Waarschuwingsmethoden

OMV073123L
  1. Bestuurdersassistentie

  2. Waarschuwingsmethoden

Waarschuwingsmethoden kunnen ingesteld worden als het voertuig in de ON-stand staat. Kies Instellingen > Voertuig > Bestuurdersassistentie > Waarschuwingsmethoden op het instellingenmenu van het infotainmentsysteem om het volgende te wijzigen.

  • Waarschuwingsvolume : Hiermee stelt u het volume van het waarschuwingsgeluid in.

  • Voelbare waarschuwing : De trillingswaarschuwing in het stuurwiel inschakelen.

  • Prioriteit rijveiligheid : verlaagt alle andere geluidsvolumes wanneer het Rijveiligheidssysteem een waarschuwing laat horen.

TIP
  • Bedenk dat de door u ingestelde waarschuwingsmethoden van toepassing kunnen zijn op de waarschuwingsmethoden van andere bestuurdersassistentiesystemen.

  • De waarschuwingsmethoden behouden hun laatste instelling, zelfs als het voertuig opnieuw wordt gestart.

  • Het instellingenmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de kenmerken en specificaties van het voertuig.

  • Het Waarschuwingsvolume en Voelbare waarschuwing kunnen niet tegelijkertijd uitgeschakeld worden. Wanneer een van de waarschuwingen wordt uitgeschakeld, wordt de andere geactiveerd.

OPMERKING
  • Zorg ervoor dat de door u ingestelde waarschuwingsmethoden van toepassing kunnen zijn op de waarschuwingsmethoden van andere bestuurdersassistentiesystemen.

  • Ook wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor waarschuwingsmethoden behouden.

  • Het instellingenmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de kenmerken en specificaties van het voertuig.

  • Als het waarschuwingsvolume 0 is, wordt het waarschuwingsvolume automatisch naar volume 2 verhoogd als u Voelbare waarschuwing uitzet.

  • Als Voelbare waarschuwing uitgezet is en u het waarschuwingsvolume op 0 zet, wordt Voelbare waarschuwing automatisch geselecteerd.