Waarschuwingsmeldingen
De waarschuwingsmelding kan anders worden weergegeven afhankelijk van het type instrumentenpaneel en soms wordt mogelijk helemaal geen waarschuwingsmelding weergegeven. De waarschuwingsmelding wordt weergegeven als een symbool, een symbool met tekst, of alleen tekst.
Schakel naar P (parkeren) (voor Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u probeert de motor uit te schakelen terwijl de versnelling niet in stand P (parkeren) staat.
-
Als dat het geval is, wordt de toets ENGINE START/STOP in de stand ACC gezet.
Laag sproeivloeistof niveau
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de ruitensproeiervloeistof bijna op is.
U moet het reservoir met ruitensproeiervloeistof bijvullen.
Controleer LED-koplamp (indien van toepassing)
Deze melding wordt weergegeven als er een probleem is met de LED-koplamp. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Laag brandstofniveau
-
Deze waarschuwing wordt weergegeven als de brandstoftank bijna leeg is.
-
Wanneer deze melding wordt weergegeven, gaat het waarschuwingslampje voor een laag brandstofniveau in het instrumentenpaneel branden.
-
Geadviseerd wordt om het dichtstbijzijnde tankstation op te zoeken en zo snel mogelijk te tanken.
Controleer het 48V-systeem (indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer er een probleem is met het milde-hybridesysteem.
Ga niet rijden als de waarschuwingsmelding wordt weergegeven.
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
De motor is oververhit
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer de koelvloeistoftemperatuur hoger is dan 120 °C (248°F). Dit betekent dat de motor oververhit is en beschadigd kan raken.
* Als uw voertuig oververhit is, zie Meer details.
Lage batterij Sleutel (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwing verschijnt als de batterij in de Smart Key ontladen wordt wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF wordt gezet.
Druk op de START-knop tijdens het draaien aan het stuurwiel (voor Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als het stuurwiel niet normaal wordt ontgrendeld wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) wordt ingedrukt.
-
Dit betekent dat u op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) moet drukken terwijl u het stuurwiel naar rechts en links draait.
Controleer Systeem Stuurslot (voor Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als het stuurwiel niet normaal vergrendelt wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand OFF wordt gezet.
Trap koppelingspedaal in voor starten motor (bij Smart Key-systeem en handgeschakelde transmissie)
-
Deze waarschuwing gaat branden als de toets MOTOR START/STOP twee keer naar de stand ACC gaat door de toets meerdere keren in te drukken zonder de koppeling in te trappen.
-
Dit betekent dat u het koppelingspedaal in moet trappen om de motor te starten.
Sleutel niet in het voertuig (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als de Smart Key niet gedetecteerd is wanneer u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt.
-
Dit betekent dat u de Smart Key altijd bij u moet dragen.
Sleutel niet gevonden (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als de Smart Key niet gedetecteerd is wanneer u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt.
Schakel naar P (parkeren) of N (neutraal) voor starten (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als u probeert de motor te starten terwijl de selectiehendel niet in stand P (parkeren) of N (neutraal) staat.
Duw op rempedaal voor starten motor (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwing licht op als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) twee keer naar de stand ACC gaat door de toets meerdere keren in te drukken zonder het rempedaal in te trappen.
-
Dit betekent dat u het rempedaal in moet trappen om de motor te starten.
Trap het rem- en het koppelingspedaal in om de motor te starten (bij Smart Key-systeem en handgeschakelde transmissie)
-
De waarschuwingsmelding licht op als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) twee keer naar de stand ACC gaat door de toets meerdere keren in te drukken zonder dat het rem- en het koppelingspedaal werden ingetrapt. Dit betekent dat u het rem- en het koppelingspedaal in moet trappen om de motor te starten.
Auto staat in N. Druk op de START-toets en schakel naar P (en schakel het voertuig uit) (voor Smart Key-systeem)
Dit bericht wordt weergegeven als u probeert om de motor af te zetten als de versnelling in N (Vrij) staat.
Om de motor uit te zetten:
-
Druk de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in. Deze toets zal de stand ON wijzigen.
-
Druk op de toets P om te schakelen naar P (parkeren).
-
Druk opnieuw op de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) om de motor uit te schakelen.
Ontlading van de accu door externe elektrische apparaten
Het voertuig kan zelfontlading van de accu detecteren ten gevolge van een te hoge stroomsterkte die wordt gegenereerd door niet toegestane elektrische apparaten, zoals een dashboardcamera (dashcam) tijdens parkeren.
Wees erop attent dat functies zoals ISG beperkt worden en er problemen ten gevolge van ontlading van de accu kunnen optreden.
Als de waarschuwing zelfs na verwijdering van de externe elektrische apparaten nog steeds wordt gegeven, laat uw voertuig dan nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner.
Druk opnieuw op de START-knop (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) niet kunt bedienen als er een probleem met het systeem van de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) is.
-
Het houdt in dat u de motor kunt starten door nogmaals op de toets ENGINE START/STOP te drukken.
-
Als deze waarschuwing elke keer wordt weergegeven wanneer u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt, moet u uw voertuig laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Druk op de STARTknop met de sleutel (bij Smart Key-systeem)
-
Deze waarschuwingsmelding verschijnt als u de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) indrukt terwijl de waarschuwingsmelding "Key not detected" (Sleutel niet gevonden) brandt.
-
Op dit moment gaat het controlelampje van het startblokkeersysteem knipperen.
Check DAW-systeem (indien van toepassing)
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een probleem is met het waarschuwingssysteem voor de aandacht van de bestuurder. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
* Voor meer informatie, zie Meer details.
Check BCW-systeem (indien van toepassing)
-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als er een probleem is met het Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW; botsingswaarschuwing dode hoek). Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
* Voor meer informatie, zie Meer details.
Laag motoroliepeil
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven wanneer het motoroliepeil moet worden gecontroleerd.
Controleer wanneer de melding wordt weergegeven het motoroliepeil zo snel mogelijk en vul indien nodig motorolie bij.
Gebruik een trechter en giet de aanbevolen olie daar voorzichtig doorheen. (Hoeveelheid bij te vullen olie: ongeveer 0,6 - 1,0 l)
Gebruik alleen de voorgeschreven motorolie (zie Meer details.)
Vul niet te veel motorolie bij, zorg dat het oliepeil niet boven het merkteken F op de peilstok komt.

