Camera-instellingen (indien van toepassing)

OMV073096L
  1. Camera-instellingen

  2. Weergegeven inhoud

  3. Beeldscherm-instellingen

Selecteer, met het voertuig ingeschakeld, het instelpictogram ( ) op het scherm of Instellingen > Voertuig > Bestuurdersassistentie > Parkeerveiligheid > Camera-instellingen op het scherm van het infotainmentsysteem om de instellingen van de acheruitrijcamera te wijzigen.

Uitgebreid gebruik achteruitrijcamera

Als Uitgebreid gebruik achteruitrijcamera is geselecteerd, wordt de achteruitrijcamera zelfs weergegeven wanneer van R (Achteruit) naar N (Neutraal) of D (Rijden) wordt geschakeld.

Achteraanzicht referentielijnen

Als Achteruitkijkreferentielijnen in de display-informatie is geselecteerd, worden Achteruitkijkreferentielijnen en Parkeerbegeleiding bovenaan achteraanzicht weergegeven op de monitor achteraan.

OPMERKING

Het instellingenmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de kenmerken en specificaties van het voertuig.

OPMERKING

De horizontale richtlijnen van de parkeerrichtlijnen achter geven afstanden aan van 0,5 m, 1 m en 2,3 m vanaf het voertuig. De horizontale schaal van de parkeerhulp in bovenaanzicht geeft de openingsafstand van de achterklep aan, 1,5 m van het voertuig.