Voorzorgsmaatregelen

-
70 cm
-
70 cm
-
Zorg ervoor dat het voertuig in de stand P (parkeren) staat en activeer de handrem.
-
Passagiers mogen nooit plaatsnemen in de bagageruimte, waar geen veiligheidsgordels aanwezig zijn. Om bij een aanrijding of plotseling remmen letsel te voorkomen, dienen inzittenden altijd hun veiligheidsgordel te dragen.
-
De achterklep klapt naar boven open. Zorg dat er geen personen of voorwerpen bij de achterzijde van de auto staan als u de achterklep opent.
-
Controleer of er zich geen handen, voeten en andere lichaamsdelen in de buurt bevinden voordat u de achterklep sluit.
-
Laat kinderen en huisdieren nooit zonder toezicht achter in uw auto. Ze kunnen de elektrische schuifdeuren of achterklep bedienen waardoor zijzelf of anderen letsel oplopen of de auto beschadigd raakt.
-
Zorg ervoor dat er zich geen personen of voorwerpen in de buurt van de elektrische achterklep bevinden als deze wordt geopend of gesloten. Plaats of verwijder bagage pas als de achterklep helemaal open is.
-
Controleer of er zich geen personen of voorwerpen in de buurt van de elektrische achterklep bevinden voordat u deze bedient. Als de elektrische achterklep iets of iemand raakt, kan dit leiden tot ernstig letsel of schade aan de auto of voorwerpen in de buurt van de achterklep.
-
De zoemer klinkt als u sneller rijdt dan 3 km/u (2 mph) met de achterklep open. Stop uw auto onmiddellijk op een veilige plaats en controleer of uw achterklep open staat.
-
Steek nooit voorwerpen of lichaamsdelen in de opening van de elektrische bedienbare achterklep om te proberen of de klembeveiliging werkt.
-
Bedien de achterklep niet wanneer er zware voorwerpen aan bevestigd zijn (bijvoorbeeld fietsen). Dit kan de elektrisch bedienbare achterklep beschadigen.
-
Zorg ervoor dat u weet waar deze ontgrendelknop zich bevindt, zodat u zich in noodgevallen kunt bevrijden uit de bagageruimte als u daar per ongeluk opgesloten bent geraakt.
-
Vervoer nooit personen in de bagageruimte van de auto. De bagageruimte is een uiterst gevaarlijke locatie in geval van een aanrijding.
-
Gebruik de ontgrendelgreep alleen in noodgevallen. Wees hierbij uiterst voorzichtig, zeker als het voertuig rijdt.
-
Pak de steun van de achterklep (gasveer) niet vast, want dit kan tot ernstig letsel leiden.
-
Controleer of de achterklep gesloten is voordat u met de auto gaat rijden.
-
Zorg ervoor dat er zich geen personen of voorwerpen in de buurt van de achterklep bevinden als deze wordt geopend of gesloten.
-
Zorg ervoor dat de voorwerpen in de bagageruimte niet uit de auto kunnen vallen als de achterklep wordt geopend terwijl de auto op een helling staat. Dit kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
-
Zorg ervoor dat u de functie Smart achterklep met Auto Open deactiveert voordat u de auto gaat wassen. Anders kan de achterklep per ongeluk opengaan.
-
Bewaar de Smart Key buiten het bereik van kinderen. Kinderen kunnen de achterklep per ongeluk openen met de functie Smart achterklep met Auto Open als ze achter de auto spelen.
-
Controleer of de achterklep gesloten is voordat u met de auto gaat rijden. Er kan schade ontstaan aan de gasveren van de achterklep en de bevestigingsmaterialen, als u de achterklep niet sluit voordat u gaat rijden.
-
Zorg dat er niets bij het slot en de slotvanger van de achterklep zit als u de achterklep sluit. Hierdoor kan het slot van de achterklep beschadigd raken.
-
Wees voorzichtig wanneer u de achterklep opent en sluit of wanneer u voorwerpen erin steekt of verwijdert, aangezien u letsels kunt oplopen of voorwerpen schade, als er gebotst wordt tegen scherpe randen, zoals hoeken. Kinderen kunnen gewond geraken als ze met hun hoofd, gezicht, enz. tegen de achterklep botsen. Wees dus altijd voorzichtig.
-
De elektrische achterklep mag niet met de hand worden gesloten of geopend. Hierdoor kan de elektrische achterklep beschadigd raken. Als u de elektrische achterklep met de hand moet sluiten of openen als de batterij leeg is of losgekoppeld is, moet u weinig kracht gebruiken.
-
Bedien de elektrisch bedienbare achterklep niet meer dan 5 keer achter elkaar. Anders kan het systeem van de elektrisch bedienbare achterklep beschadigd raken. Als de spindel door voortdurend gebruik overbelast is geraakt, klinkt het waarschuwingssignaal 3 keer en werkt de elektrische achterklep niet. Stop dan met de bediening van de achterklep en wacht ten minste 1 minuut.
