Voor

Achter (indien van toepassing)

A: Regeling wissersnelheid (voor)

1. 2 – Hoge wissersnelheid

2. 1 – Lage wissersnelheid

3. --- – Intervalwissen

   AUTO^* – Automatisch wissen

4. O – uit

5. ∨ – Eénmaal wissen

B : Instelling lengte Interval

C: Sproeien en kort wissen (voor)^*

D: Achterruitenwisser en -sproeier^*

1. 2 - Normale ruitenwisserbediening

2. 1 - Intervalstand

3. O – Ruitenwisser is uitgeschakeld

E: Sproeien en kort wissen (achter)

* : indien van toepassing