-
Als u na het bijvullen van de motorolie ongeveer 50 km rijdt, verdwijnt de waarschuwingsmelding.
-
Zet het contact binnen 10 seconden 3 keer aan en uit, de waarschuwingsmelding verdwijnt dan onmiddellijk.

U moet uw auto zo snel mogelijk door een professionele werkplaats laten nakijken als de waarschuwingsmelding nog steeds wordt weergegeven nadat u motorolie hebt bijgevuld en ongeveer 50 km hebt gereden. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken. Zelfs als deze waarschuwingsmelding niet wordt weergegeven nadat de motor is gestart, moet de motorolie regelmatig worden gecontroleerd en bijgevuld.
Controleer uitlaatsysteem
Deze melding wordt weergegeven als er een probleem is met het GPF- of het DPF-systeem. Op dit moment gaat ook het GPF of DPF-waarschuwingslampje knipperen.
Als dat gebeurt, raden we u aan het GPF- of het DPF-systeem te laten controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.
GPF: Benzinedeeltjesfilter
DPF: Roetfilter
Controleer het voelbare stuurwielsysteem (indien van toepassing)
Deze melding wordt weergegeven als er een probleem is met het voelbare stuurwielsysteem.
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Portier, motorkap, achterklep open

-
Deze waarschuwingsmelding geeft weer welk portier is geopend of dat de motorkap of achterklep is geopend.
Schuif-/kanteldak geopend (indien van toepassing)

-
Deze waarschuwingsmelding wordt weergegeven als u de motor uitschakelt terwijl het schuif-/kanteldak is geopend.
Lichtenmodus

-
Deze indicator geeft weer welke verlichting aan de buitenzijde er is geselecteerd met de bediening van de verlichting.
De functie ruitenwisser-/verlichtingsweergave kan worden geactiveerd en gedeactiveerd via de modus Gebruikersinstellingen op het LCD-display van het instrumentenpaneel of de instellingen in het infotainmentsysteemscherm.
Ruitenwissermodus

-
Dit controlelampje geeft weer welke wissersnelheid er is geselecteerd met de bediening van de ruitenwissers.
De functie ruitenwisser-/verlichtingsweergave kan worden geactiveerd en gedeactiveerd via de modus Gebruikersinstellingen op het LCD-display van het instrumentenpaneel of de instellingen in het infotainmentsysteemscherm.
Waarschuwing voor gladheid (indien van toepassing)

Deze waarschuwing attendeert de bestuurder erop dat de weg glad kan zijn.
In de volgende omstandigheden knippert het waarschuwingslampje (en de buitentemperatuurmeter) 5 keer en blijft dan branden. Ook klinkt eenmalig een waarschuwingszoemer.
-
De temperatuur op de buitentemperatuurmeter is lager dan 4 °C (39 °F).

Als de waarschuwing tijdens het rijden verschijnt, moet u voorzichtiger gaan rijden en hoge snelheden, snel optrekken, plotseling remmen, het maken van scherpe bochten enz. vermijden.