-
Kom niet in de detectiezone als u niet wilt dat de achterklep opengaat. Als u onbedoeld in de detectiezone komt en de alarmknipperlichten en het belgeluid in werking treden, verlaat dan de detectiezone met de smart key. De achterklep zal gesloten blijven.
-
Leg geen zware voorwerpen op de elektrische achterklep wanneer u deze wilt bedienen. Extra gewicht op de achterklep kan schade veroorzaken aan het systeem.
-
Als de auto in ON-stand staat, kan de elektrische achterklep werken wanneer de transmissie in stand P (Parkeren) staat.
-
De elektrisch bedienbare achterklep eren kunnen worden bediend als de auto is uitgeschakeld. De elektrische bediening kost echter behoorlijk veel stroom. Om te voorkomen dat de batterij ontladen raakt, moet u de achterklep niet meer dan ongeveer 10 keer achter elkaar bedienen.
-
Laat, om te voorkomen dat de batterij ontladen raakt, de elektrisch bedienbare achterklep niet te lang open.
-
Breng geen wijzigingen aan delen van de elektrische achterklep aan en voer geen reparaties uit. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
-
Bedien de achterklep niet als de auto is opgekrikt om een wiel te verwisselen of de auto te repareren. Dan kan de elektrisch bedienbare achterklep niet goed werken.
-
In een koud en nat klimaat werkt de elektrisch bedienbare achterklep mogelijk niet door bevriezingsverschijnselen.
-
In een koud en nat klimaat werken de portiervergrendeling en portiermechanismen mogelijk niet goed door bevriezingsverschijnselen.
-
De elektrische achterklep kan stoppen met werken, wanneer er meer dan een operatie gedetecteerd wordt tijdens het openen/sluiten. Open/sluit in dit geval de achterklep handmatig en activeer de functie van de elektrische achterklep.
-
Als de openingshoogte van de achterklep handmatig wordt aangepast, zullen de instellingen voor het infotainmentsysteem veranderen naar Hoogte-instelling van de gebruiker.
-
De hoogte van de opening van de achterklep zal hetzelfde zijn als Volledig open voordat Instelling hoogte door de gebruiker is ingesteld.
-
Als Hoogte-instelling van de gebruiker wordt geselecteerd na Volledig open/ Niveau 3/ Niveau 2/ Niveau 1, zal de vorige door de gebruiker ingestelde hoogte worden ingesteld.
-
Als de elektrische achterklep niet goed werkt, controleer dan opnieuw of de transmissie in de juiste stand staat.
-
De elektrische achterklep moet opnieuw ingesteld worden in de volgende omstandigheden:
-
De batterij (12 V) wordt opgeladen
-
De batterij (12 V) wordt opnieuw gemonteerd
-
De gerelateerde zekering wordt opnieuw gemonteerd
-
-
Als de openingshoogte van de elektrische achterklep handmatig wordt ingesteld en daarna in het infotainmentsysteem wordt gekozen voor Hoogte-instelling van de gebruiker, dan gaat de elektrische achterklep automatisch open op de door de bestuurder ingestelde hoogte.
-
Als de openingshoogte van de elektrische achterklep niet is ingesteld en daarna in het infotainmentsysteem wordt gekozen voor Hoogte-instelling van de gebruiker, dan gaat de elektrische achterklep volledig open.
-
Als er een hoogte wordt gekozen ( Full open (Volledig open)/ Level 3 (Niveau 3)/ Level 2 (Niveau 2)/ Level 1 (Niveau 1)) in het instellingenmenu op het scherm van het infotainmentsysteem en daarna gekozen wordt voor Hoogte-instelling van de gebruiker wordt de openingshoogte van de elektrische achterklep ingesteld op de eerder opgeslagen hoogte.
-
Als u op de ontgrendelingstoets drukt, wordt de functie Smart achterklep met automatisch openen tijdelijk gedeactiveerd. Als u vervolgens binnen 30 seconden geen enkel portier opent, wordt de functie Smart achterklep met automatisch openen weer geactiveerd.
-
Als u de toets voor het openen van de achterklep langer dan 1 seconde ingedrukt houdt, wordt de achterklep geopend.
-
Als u op de vergrendelingstoets voor de portieren of op de toets voor het openen van de achterklep drukt terwijl de functie Smart achterklep met automatisch openen zich niet in de detectie- en waarschuwingsfase bevindt, wordt de functie Smart achterklep met automatisch openen niet gedeactiveerd.
-
Als u de functie Smart achterklep met automatisch openen heeft gedeactiveerd door op een toets van de smart key te drukken en een portier te openen, kan de functie Smart achterklep met automatisch openen weer worden geactiveerd door alle portieren te sluiten en te vergrendelen.