Zoek enkel op titel
Home > Handleiding voor bestuurders > Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) (LKA) > Instellingen Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)

Instellingen Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)

Rijstrookveiligheid

A: Bestuurdershulp

  1. Rijveiligheid

Met het voertuig ingeschakeld, selecteert u → GebruikersinstellingenBestuurdersassistentieRijveiligheid op het instrumentenpaneel of selecteert u InstellingenVoertuigBestuurdersassistenti)Rijveiligheid op het infotainmentsysteem.

  • Rijstrookveiligheid: Wanneer rijbaanwissel wordt gedetecteerd, helpt de functie bij het sturen om te voorkomen dat de rijstrook wordt verlaten, en als rijbaanwissel plaatsvindt, waarschuwt ze de bestuurder met een hoorbaar geluid. Wanneer Rijstrookveiligheid gedeselecteerd wordt, gaat het gele controlelampje () branden op het dashboard.

WAARSCHUWING
  • Het systeem Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) stuurt niet bij wanneer de auto in het midden van de rijstrook rijdt.

  • De bestuurder dient zich altijd bewust te zijn van de omgeving en het voertuig te sturen als Rijstrookveiligheid gedeselecteerd werd.

OPMERKING
  • Als Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) wordt uitgeschakeld door te drukken op de knop rijvakassistentie (), wordt de Lane Safety (rijstrookveiligheid) ook gedeselecteerd.

  • Behalve Europa/Australië/Rusland

    De Rijvakassistentie behoudt de laatste instelling, zelfs als het voertuig opnieuw wordt gestart.

Waarschuwingsmethoden

A: Bestuurdershulp

  1. Waarschuwingsmethoden

Waarschuwingsmethoden kunnen worden ingesteld als het voertuig in de stand ON staat. Selecteer GebruikersinstellingenDriver assistance (bestuurdersassistentie)Waarschuwingsmethoden in het instellingenmenu op het instrumentenpaneel of InstellingenVoertuigDriver assistance (bestuurdersassistentie) → Waarschuwingsmethoden in het instellingenmenu op het infotainmentsysteem om de volgende instellingen te wijzigen:

  • Waarschuwingsvolume: Hiermee stelt u het volume van het waarschuwingsgeluid in.

  • Rijveiligheid prioriteit: verlaagt alle andere geluidsvolumes wanneer het Rijveiligheidssysteem een waarschuwing laat horen.

OPMERKING
  • Als u de Waarschuwingsmethoden wijzigt, kan dit worden toegepast op elke functie van het bestuurdersassistentiesysteem. Controleer en wijzig dit in elke functie.

  • Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor Waarschuwingsmethoden behouden.

  • Het instelmenu bestaat mogelijk niet op basis van de voertuigspecificatie.