2e zitrij verstellen
OMV043119L_2
  1. Vooruit/achteruit

  2. Rugleuningverstelling

  3. Zitting hoekverstelling

Procedure

  • Zet de schakelaar (1, 2) in de gewenste stand door deze naar voren of naar achteren te bewegen.

  • Zet de schakelaar (3) omhoog of omlaag in de gewenste stand.

OPMERKING
  • Om schade aan omringende onderdelen te voorkomen, kan de hoekverstelling van de zitting (3) en de hoekverstelling van de rugleuning (2) beperkt zijn, afhankelijk van de positie van de stoelen op de 2e rij.

    • Stel de hoek van de zitting naar beneden bij als de hoek van de rugleuning niet meer naar achteren kan worden versteld. De hoek van de rugleuning kan iets verder naar achteren worden versteld.

    • Als de zitting niet meer omhoog gaat, stel dan de hoek van de rugleuning naar voren bij. U kunt de zitting iets meer naar boven zetten.

  • Voor de stoel op de 2e rij kan de functie van de bijbehorende bedieningsschakelaar variëren afhankelijk van de stand voor/achter en de hoek van de rugleuning.

    • Als de stoelen op de 2e rij veel naar voren worden geschoven, gaan de stoelen naar achteren als de schakelaar voor de rugleuningverstelling (2) of de schakelaar voor de stand voor/achter (1) naar achteren wordt gedrukt.

    • Als de stoelen op de 2e rij veel naar achteren worden geschoven en de rugleuninghoek veel wordt omgeklapt, duwt u de schakelaar voor de rugleuninghoekverstelling (2) naar achteren om de rugleuninghoek zo recht mogelijk te maken tot de oorspronkelijk ingestelde hoek van de auto.

  • Om te voorkomen dat u bekneld raakt, mag de stoel niet naar voren worden geklapt en mag de rugleuning niet verder dan een bepaald niveau worden geklapt.

  • Als er bij het verstellen van de bestuurdersstoel niet genoeg ruimte is tussen de stoel op de tweede rij aan de bestuurderszijde, wordt deze eerst automatisch versteld om ruimte te creëren en wordt daarna de bestuurdersstoel versteld.

  • Afhankelijk van de positie van de bestuurdersstoel is het mogelijk dat de automatische functie van de stoel op de tweede rij aan de bestuurderszijde niet werkt. Zet de bestuurdersstoel naar voren.

    • Als de automatische ontspanning en automatische terugkeer van de ontspanningscomfortstoel niet werken, zet u de bestuurdersstoel naar voren en past u de hoek van de rugleuning naar voren aan.

    • Als de functies voor het automatisch in- en uitklappen van de stoel niet werken, zet u de bestuurdersstoel naar voren, zet de rugleuning wat naar voren en stelt u de hoek in voor ontspanning.

    • Wanneer u het infotainmentsysteem gebruikt om de automatische functie voor de stoel op de tweede rij te bedienen en de bediening beperkt is, verschijnt op het scherm de melding "Gebruik deze functie nadat u de positie van de voorstoel hebt gecontroleerd."

    • Als u de stoel op de tweede rij automatisch verstelt met de knop rechts van de stoel en de bagageruimte, wordt er geen aparte melding gegeven.