Rear Occupant Alert (Achterbank-passagier-alarm - ROA)
Het Rear Occupant Alert-systeem (Achterbank-passagier-alarm - ROA) wordt geboden om te helpen voorkomen dat de auto wordt verlaten terwijl de achterpassagier in de auto wordt achtergelaten.

Werking
-
Selecteer Instellingen → Voertuig → Comfort → Waarschuwing inzittenden achteraan op het scherm van het infotainmentsysteem.
* Raadpleeg de beknopte handleiding voor de navigatie voor meer informatie.
1e alarmoperatie

A: Controleer achterbank
Wanneer u de motor afzet en het bestuurdersportier opent na het openen en sluiten van het achterportier of de achterklep, verschijnt de waarschuwingsmelding "Controleer de achterbank" op het instrumentenpaneel.
2e alarmoperatie
Na het eerste alarm treedt het tweede alarm in werking wanneer beweging in het voertuig wordt gedetecteerd nadat het bestuurdersportier is gesloten en alle portieren zijn vergrendeld. De claxon zal ongeveer 25 seconden weerklinken. Daarnaast wordt er een SMS gestuurd naar leden van Kia Connect Services (indien van toepassing). Als het systeem nog steeds beweging detecteert, zal het alarm maximaal 8 keer worden gegeven. Het alarm kan worden uitgeschakeld door de portieren te ontgrendelen met de Smart Key.
Het systeem detecteert beweging in het voertuig gedurende 10 minuten nadat het portier is vergrendeld.
Voorzorgen Rear Occupant Alert-systeem (Achterbank-passagier-alarm - ROA)
-
Zorg ervoor dat alle ruiten zijn gesloten. Als er een ruit geopend is, kan het alarm afgaan omdat de sensor een onbedoelde beweging detecteert (bv. wind of insecten).
-
Het alarm kan worden geactiveerd wanneer er beweging wordt gedetecteerd op de bestuurders- of passagiersstoel .
-
De waarschuwing kan actief worden als de portieren worden vergrendeld terwijl er een passagier in de auto zit.
-
Er kan een alarm worden gegeven als er een impact op het voertuig is.
-
Als er dozen of andere voorwerpen in het voertuig zijn opgestapeld, zal het systeem de dozen of voorwerpen mogelijk niet detecteren. Of het alarm kan weerklinken als de dozen of voorwerpen vallen.
-
Het alarm kan worden geactiveerd terwijl de portieren zijn vergrendeld in een wasstraat of door trillingen of lawaai in de omgeving.
-
De melding kan actief worden als er metalen voorwerpen of vloeistoffen in het voertuig zijn.

Zelfs als uw voertuig is uitgerust met het Advanced Rear Occupant Alert-systeem (Achterbank-passagier-alarm - ROA) moet u de achterbank altijd controleren voordat u het voertuig verlaat. Het geavanceerde achterbank-passagiers-alarm werkt mogelijk niet als:
-
De beweging duurt slechts een korte periode of de beweging is gering.
-
Er zit een kind in de auto maar niet in het kinderzitje.
-
Er wordt beweging waargenomen op andere plekken dan de achterstoelen.
-
De achterpassagier is bedekt met een stof met metalen delen, zoals een deken.
-
Een object in het voertuig blokkeert de sensor.
-
De sensor is vervuild met extern materiaal.
-
Een dier op de achterbank of in de bagageruimte zit, is niet groot genoeg om door de sensor te worden waargenomen of het beweegt nauwelijks.
-
Er zijn objecten aan het plafond bevestigd of het plafond is gewijzigd, vervormd of beschadigd.
-
Er is elektronische interferentie rond het voertuig.
-
Andere omgevinvgsfactoren die invloed hebben op het systeem.

-
Het tweede alarm wordt alleen geactiveerd na een eerdere activering van het eerste alarm.
-
De tweede waarschuwing komt alleen als het voertuig voorzien is van deze sensor.
-
Als u het Rear Occupant Alert-systeem (Achterbank-passagier-alarm - ROA) niet wilt gebruiken, druk dan op de toets OK op het stuurwiel wanneer de eerste waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel verschijnt. Hierdoor wordt het tweede alarm eenmalig uitgeschakeld.


A: Controleer achterbank
-
Als het voertuig op afstand wordt gestart (indien voorzien van starten op afstand) wordt beweging in de auto niet meer gedetecteerd.
Conformiteitsverklaring
De met radiofrequenties werkende componenten (ROA-radarsensor) voldoen aan:
