Bluetooth
Verbinden met Bluetooth-apparaten
Bluetooth is een draadloze netwerktechnologie voor signaaloverdracht over een zeer korte afstand. Via bluetooth kunt u nabije draadloze apparaten met elkaar verbinden om gegevens tussen deze apparaten uit te wisselen. Zo kunt u deze apparaten effectief gebruiken.
Om bluetooth te gebruiken, moet u eerst een bluetooth-apparaat met uw systeem verbinden, zoals een mobiele telefoon of een mp3-speler. Controleer of het apparaat dat u wilt verbinden bluetooth ondersteunt.

Parkeer uw voertuig op een veilige plaats voordat u verbinding maakt met Bluetooth-apparaten. Als u tijdens het rijden wordt afgeleid, kan dit een verkeersongeval veroorzaken en persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.

-
Op uw systeem kunt u alleen bluetooth-handsfree- en audiofuncties gebruiken. Maak verbinding met een mobiel apparaat dat beide functies ondersteunt.
-
Sommige Bluetooth-apparaten kunnen storingen in het infotainementsysteem of ruis veroorzaken. Dit probleem kan mogelijk worden verholpen door de apparatuur op een andere plaats op te bergen.
-
Afhankelijk van het verbonden bluetooth-apparaat of de mobiele telefoon, worden sommige functies mogelijk niet ondersteund.
-
Als het systeem niet stabiel is vanwege een communicatiefout tussen voertuig en bluetooth-apparaat, kunt u dit proberen op te lossen door de gekoppelde apparaten te wissen en de bluetooth-apparaten opnieuw aan te sluiten.
-
Als de bluetooth-verbinding niet stabiel is, probeer dan als volgt opnieuw te verbinden.
-
Schakel bluetooth op het apparaat uit en schakel het weer in. Verbind het apparaat opnieuw.
-
Schakel het apparaat uit en weer in. Verbind het vervolgens opnieuw.
-
Verwijder de batterij uit het apparaat en plaats deze terug. Schakel het apparaat vervolgens in en verbind het opnieuw.
-
Verwijder de registratie van de Bluetooth-koppeling op zowel het systeem als het apparaat en registreer ze dan opnieuw en verbind ze.
-
-
De Bluetooth-verbinding is niet beschikbaar wanneer de Bluetooth-functie van het apparaat is uitgeschakeld. Zorg dat u de Bluetooth-functie van het apparaat inschakelt.
Apparaten met uw systeem koppelen
Voor het tot stand brengen van een bluetooth-verbinding moet u eerst uw apparaat aan het systeem koppelen door het toe te voegen aan de lijst met bluetooth-apparaten van het systeem. U kunt maximaal vijf apparaten registreren.
-
Druk in het bedieningspaneel op de toets [PHONE] en selecteer dan Phone settings (Telefooninstellingen) ► Add new device (Nieuw apparaat invoegen).
-
Als u een apparaat voor het eerst met uw systeem koppelt en er geen apparaten verbonden zijn, kunt u ook op de toets Call/Answer (Bellen/Beantwoorden) op het stuurwiel drukken om het koppelen te starten.
-
-
Schakel Bluetooth in op het Bluetooth-apparaat dat u wilt verbinden, zoek naar het systeem van uw voertuig en selecteer dit.
-
Controleer de Bluetooth-naam van het systeem, die wordt weergegeven in het nieuwe pop-upvenster voor registratie op het systeemscherm.

-
-
Voer het wachtwoord in of bevestig het om de verbinding te bevestigen.
-
Als het invoerscherm voor het wachtwoord op het scherm van het bluetooth-apparaat wordt weergegeven, voert u de code '0000' in die op het systeemscherm wordt weergegeven.
-
Als het zescijferige wachtwoord op het scherm van het Bluetooth-apparaat wordt weergegeven, controleer dan dat het Bluetooth-wachtwoord dat op het Bluetooth-apparaat wordt weergegeven hetzelfde is als het wachtwoord op het systeemscherm en bevestig de verbinding vanaf het apparaat.
-

-
De schermafbeelding in deze handleiding is een voorbeeld. Controleer uw systeemscherm voor de exacte voertuignaam en naam van het Bluetooth-apparaat.
-
De standaard toegangscode is '0000'.
-
Het kan enige tijd duren voordat het systeem verbinding maakt met het apparaat nadat u toestemming hebt gegeven voor toegang tot het apparaat. Wanneer een verbinding tot stand is gebracht, wordt het bluetooth-statuspictogram boven in het scherm weergegeven.
-
U kunt de machtigingsinstellingen wijzigen via het bluetooth-instellingenmenu van de mobiele telefoon. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw mobiele telefoon voor meer informatie.
-
Herhaal stap 1 tot 3 om een nieuw apparaat te registreren.
-
Als u de automatische Bluetooth-verbindingsfunctie gebruikt, kan een gesprek worden doorgeschakeld naar de Handsfree-functie van het voertuig wanneer u de telefoon in de buurt van het voertuig meeneemt terwijl de motor van het voertuig is ingeschakeld. Als u niet wilt dat het systeem automatisch verbinding maakt met het apparaat, schakelt dan Bluetooth uit op uw apparaat.
-
Wanneer een apparaat via Bluetooth met het systeem is verbonden, kan de batterij van het apparaat sneller ontladen.
Verbinden met een gekoppeld apparaat
Om een bluetooth-apparaat op uw systeem te gebruiken, moet u het gekoppelde apparaat met het systeem verbinden. Uw systeem kan slechts met één apparaat tegelijkertijd verbinding maken.
-
Druk in het bedieningspaneel op de toets [PHONE] en selecteer dan Phone settings (Telefooninstellingen) ► Paired devices (Gekoppelde apparaten).
-
Als er geen verbonden apparaat is, drukt u op de toets Call/Answer (Bellen/Beantwoorden) op het stuurwiel om het koppelen te starten.
-
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om het apparaat te selecteren waarmee u wilt verbinden en druk dan op de knop.
-
Als er al een ander apparaat met uw systeem is verbonden, moet u de verbinding hiermee verbreken. Selecteer het verbonden apparaat waarmee u de verbinding wilt verbreken.
-

-
Als een verbinding wordt beëindigd omdat een apparaat zich buiten het verbindingsbereik bevindt of er een apparaatfout optreedt, wordt de verbinding automatisch hersteld wanneer het apparaat weer binnen het verbindingsbereik komt of wanneer de fout wordt hersteld.
-
Afhankelijk van de prioriteit van de automatische verbinding kan het een tijd duren eer er verbinding is met een apparaat.
De verbinding met een apparaat verbreken
Als u het gebruik van een Bluetooth-apparaat wilt stoppen of verbinding wilt maken met een ander apparaat, verbreekt u de verbinding met het momenteel verbonden apparaat.
-
Druk in het bedieningspaneel op de toets [PHONE] en selecteer dan Phone settings (Telefooninstellingen) ► Paired devices (Gekoppelde apparaten).
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om het apparaat te selecteren waarmee u verbinding maakt en druk dan op de knop.
-
Druk op de toets [1 RPT] om Yes (Ja) te selecteren.
Gekoppelde apparaten verwijderen
Als u niet meer wilt dat een Bluetooth-apparaat gekoppeld is of als u een nieuw apparaat wilt koppelen wanneer de lijst van Bluetooth-apparaten vol is, verwijdert u gekoppelde apparaten.
-
Druk in het bedieningspaneel op de toets [PHONE] en selecteer dan Phone settings (Telefooninstellingen) ► Delete devices (Verwijder apparaten).
-
Draai aan de knop [TUNE] (Afstemmen) om het apparaat te selecteren dat u wilt verwijderen en druk dan op de knop.
-
Druk op de toets [1 RPT] om Yes (Ja) te selecteren.

