Bediening is ook mogelijk als het voertuig is uitgeschakeld, maar overmatig gebruik kan de batterij ontladen.

Zorg ervoor dat u de vouwknop gebruikt wanneer u de DSM-camera in- of uitvouwt. Als u hem met de hand in- of uitvouwt, kan de motor defect raken. Daarnaast kan de DSM-camera tijdens het rijden trillingen of geluiden maken die aangeven dat de versnellingen niet goed zijn ingeschakeld. Schakel in dit geval de tandwielen in door ze in en uit te klappen met de inklapknop.

Wanneer u de cameralens of monitor van de DSM reinigt, spuit dan niet rechtstreeks met het reinigingsmiddel, maar breng het aan met een zachte handdoek of doek. Als u het reinigingsmiddel rechtstreeks op de cameralens of monitor van de DSM spuit, zal het reinigingsmiddel in de lens of monitor sijpelen en een storing veroorzaken.

Schraap het ijs niet van het oppervlak van de DSM-cameralens. Anders kan de lens beschadigd raken.

Verwijder sneeuw of ijs niet van de cameralens met warm of heet water. Er kunnen barstjes ontstaan op de lens.

Als de DSM-camera bevroren is en niet beweegt, mag u deze niet met geweld afstellen of inklappen. Verwijder het ijs met een ijsverwijderaar of ga naar een warme plek om het ijs te laten ontdooien.