Beperkingen van de Achteruitrijmonitor

Wanneer het voertuig in de winter lange tijd heeft stilgestaan of wanneer het voertuig geparkeerd is in een indoor-garage, kunnen de uitlaatgassen tijdelijk het beeld vertroebelen.

WAARSCHUWING
  • De achteruitrijcamera bestrijkt niet het gehele gebied achter het voertuig. De bestuurder moet het gebied direct via de achteruitkijkspiegels binnen en buiten controleren vóór het parkeren of achteruit rijden.

  • Het beeld op het scherm kan afwijken van de werkelijke afstand van het object omdat de monitor achteraan beelden van de groothoekcamera achteraan kalibreert en weergeeft. Bovendien kan de parkeerhulp onjuist zijn als het voertuig schuin staat door de verdeling van het gewicht. Controleer de omgeving van de auto voor de veiligheid.

  • Houd de lens van de achteruitrijcamera altijd schoon. Als de lens bedekt is met vuil of een vreemde substantie, kan dat een negatieve invloed hebben op de cameraprestaties en werkt de achteruitrijmonitor mogelijk niet goed. Gebruik echter geen chemische oplosmiddelen zoals sterke reinigingsmiddelen, met een hoog alkalinegehalte of vluchtige organische oplosmiddelen (benzine, aceton enz.). Anders kan de cameralens beschadigd raken.