Bestuurderskant

Procedure

  1. Open het portier aan de bestuurderszijde wanneer de auto stilstaat en de auto in de stand AAN staat.

  2. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar voren en zet dan de rugleuning zo ver mogelijk naar voren met behulp van de rugleuning-verstelschakelaar.

  3. Druk op de schakelaar (1) Bestuurder 1 van het Geheugensysteem bestuurdersstoel en druk tegelijkertijd ongeveer 2 seconden op het voorste gedeelte van de stelschakelaar voor de voorwaartse/ achterwaartse verstelling van de bestuurdersstoel (de richting waarin u de stoelpositie naar voren wilt verplaatsen).

LET OP

Zorg ervoor dat er zich geen obstakels rond de bestuurdersstoel bevinden voor de initialisatie.

  • Het initialisatieproces verloopt als volgt.

    • Met een pieptoon begint het initialisatieproces.

    • De zitting en rugleuning bewegen automatisch naar achteren. Tijdens het gebruik klinkt er continu een pieptoon.

    • De stoel en rugleuning bewegen weer naar het midden en het initialisatieproces eindigt met het laatste geluidssignaal.

Conditie(s) die de werking kunnen belemmeren of verhinderen

Het initialisatieproces wordt onderbroken in de volgende situaties.

  • Wanneer zich een probleem voordoet in het Geheugensysteem bestuurdersstoel

  • Wanneer de knop van het geheugensysteem voor de bestuurdersstoel wordt ingedrukt

  • Wanneer de schakelaar voor stoelverstelling aan de bestuurderszijde wordt ingedrukt

  • De auto rijdt sneller dan 3 km/u (2 mph)

  • Als het bestuurdersportier is gesloten

Als de bediening van de bestuurdersstoel en de pieptoon stoppen tijdens de initialisatie, begin dan opnieuw met initialiseren.

Stel de stoel na initialisatie af op de wensen van de bestuurder en sla het opnieuw op in het geheugen voor de rijpositie.