Energiestroom
Het hybridesysteem informeert de bestuurder over de energiestromen in de verschillende bedrijfsmodi. Tijdens het rijden wordt de actuele energiestroom gespecificeerd in 11 modi.
Voertuig gestopt

De auto staat stil.
(Geen energiestroom)
EV-aandrijving

De auto rijdt uitsluitend op elektrisch vermogen.
(Hybridebatterijpakket → Wielen)
Extra vermogen

Zowel de motor als het motorvermogen worden gebruikt om het voertuig aan te drijven.
(Hybridebatterijpakket & Verbrandingsmotor → Wielen)
Aandrijving alleen door verbrandingsmotor

De auto wordt alleen door de motor aangedreven.
(Verbrandingsmotor → Wielen)
Opladen door verbrandingsmotor

De hoogspanningsaccu wordt opgeladen door de motor wanneer de auto stilstaat.
(Verbrandingsmotor → Hybridebatterijpakket)
Regeneratief remmen

De hoogspanningsaccu wordt opgeladen door het regeneratieve remsysteem.
(Wielen → Hybridebatterijpakket)
Afremmen op de motor

De auto remt af doordat het gaspedaal wordt losgelaten.
(Wielen → Verbrandingsmotor)
Opladen door reservevermogen

De benzinemotor werkt tegelijk om de auto aan te drijven en om de hoogspanningsaccu op te laden.
(Verbrandingsmotor → Wielen & Hybridebatterijpakket)
Opladen door de verbrandingsmotor/Elektrische aandrijving

De hoogspanningsaccu wordt opgeladen door de benzinemotor. De auto wordt aangedreven door de elektrische motor.
(Verbrandingsmotor → Hybridebatterijpakket → Wielen)
Opladen door verbrandingsmotor/Regeneratief remmen

De motor en het regeneratieve remsysteem laden de hoogspanningsbatterij op.
(Verbrandingsmotor & Wielen → Hybridebatterijpakket)
Afremmen op de motor/Regeneratief remmen

De motor wordt tegelijk gebruikt om de auto af te remmen en om de hoogspanningsaccu op te laden.
(Wielen → Verbrandingsmotor & Hybridebatterijpakket)
Start motor om ontladen van accu te voorkomen

Als de motor niet wordt ingeschakeld terwijl de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC of ON staat, kan de accu na enige tijd ontladen raken. Schakel de motor in om het ontladen van de 12 V-accu te voorkomen.
Hulpaccu laadfunctie+ (plug-inhybride voertuig) (indien van toepassing)
De Aux. Battery Saver+ is een functie die de laadstatus van de 12V hulpaccu bijhoudt. Als het laadniveau van de hulpaccu laag is, laadt de hoogspanningsbatterij de hulpaccu op.

De Aux. Battery Saver+-functie staat niet aan wanneer het voertuig wordt afgeleverd. Als de functie niet nodig is, kunt hem uitzetten in de "User Settings" (gebruikersinstellingen) op het LCD-scherm. Raadpleeg voor meer informatie System Setting (Systeeminstelling) op de volgende pagina.
-
Cyclusmodus: Wanneer het voertuig uitstaat en alle portieren, de motorkap en de achterklep gesloten zijn, wordt de Aux. Battery Saver+ periodiek actief naargelang de status van de hulpaccu.
-
AUtomatische modus: Wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) aanstaat en de laadstekker in het contact zit, wordt de functie naargelang de status van de hulpaccu actief om te voorkomen dat de hulpaccu te leeg raakt.

-
De Hulpaccu laadfunctie + is maximaal 20 minuten actief. Als de Aux. Battery Saver+-functie vaker dan 10 keer achter elkaar actief wordt in de automatische modus, dan wordt de functie niet meer ingeschakeld, omdat dan verondersteld wordt dat er een probleem is met de hulpaccu. Ga in dat geval enige tijd met het voertuig rijden. De functie wordt weer actief als de hulpaccu weer normaal werkt.
-
De Aux. Battery Saver+-functie kan niet voorkomen dat de hulpaccu leegraakt als deze beschadigd of versleten is, als stroombron gebruikt wordt of niet-toegestane elektronische apparaten worden gebruikt.
De bestuurder kan de Aux. Battery Saver+-functie activeren door de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) aan te zetten en te kiezen voor:
“User Settings (gebruikersinstellingen) → Other Features (overige functies) → Aux. Battery Saver+”

Wanneer de functie actief wordt, gaat het laadindicatielampje kort knipperen en wordt er hoogspanningstroom door het voertuig gestuurd. Raak de hoogspanningsbedrading (oranje), stekker en alle elektrische onderdelen en systemen niet aan. Als u dat wel doet, kunt u blootgesteld worden aan een elektrische schok en letsel oplopen. Wijzig ook niets aan uw voertuig. Dit kan invloed hebben op de prestaties van uw voertuig en tot een ongeval leiden.
