2. Bediening op afstand

-
Druk op de toets Vooruit (
) of Achteruit (
) op de smart key en houd deze ingedrukt.
-
De Slimme parkeerhulp op afstand zal het stuur, de snelheid en het schakelen automatisch overnemen. Het voertuig beweegt in de richting van de ingedrukte toets.
-
Als de functie Bediening op afstand actief is en u de toets niet ingedrukt houdt, stopt het voertuig en wordt het aansturen gepauzeerd. De functie begint opnieuw te werken als de knop opnieuw ingedrukt wordt gehouden.
-
-
Houd de voorwaartse (
) of Achteruit (
) toets ingedrukt tot het voertuig de doellocatie bereikt.
-
Wanneer de Bediening op afstand voltooid is, betreedt u de auto met de smart key of drukt u op de toets Starten op afstand (
) op de smart key, wanneer u buiten de auto staat.
-
De melding zal op het scherm van het infotainmentsysteem verschijnen. De auto zal automatisch naar P (parkeren) schakelen en de handrem zal geactiveerd worden.
-
Wanneer de toets Starten op afstand (
) wordt ingedrukt, zal de auto uitschakelen. Als de bestuurder zich in de auto bevindt, zal de auto in de ON-positie blijven staan.
-
-
Dankzij de Bediening op afstand kunt u de auto van buitenaf bedienen met behulp van de smart key.
-
Ga na of alle smart keys zich buiten het voertuig bevinden als u de functie Bediening op afstand gebruikt.
-
De functie Bediening op afstand werkt alleen als de smart key max. 4 m (13 ft.) van de auto verwijderd is. Als het voertuig niet beweegt, ook al wordt de toets Vooruit of Achteruit van de smart key ingedrukt, controleert u de afstand tot het voertuig en drukt u opnieuw op de toets.
-
Het detectiebereik van de smart key is afhankelijk van de omgeving en wordt beïnvloed door radiogolven zoals een zendmast, een zendstation, enz.
-
Als u de auto vanop afstand vooruit beweegt met methode (1), wordt dat gezien als een situatie ‘parkeerplaats verlaten’ en beweegt het voertuig 4 m (13 ft.) en controleert het de omgeving rond het voertuig op voetgangers, dieren of objecten. Na bevestiging wordt het stuur overgenomen naargelang de toestand voorop.
-
Als u de auto vanop afstand vooruit beweegt met methode (2) wordt dat als een parkeersituatie gezien en wordt het stuur onmiddellijk overgenomen in overeenstemming met de toestand voorop om te helpen met het inrijden van de parkeerruimte en het uitlijnen van het voertuig. De prestaties kunnen echter verslechteren met voetgangers, dieren, de vorm van voorwerpen, de locatie enz. rond het voertuig.
-
Als u de auto vanop afstand achteruit beweegt , beginnen zowel methode (1) als (2) met het uitlijnen van het stuur en zal het voertuig pas daarna rechtdoor bewegen.
-
Als u de functie Bediening op afstand wilt gebruiken, moet u zich ervan vergewissen dat alle passagiers het voertuig verlaten hebben.
-
Voor u de auto verlaat, sluit u de ruiten en het schuif-/kanteldak, en zorgt u ervoor dat de auto is uitgeschakeld voordat u de portieren vergrendelt.
-
Als de batterij van de auto leeg is of als de Slimme parkeerhulp op afstand slecht werkt bij parkeren op een smalle parkeerplaats, zal Bediening op afstand niet werken. Parkeer uw voertuig altijd in een ruimte die breed genoeg is om in en uit te kunnen stappen.
-
Al naargelang de parkeerruimte kunt u misschien de ruimte die u met de functie Bediening op afstand bent ingereden, niet verlaten.
-
Na het parkeren kan de omgeving veranderen door de beweging van de naburige voertuigen. Als dat gebeurt, werkt de functie Bediening op afstand misschien niet.