

Sommige auto's zijn uitgerust met supervergrendeling. Deze voorkomt dat een portier van binnenuit of van buitenaf wordt geopend zodra de supervergrendeling is geactiveerd, waardoor de auto extra is beveiligd.

Om de auto te vergrendelen met gebruikmaking van de supervergrendelingsfunctie, moeten de portieren worden vergrendeld met de Smart Key. Gebruik nogmaals de Smart Key om de auto te ontgrendelen.

Elektronisch kinderslotsysteem (indien van toepassing)

Als u op de schakelaar van het elektronische kinderslot drukt en het controlelampje gaat branden, kunnen achterpassagiers het achterportier niet vanuit de auto openen.

Om het elektronische kinderslotsysteem weer uit te schakelen, drukt u nogmaals op de schakelaar van het elektronische kinderslotsysteem. Het controlelampje zal dan doven.

Het SEA (Safe Exit Assist; hulp bij veilig uitstappen) treedt in werking wanneer het elektronische kinderslotsysteem is geactiveerd en het SEA-systeem wordt geselecteerd op het instrumentenpaneel. SEA activeert echter niet automatisch het elektronische kinderslotsysteem.

Het elektronische kinderslot is altijd aan wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON staat of het contact op ON staat en tot ongeveer 3 minuten nadat de motor is uitgezet.

Als uw auto is voorzien van een elektronisch kinderslotsysteem zijn de achterportieren niet uitgerust met handbediende kindersloten.

Als het elektronische kinderslotsysteem is geactiveerd, kan de achterpassagier ook de portierruit achter niet openen of sluiten. Voor meer informatie, zie Meer details.

LET OP

Als het elektronische kinderslotsysteem niet in werking wordt gesteld wanneer de schakelaar van het elektronische kinderslotsysteem wordt ingedrukt, wordt er een melding weergegeven en gaat het alarm af.

Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer te bezoeken.

Wat te doen in noodgevallen

Als de schakelaar van de elektrische portiervergendeling niet werkt (bijv. door een lege accu), kunnen de portieren alleen van buitenaf met de mechanische sleutel worden vergrendeld.

Portieren zonder sleutelgat aan de buitenzijde kunt u als volgt vergrendelen:

1
Open het portier.
2
Steek de sleutel in het noodportierslot en draai de sleutel naar de vergrendelstand, zoals weergegeven.
3
Sluit de deur veilig af.
OPMERKING

Als de schakelaar van de elektrische portiervergendeling niet werkt (bijv. door een lege accu) en de achterklep gesloten is, zult u de achterklep pas weer kunnen openen als de stroomvoorziening is hersteld.

Kinderslot op portierslot achter (indien van toepassing)

Het kinderslot zorgt ervoor dat kinderen de achterportieren niet per ongeluk van binnenuit kunnen openen.

Schakel het kinderslot altijd in als u gaat rijden met kinderen.

Het kinderslot bevindt zich aan de rand van de achterportieren. Als het kinderslot in de stand vergrendeld staat (1), kan het achterportier niet van binnenuit worden geopend.

Om het kinderslot in de stand vergrendeld te zetten, steekt u een sleutel (of schroevendraaier) in de opening en draai deze in de vergrendelstand.

Om achterportieren van binnen uit te kunnen openen, ontgrendelt u het kinderslot.

Het achterportier kan worden geopend met de handgreep (2) aan de buitenzijde.

WAARSCHUWING

Portiersloten achter

Als kinderen tijdens het rijden per ongeluk de achterportieren openen, kunnen ze uit de auto vallen en ernstig letsel oplopen. Om te voorkomen dat kinderen de achterportieren van binnenuit openen, dienen de kindersloten gebruikt te worden zodra er kinderen in de auto worden meegenomen.

WAARSCHUWING
  • Het systeem detecteert niet elk obstakel dat de uitgang van de auto nadert.

  • De bestuurder en de passagier zijn verantwoordelijk voor ongevallen bij het verlaten van de auto. Controleer altijd de omgeving voordat u uit de auto stapt.

Rear Occupant Alert-systeem (ROA) (indien van toepassing)

Het Rear Occupant Alert-systeem (ROA) wordt geboden om te helpen voorkomen dat de auto wordt verlaten terwijl de achterpassagier in de auto wordt achtergelaten.

  • Wanneer u het voorportier opent na het openen en sluiten van het achterportier en het uitschakelen van de motor, verschijnt de waarschuwingsmelding "Check rear seats" (Controleer de achterbank) op het instrumentenpaneel.

U kunt het ROA-systeem activeren of deactiveren vanuit de modus User Settings (gebruikersinstellingen) op het lcd-display in het instrumentenpaneel. Als uw auto is voorzien van een infotainmentsysteem kunt u instructies voor het instellen vinden op de website via de QR-code in de Quick Reference Guide van het infotainmentsysteem.

De optie is te vinden in het volgende menu:

  1. Druk meermaals op de knop MODE () op het stuur tot het menu User Settings (gebruikersinstellingen) op het lcd-scherm verschijnt.

  2. Kies 'Convenience (gebruiksgemak) → Rear Occupant Alert' met de schakelaar MOVE ( / ) en de knop OK op het stuur.

Als uw auto over het infotainmentsysteem beschikt, is de optie te vinden in het volgende menu:

  1. Druk op de knop SETUP van het infotainmentsysteem

  2. Druk op 'Vehicle (voertuig) → Convenience (gebruiksgemak) → Rear Occupant Alert' op het scherm van het infotainmentsysteem.

WAARSCHUWING

Het ROA-systeem (Rear Occupant Alert) detecteert niet daadwerkelijk voorwerpen of personen op de achterbank. Op basis van de geschiedenis van het openen en sluiten van het achterportier informeert het systeem de bestuurder dat er zich mogelijk iets op de achterbank bevindt.

LET OP
  • Het ROA-systeem (achterbank-passagier-alarm) gebruikt de geschiedenis van het openen en sluiten van het achterportier.

  • De geschiedenis wordt gereset als de bestuurder het contact op normale wijze uitschakelt, de auto uitstapt en het portier op afstand vergrendelt met de afstandsbediening. Zelfs als een achterportier niet opnieuw wordt geopend, kan het ROA-systeem daarom een waarschuwing afgeven.

  • Als de bestuurder bijvoorbeeld na het afgeven van een waarschuwing door het ROA-systeem het portier niet vergrendelt en weer gaat rijden, kan een waarschuwing worden afgegeven.

WAARSCHUWING

Het portiervergrendelingssysteem werkt mogelijk niet als er sprake is van een storing in het elektrische systeem. Leer kinderen daarom hoe ze het autoportier handmatig kunnen openen voordat zich een noodgeval voordoet. Op die manier kunnen ze het portier handmatig openen in noodgevallen.