Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Lcd-display > Lcd-displaymodi

Lcd-displaymodi

Het lcd-display biedt 5 modi. U kunt van modus wisselen door het indrukken van de toets Mode.

Type A

Modus

Boordcomputer

Rijassistentie

Rijadvies (TBT, Turn by Turn)*

Gebruikersinstellingen

Informatie/Hoofdwaarschuwing

Omhoog/Omlaag

Actieradius*1

Lane Keeping Assist* (rijvakassistentie)/Smart Cruise Control*/Slimme cruisecontrol op basis van navigatie*/Lane Following Assist (hulp bij rijbaan volgen)/Highway Driving Assist* (rijhulp op de snelweg)

Routebegeleiding

Head-updisplay*

Intelligent Speed Limit Assist (ISLA)*

Brandstofverbruik

Waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder*

Bestemmingsinfo

Bestuurdershulp

Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS)*

Totale informatie

Portier

Verdeling aandrijfkracht*

Info Rit

Lichten

De Hoofdwaarschuwingsmodus geeft waarschuwingsmeldingen weer met betrekking tot de auto wanneer een of meerdere systemen niet normaal functioneren.

Rijstijl*

Geluid

Energiestroom

Gebruiksgemak

Themakeuze

Overig

Eco-voertuig

Taal

Reset

De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

* : indien van toepassing

Type B

Modus

Boordcomputer

Rijassistentie

Rijadvies (TBT, Turn by Turn)*

Omhoog/Omlaag

Actieradius*1

Lane Keeping Assist* (rijvakassistentie)/Smart Cruise Control*/Slimme cruisecontrol op basis van navigatie*/Lane Following Assist (hulp bij rijbaan volgen)/Highway Driving Assist* (rijhulp op de snelweg)

Routebegeleiding

Energiestroom

Bestemmingsinfo

Info Rit

Na tanken*

Totale informatie

Digitale snelheidsmeter

Rijstijl*

Controlesysteem lage bandenspanning (TPMS)*

Koelvloeistoftemperatuur

Verdeling aandrijfkracht*

De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

*1: Voor plug-inhybride voertuig

* : indien van toepassing

Modus van de boordcomputer

De modus van de boordcomputer geeft informatie weer met betrekking tot de rijparameters van de auto, waaronder het brandstofverbruik, informatie van de dagteller en timer.

* Voor meer informatie, zie Meer details en Meer details.

Rijadvies (TBT, Turn by Turn)

In deze modus wordt de status van de navigatie weergegeven.

Rijassistentie

Deze modus geeft de toestand weer van:

  • Rijstrookveiligheidssysteem (indien van toepassing)

  • Smart Cruise Control (indien van toepassing)

  • Driver Attention Warning (waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder) (indien van toepassing)

  • Bandenspanning

* Raadpleeg voor meer details informatie over elk systeem in Meer details.

Status van de bandenspanning

Deze modus geeft informatie weer over de bandenspanning.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Hoofdwaarschuwingsmodus

Dit waarschuwingslampje attendeert de bestuurder op de volgende situaties.

  • Storing in LED-koplamp

  • Storing in verlichting

  • Storing in High Beam Assist (indien van toepassing)

Op dit moment verschijnt er een pictogram Hoofdwaarschuwing () naast het pictogram Gebruikersinstellingen () op het lcd-display. Als er geen waarschuwing meer nodig is, wordt het hoofdwaarschuwingslampje uitgeschakeld en verdwijnt het pictogram Hoofdwaarschuwing.

Gebruikersinstellingen

In deze modus kunt u de instellingen van het instrumentenpaneel, de portieren, verlichting enz. wijzigen.

  1. Head-Up Display

  2. Bestuurdershulp

  3. Lichten

  4. Geluid

  5. Eco-voertuig

  6. Portier

  7. Gebruiksgemak

  8. Onderhoudsinterval

  9. Overig

  10. Reset

De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

1. Head-up display (indien van toepassing)

Onderwerpen

Toelichting

Enable Head-up display (head-up display inschakelen)

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt het head-up display ingeschakeld.

Hoogte

Stel de hoogte (1~20) in van het HUD-beeld op het HUD-scherm.

Rotatie

Stel het kantelhoek in graden (-5~+5) van het HUD in.

Helderheid

Stel de intensiteit (1~20) van de helderheid van het HUD in.

Selectie inhoud

Om de informatie op het HUD-scherm weer te geven.

2. Driver Assistance (rijondersteuning; indien van toepassing)

Onderwerpen

Toelichting

Rijcomfort

Highway Driving Assist (rijhulp op de snelweg) instellen

Voor meer informatie, zie Meer details

Driver Attention Warning (waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder)

  • Leading Vehicle Departure alert (Waarschuwing vertrek voorliggend voertuig)

Om de functie te selecteren.

