Wanneer u een Apple-apparaat aansluit, start het afspelen niet automatisch. Om de mediaspeler in de iPod-modus te starten, drukt u op de toets [MEDIA] op het bedieningspaneel.

U kunt de modus ook veranderen door herhaaldelijk op de [MODE]-knop op het stuurwiel te drukken.

Zorg ervoor dat u externe USB-apparaten aansluit en loskoppelt terwijl het systeem is uitgeschakeld.

Afhankelijk van de voertuigmodellen en -specificaties kunnen de beschikbare toetsen of het uiterlijk en de lay-out van de USB-aansluitingen in uw voertuig verschillen.

Sluit niet tegelijkertijd een smartphone of een MP3-apparaat op het systeem aan via meerdere methoden, zoals USB en Bluetooth. Als u dit wel doet, kan dit een vervormd geluid of een systeemstoring veroorzaken.

Als de equalizerfunctie van het aangesloten apparaat en de instellingen voor de Equaliser van het systeem beide zijn geactiveerd, kunnen de effecten elkaar beïnvloeden en voor kwaliteitsverlies of vervorming van het geluid zorgen. Schakel indien mogelijk de equalizerfunctie van het apparaat uit.

Er kan sprake zijn van ruis wanneer er een Apple-apparaat wordt aangesloten. Wanneer dergelijke apparaten niet worden gebruikt, koppelt u het apparaat los en bergt u het op.

Wanneer het Apple-apparaat is aangesloten op de aansluiting voor de voeding, kan er ruis optreden als er muziek van het externe apparaat wordt afgespeeld. Koppel in dergelijke gevallen vóór gebruik van het apparaat de voeding los.