Beperkingen van de Slimme parkeerhulp op afstand

In de volgende omstandigheden zijn de prestaties van de functie om te parkeren of het voertuig te laten wegrijden beperkt, is er mogelijk een risico op een botsing of schakelt Slimme parkeerhulp op afstand uit. Parkeer het voertuig indien nodig handmatig of rij het handmatig uit de parkeerplaats.

  • Accessoires worden aan het stuurwiel bevestigd of stuuronderdelen worden gewijzigd

  • Het voertuig is uitgerust met een sneeuwketting of met reserveband of wiel van een verschillende maat

  • De bandenspanning is lager of hoger dan de standaard bandenspanning

  • Uw voertuig is geladen met een last die langer of breder is dan uw voertuig of er is een aanhangwagen aan uw voertuig gekoppeld

  • Wielen zijn verkeerd uitgelijnd of ophangingscomponenten zijn gewijzigd

  • Uw voertuig helt sterk naar één zijde over

  • Uw voertuig is uitgerust met een trekhaak

  • Het kenteken is niet op de oorspronkelijke plaats gemonteerd

  • Terwijl Slimme parkeerhulp op afstand is geactiveerd, bevindt er zich een persoon, dier of voorwerp boven of onder de ultrasoonsensor

  • De parkeerplaats is gebogen of diagonaal

  • Er is een obstakel zoals een persoon, dier of een voorwerp (vuilbak, fiets, motor, winkelkarretje, smalle pilaar, enz.) naast de parkeerplaats

  • Er staat een ronde of smalle paal of een paal waar objecten zoals een brandblusser, enz. omheen staan naast de parkeerplaats

  • Oneffen wegdek (stoeprand, verkeersdrempel, enz.)

  • De weg is glad

  • De parkeerruimte bevindt zich naast een voertuig met een grotere bodemvrijheid of een groot voertuig zoals een vrachtwagen, enz.

  • De parkeerplaats helt af

  • Er staat een sterke wind

  • Parkeerhulp op afstand bedienen op oneffen wegen, een onverharde weg, struiken enz.

  • De prestaties van de ultrasoonsensoren worden beïnvloed door uiterst warme of koude weersomstandigheden

  • Een van de ultrasoonsensoren is bedekt met sneeuw of water

  • Er is een object in de buurt dat ultrasone golven genereert

  • Er is een draadloos apparaat met een zendfunctie actief in de buurt van de ultrasoonsensoren

  • Uw voertuig wordt beïnvloed door de Afstandswaarschuwing parkeren van een andere auto

  • Een van de sensoren is onjuist gemonteerd of gepositioneerd door een impact op de bumper

  • Als de ultrasoonsensor kan de volgende voorwerpen niet detecteren: Scherpe of smalle voorwerpen als touwen, kettingen of paaltjes

  • voorwerpen kleiner dan 100 cm (40 inches) in lengte en smaller dan 14 cm (6 inches) in diameter

  • Voorwerpen die de hoogfrequente signalen van de sensor absorberen, zoals kleding, sponsachtige materialen of sneeuw

Denk eraan dat slimme parkeerhulp op afstand mogelijk niet normaal functioneert in de volgende situaties:

Beperkingen

Meer informatie

Figuur 1. Parkeren op een helling
OMV073207L

Parkeer handmatig als u op een helling parkeert.

Figuur 2. Parkeren op een oneffen weg
OMV073208L

Slimme parkeerhulp op afstand kan annuleren als het voertuig slipt of als het voertuig niet kan bewegen door de toestand van de weg, zoals steentjes of gruis.

Figuur 3. Parkeren achter een vrachtwagen
OMV073209L

Gebruik de Slimme parkeerhulp op afstand niet in de buurt van voertuigen met een hogere bodemvrijheid, zoals bussen, vrachtwagens, enz. Het kan leiden tot een ongeval.

Figuur 4. Naast een pilaar parkeren
OMV073210L

Slimme parkeerhulp op afstand werkt mogelijk minder goed als er een smal object, ronde of vierkante pilaar staat of een pilaar omringd door voorwerpen zoals een brandblusser naast de parkeerruimte. De bestuurder moet de auto handmatig parkeren.

Figuur 5. Parkeren in een parkeerruimte met alleen een voertuig aan één kant
OMV073272L

Als Slimme parkeerhulp op afstand wordt gebruikt, als u parkeert in een parkeerruimte met een voertuig aan slechts één kant, zal uw voertuig mogelijk over de parkeerstreep rijden om het geparkeerde voertuig te vermijden.