  • Inattentive Driving Warning (waarschuwingssysteem voor onoplettend rijden)

Om de functie te selecteren.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Snelheidslimietwaarschuwing

  • Afwijking snelheidslimiet

Kies het waarschuwingsmoment

  • Snelheidsbegrenzingshulp/Waarschuwing snelheidsbegrenzingshulp/Uit

Om de functies te selecteren.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Waarschuwingsmoment

  • Normal/Late (normaal/laat)

Kies het waarschuwingsmoment

Waarschuwingsvolume

  • Hoog/gemiddeld/laag/uit

Kies het waarschuwingsvolume

Voelbare waarschuwing

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de voelbare waarschuwing geactiveerd.

Veiligheid vooruit

Om FCA (Forward Collision-Avoidance Assist; ondersteuning botsingsvermijding voorzijde) af te stellen.

  • Active Assist (actieve ondersteuning)/Alleen waarschuwing/Uit

Om de functies te selecteren.

* Voor meer informatie, zie Meer details of Meer details.

Lane Safety (rijstrookveiligheid)

Om Lane Keeping Assist (hulp bij rijbaan aanhouden) af te stellen.

  • Assist/Warning Only/Off (ondersteuning/alleen waarschuwing/uit)

Om de functies te selecteren.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Blind-Spot Safety (veiligheid blinde hoek)

Blindehoekweergave in- of uitschakelen.

  • Blind-Spot View (blindehoekweergave)

Activeren en deactiveren van de functie Safe Exit Warning.

  • Safe Exit Warning (waarschuwing bij veilig uitstappen)

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Safe Exit Assist (hulp bij veilig uitstappen) in- of uitschakelen.

  • Safe Exit Assist (hulp bij veilig uitstappen)

* Voor meer informatie, zie Meer details.

  • Active Assist (actieve ondersteuning)/Alleen waarschuwing/Uit

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Parkeerveiligheid

De Surround View Monitor (omgevingsweergavescherm) in- en uitschakelen.

  • Surround View Monitor automatisch aan

* Voor meer informatie, zie Meer details.

De parkeerafstandswaarschuwing in- of uitschakelen.

  • Parking Distance Warning Auto Activation (automatische activering afstandswaarschuwing)

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Activeren en deactiveren van de functie Rear Cross-Traffic Collision Warning (waarschuwing voor botsingen met achterop komend kruisverkeer).

  • Rear Cross-Traffic Safety (veiligheid kruisend verkeer achteraan)

  • Rear Active assist/Warning only/Off (actieve ondersteuning achteraan/alleen waarschuwing achteraan/uit)

* Voor meer informatie, zie Meer details.

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke systemen van toepassing zijn op uw auto.

3. Portier

Onderwerpen

Toelichting

Centrale vergrendeling

  • Inschakel. op snelh.: alle portieren worden automatisch vergrendeld als het voertuig sneller dan 15 km/h (9,3 mph) rijdt.

  • Inschakelen bij schakelen: alle portieren worden automatisch vergrendeld wanneer de selectiehendel van de automatische transmissie vanuit stand P (parkeren) in stand R (achteruit), N (neutraal) of D (rijden) wordt gezet. (Als de motor AAN staat, is deze functie ingeschakeld.)

  • Off (uit): de centrale ontgrendeling wordt uitgeschakeld.

* Als de instelling gewijzigd wordt terwijl de auto in beweging is, kan het zijn dat de nieuwe instelling niet meteen actief wordt.

Auto Unlock (centrale ontgrendeling)

  • Via voertuig uit: Alle portieren worden automatisch ontgrendeld als de sleutel uit het contact wordt genomen of als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF wordt geplaatst.

  • On shift to P (bij inschakelen van P): alle portieren worden automatisch ontgrendeld wanneer er naar stand P (Parkeren) wordt geschakeld. (Als de motor AAN staat, is deze functie ingeschakeld.)

  • Off (uit): de centrale ontgrendeling wordt uitgeschakeld.

* Als de instelling gewijzigd wordt terwijl de auto in beweging is, kan het zijn dat de nieuwe instelling niet meteen actief wordt.

Elektrisch bedienbare achterklep

De elektrisch bedienbare achterklep te activeren of deactiveren.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Snelheid van de elektrische achterklep

De snelheid van de elektrische achterklep aanpassen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Openingshoogte van de elektrische achterklepopening

De hoogte van de elektrisch bedienbare achterklep aanpassen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Smart tailgate (intelligente achterklep)

De functie Smart Tailgate with Auto Open inschakelen of uitschakelen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke systemen van toepassing zijn op uw auto.

4. Lichten

Onderwerpen

Toelichting

Illumination (verlichting)

Hiermee wordt de verlichting van het instrumentenpaneel aangepast.

One-touch passeerknipperlicht

  • Off (uit): de functie one-touch passeerknipperlicht wordt uitgeschakeld.

