Werking van de functie
Snelheid instellen
-
Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan 30 km/h (20 mph).
-
Druk bij de gewenste snelheid op de toets Driving Assist (bestuurdershulp). Op het instrumentenpaneel lichten de ingestelde snelheid en het controlelampje Cruise (
CRUISE) op.
Type A
Type B
-
Laat het gaspedaal los. De ingestelde snelheid wordt aangehouden, zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt ingedrukt.
OpmerkingOp een steile helling kan de auto bergaf licht versnellen of bergop licht vertragen.