Onderhoud bij gebruik onder zware omstandigheden

I : Controleren en indien nodig af- of bijstellen, reinigen of vervangen.

R: Vervangen of verversen.

Onderhoudspunt

Onderhoudswerkzaamheden

Onderhoudsintervallen

Rijomstandigheid

Reductieoverbrengingsvloeistof

V

Elke 120.000 km (80.000 mijl)

A , B , E , F , H , J

Aandrijfas en aandrijfashoezen

C

Vaker

B , C , D , E , F , G , H , I

Airco-filter

V

Vaker

B , D , F

Remschijven, remblokken en remklauwen

C

Vaker

B , C , D , F , G , H , I , J

Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen

C

Vaker

C , D , E , F , G

Wielophanging

C

Vaker

B , C , D , E , F

ERA-GLONASS-systeem (indien uitgerust)

C

Vervang elke 7.500 km (5.000 mijl) of 6 maanden

A , J

Zware rijomstandigheden

A . Veelvuldig rijden van korte afstanden van minder dan 8 km (5 mijl) bij normale temperaturen of minder dan 16 km (10 mijl) bij vorst

B . Rijden op ruige, stoffige, modderige, onverharde, bekiezelde of gepekelde wegen

C . Rijden in gebieden met zout of andere corrosieve materialen of bij zeer koud weer

D . Rijden onder erg stoffige omstandigheden

E . Rijden in gebieden met druk verkeer met een buitentemperatuur hoger dan 32 ºC (90 ºF) terwijl u meer dan 50% van de elektrische energie verbruikt.

F: Geregeld bergop, bergaf of op bergwegen rijden

G . Rijden met een aanhanger, caravan of een imperiaal

H . Gebruik als patrouillewagen, taxi, ander commercieel gebruik of slepen van voertuigen

I . Herhaaldelijk met hoge snelheid rijden of snel optrekken/afremmen

J . Frequent rijden in stop-and-go-verkeer