  • 3, 5, 7 keer knipperen: het controlelampje van de richtingaanwijzers knippert 3, 5 of 7 keer wanneer de hendel van de richtingaanwijzer iets omhoog of omlaag wordt bewogen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Ambient light (sfeerverlichting)

Instellingen van de sfeerverlichting.

Kleur sfeerverlichting

Om de kleur van het omgevingslicht te selecteren.

Headlight Delay (Follow me home-verlichting)

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de Follow me home-verlichtingsfunctie ingeschakeld.

High Beam Assist

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt High Beam Assist ingeschakeld.

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

5. Geluid

Onderwerpen

Toelichting

Welkomstgeluid

Als deze optie aangevinkt is, wordt de functie voor het welkomstgeluid ingeschakeld.

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

6. Gebruiksgemak

Onderwerpen

Toelichting

Gemakkelijke instap

  • Off/Normal/Extended (Uit/normaal/verlengd)

De stoelbeweging selecteren.

Rear Occupant Alert (Achterbank-passagier-alarm)

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de indicatie Rear Occupant Alert (waarschuwing achterste inzittende, ROA) ingeschakeld.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Welcome Mirror/Light (welkomstspiegel/-licht)

  • On door unlock (bij ontgrendelen van portieren) / On driver approach (bij nadering bestuurder)

De functie welkomstspiegel/-licht kiezen.

Draadloos oplaadsysteem

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de functie voor draadloos opladen ingeschakeld.

Weergave ruitenwisser/verlichting

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de weergave ruitenwisser/verlichting ingeschakeld.

Auto Rear Wiper (Automatische achterruitenwisser) (in R)

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de automatische achterruitenwisser ingeschakeld.

Waarschuwing voor ijs op weg

Als deze optie wordt aangevinkt, wordt de gladheidswaarschuwing geactiveerd.

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

7. Onderhoudsinterval

Onderwerpen

Toelichting

Enable Service Interval (onderhoudsinterval inschakelen)

Als deze optie aangevinkt is, wordt de functie Service interval (onderhoudsinterval) ingeschakeld.

Adjust Interval (interval aanpassen)

Als het onderhoudsintervalmenu ingeschakeld is, moet u de tijd en afstand instellen.

Reset

Voor het resetten van de functie Volgend onderh.

Als de functie Volgend onderh. ingeschakeld is en u de tijd en afstand hebt ingesteld, verschijnen er in de volgende situaties meldingen bij het starten van het voertuig.

  • Onderhoud over: verschijnt om de bestuurder te informeren over het resterende aantal km en dagen tot onderhoud.

  • Onderhoud is vereist: geeft aan dat het aantal kilometers en dagen voor onderhoud bereikt of overschreden is.

Als een van onderstaande gebeurtenissen zich voordoet, kunnen de afstand en het aantal dagen incorrect worden weergegeven.

  • De accukabel is losgekoppeld.

  • De accu is leeg.

8. Themakeuze

Onderwerpen

Toelichting

Themakeuze

U kunt het thema selecteren in de modus Gebruikersinstellingen.

9. Overig

Onderwerpen

Toelichting

Brandstofverbruik resetten

  • Off (uit): Het gemiddelde brandstofverbruik wordt niet gereset.

  • After ignition (na het starten) / After refueling (na het tanken): het gemiddelde brandstofverbruik wordt automatisch gereset na het starten/tanken.

Snelheidsmeterunit

  • km/u of mph

Voor het selecteren van de eenheid van de snelheidsmeter.

Fuel Economy Unit (eenheid brandstofverbruik)

  • Km/L, L/100Km

    De eenheid van het brandstofverbruik kiezen.

Voor meer informatie, zie Meer details.

Temperature Unit (temperatuureenheid)

  • °C/°F

De temperatuureenheid kiezen.

Tire Pressure Unit (bandenspanningseenheid)

  • psi, kPa, bar

Het selecteren van de bandenspanningseenheid

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

10. Eco-voertuig

Onderwerpen

Toelichting

Deceleratiegeleiding

  • Deceleratiegeleiding

Geluidssignaal deceleratiegeleiding in- of uitschakelen.

  • Geluid aan/uit

Volume geluidssignaal zeilfunctie aanpassen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Start zeilfunctie

  • Laat/Normaal/Vroeg

Suggesties voor deceleratiegeleiding aanpassen.

* De gegeven informatie kan verschillen afhankelijk van welke functies van toepassing zijn op uw auto.

11. Taal

Onderwerpen

Toelichting

Taal

U kunt de taal selecteren in de modus Gebruikersinstellingen.

12. Reset

Onderwerpen

Toelichting

Reset

U kunt de menu's resetten in de modus Gebruikersinstellingen. Alle menu's in de modus Gebruikersinstellingen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen, behalve taal en onderhoudsinterval.