Figuur 6. Een parkeerplaats bij een muur verlaten
OMV073212L

Mogelijk werkt de Slimme parkeerhulp op afstand niet goed als u van een parkeerplek wegrijdt die smal is en dichtbij een muur ligt. Kijk voordat u gaat rijden altijd of er voetgangers, dieren of objecten zijn.

Figuur 7. Parkeren in een smalle ruimte
OMV073212L

Voor uw veiligheid zoekt de Slimme parkeerhulp op afstand niet naar parkeerplekken op terreinen met parkeerplekken die smaller zijn dan de minimaal vereiste ruimte om te parkeren.

Figuur 8. Parkeren in de sneeuw
OMV073213L

Sneeuw kan de werking van de sensor belemmeren of het systeem wordt mogelijk geannuleerd als de weg tijdens het parkeren glad is.

Figuur 9. Onregelmatige parkeerplaats
OMV073214L

Slimme parkeerhulp op afstand werkt niet normaal op plaatsen waar de parkeerlijnen niet parallel lopen. Zelfs als een parkeerplaats wordt herkend, gebruik deze dan niet.

Figuur 10. Schuine parkeerplaats
OMV073215L

Slimme parkeerhulp op afstand werkt niet goed op hellende of gebogen wegoppervlakken, zelfs als er parkeerstrepen zijn. Zelfs als een parkeerplaats wordt herkend, gebruik deze dan niet.

Figuur 11. Schuin parkeren
OMV073216L

De Slimme parkeerhulp op afstand ondersteunt schuin parkeren niet. Zelfs als uw voertuig de parkeerruimte kan inrijden mag u de functie niet gebruiken omdat deze niet normaal kan werken.

WAARSCHUWING
  • Het veilig parkeren en verlaten van de auto is de verantwoordelijkheid van de bestuurder. Gebruik Intelligente parkeerhulp op afstand maar controleer altijd de omgeving bij het in- en uitparkeren. Onder verschillende omgevingsomstandigheden werkt de remregeling mogelijk niet omdat mensen, dieren, andere voertuigen of voorwerpen rondom het voertuig mogelijk niet goed worden gedetecteerd. Als er een risico is op een botsing met een obstakel in de buurt, laat dan de bedieningsknop los om de functie te stoppen.

  • Als u slimme parkeerhulp op afstand gebruikt, blijft u voor de veiligheid uit de buurt van de richting waarin het voertuig beweegt.

  • Let altijd op de omgeving als u de Slimme parkeerhulp op afstand gebruikt. U kunt botsen met voetgangers, dieren of objecten als ze zich in de buurt van de sensoren of in de dodehoekzone van de sensoren bevinden.

  • Een botsing is mogelijk als een persoon, dier of object plotseling de auto nadert terwijl de Slimme parkeerhulp op afstand in werking is.

  • Gebruik slimme parkeerhulp op afstand niet wanneer u onder invloed van alcohol erkeert.

  • Laat kinderen of anderen de Smart Key niet gebruiken.

  • Als slimme parkeerhulp op afstand voortdurend en lang gebruikt wordt, heeft dat een negatieve invloed op de prestaties van het systeem.

  • Het Slimme parkeerhulp op afstand-systeem werkt mogelijk niet normaal als de wielen niet goed zijn uitgelijnd, zoals wanneer het voertuig naar één kant helt. We raden u aan het voertuig te laten nakijken door een officiële Kia-dealer/servicepartner.

  • U hoort mogelijk een geluid als de Slimme parkeerhulp op afstand remt of als de bestuurder het rempedaal intrapt.

  • de Slimme parkeerhulp op afstand kan plots remmen om een aanrijding te vermijden.

  • Gebruik de Slimme parkeerhulp op afstand alleen op een parkeerplaats die groot genoeg is om het voertuig veilig te laten bewegen.

OPMERKING
  • Als het 3e waarschuwingsniveau (continu gepiep) van de Afstandswaarschuwing vooruit/achteruit parkeren weerklinkt wanneer de Slimme parkeerhulp op afstand actief is, betekent dit dat het gedetecteerde object zich dicht bij uw auto bevindt. Op dat moment zal de Slimme parkeerhulp op afstand tijdelijk stoppen. Zorg ervoor dat er geen voetgangers, dieren of voorwerpen rond het voertuig zijn.

  • Afhankelijk van de remwerking kunnen de stoplichten mogelijk beginnen branden terwijl het voertuig beweegt.

  • Als het vanop afstand gestarte voertuig lang in koud weer geparkeerd stond, kan de functie Slimme parkeerhulp op afstand vertraagd werken of worden geannuleerd, naargelang de staat van de auto.