Automatische verwarming en airconditioning
De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de airconditioning worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.

|
Niveau |
Controlelampje |
Lcd-display |
Luchtstroom |
|---|---|---|---|
|
Hoog |
![]() |
![]() |
2 ~ 8 |
|
Gemiddeld |
![]() |
![]() |
1 ~ 7 |
|
Laag |
![]() |
![]() |
1 ~ 5 |


-
Schakel de automatische werking uit door op een van onderstaande toetsen of schakelaars te drukken:
-
Luchtcirculatietoets
-
Toets airconditioning
-
Toets voorruitontwaseming (Druk nogmaals op de toets om de voorruitontwasemingsfunctie uit te schakelen. De aanduiding AUTO gaat opnieuw branden op het informatiescherm.)
-
Aanjagerknop
De geselecteerde functie wordt handmatig bediend terwijl de andere functies automatisch werken.
-
-
Voor uw gemak en om de effectiviteit van het verwarmings- en ventilatiesysteem te verbeteren, kunt u de toets AUTO gebruiken en de temperatuur instellen op 22 °C (72 °F).

Bedek de sensor op het dashboard nooit, zodat een optimale werking van het verwarmings- en airconditioningssysteem gegarandeerd blijft.