-
Als u een gekoppeld apparaat verwijdert, worden de oproepgeschiedenis en de contacten die in het systeem zijn opgeslagen ook verwijderd.
-
Als u een verwijderd apparaat opnieuw wilt gebruiken, moet u het apparaat weer koppelen.
Een Bluetooth-audioapparaat gebruiken
U kunt via de luidsprekers van uw voertuig naar muziek luisteren die is opgeslagen op het verbonden Bluetooth-audioapparaat.
-
Druk op het bedieningspaneel op de [AUDIO]-toets.
-
Wanneer het moduskeuzevenster verschijnt, draait u aan de knop [TUNE] (Afstemmen) om BT-audio te kiezen en drukt u daarna op de knop.

-
Informatie over het muziekstuk dat momenteel wordt afgespeeld
Druk op de [MENU/CLOCK]-toets op het bedieningspaneel om de onderstaande menu-optie te openen:
-
Sound settings (Geluidsinstellingen): Voor het wijzigen van de geluidsinstellingen, zoals de volumeverdeling en de hoge en lage tonen, zijn de volgende opties beschikbaar.
-
Position (Positie): Kies een locatie in het voertuig waar het geluid zich zal concentreren. Kies Fader of Balance (Balans), draai aan de [TUNE]-knop om de gewenste positie te selecteren en druk dan op de knop. Selecteer Centre (Center) om in te stellen dat het geluid in het midden van het voertuig wordt geconcentreerd.
-
Equaliser (Tone) (Equalizerinstellingen (Toon): Pas het uitvoerniveau voor elke geluidstoonmodus aan.
-
Sound experience (Geluidsbeleving) (indien van toepassing): Kies de locatie waar het geluid op gericht moet zijn: de bestuurdersstoel of een andere zitplaats.
-
Speed dependent vol. (Snelheidsafhankelijk volume): Stel in dat het volume automatisch wordt aangepast aan uw rijsnelheid.
OPMERKING-
Afhankelijk van de voertuigmodellen of -specificaties, kunnen de beschikbare opties verschillen.
-
Afhankelijk van de systeem- of versterkerspecificaties die op uw voertuig van toepassing zijn, kunnen de beschikbare opties verschillen.
-
-
-
Mode popup (Pop-upmodus): Hiermee kunt u instellen dat het keuzevenster voor de modus wordt weergegeven wanneer op de toets [MEDIA] op het bedieningspaneel wordt gedrukt.
-
Date/Time (Datum/Tijd): U kunt de datum en tijd wijzigen die op het systeemscherm worden weergegeven.
-
Set date (Datum instellen): De datum instellen die op het systeemscherm wordt weergegeven.
-
Set time (Tijd instellen): De tijd instellen die op het systeemscherm wordt weergegeven.
-
Time format (Tijdnotatie): Kies of u de tijd wilt weergeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
-
Display (Power Off) (Weergave (Systeem uitgeschakeld)): Instellen om de klok weer te geven wanneer de stroomvoorziening van het systeem is uitgeschakeld.
-
-
Language (Taal): U kunt de schermtaal wijzigen.
Pauzeren/Afspelen hervatten
Druk op het bedieningspaneel op de knop [TUNE] om het afspelen te pauzeren. Om het afspelen te hervatten, drukt u nogmaals op de knop [TUNE].
-
U kunt ook de toets Mute op de afstandsbediening op het stuurwiel kort indrukken.
Herhaald afspelen
Druk op het bedieningspaneel op de toets [1 RPT]. De modus voor herhaald afspelen wijzigt elk keer dat u op de toets drukt. Het overeenkomstige moduspictogram wordt op het scherm weergegeven en het afgespeelde nummer wordt herhaald.
In willekeurige volgorde afspelen
Druk op het bedieningspaneel op de toets [2 SHFL]. De modus voor afspelen in willekeurige volgorde wordt telkens in- of uitgeschakeld wanneer u op de toets drukt. Wanneer u de shufflemodus inschakelt, wordt het overeenkomstige moduspictogram op het scherm weergegeven. Als de willekeurige modus actief, is worden de muziekstukken in willekeurige volgorde afgespeeld.

-
Afhankelijk van het verbonden Bluetooth-apparaat, de mobiele telefoon of muziekspeler die u gebruikt, kunnen de bedieningselementen voor het afspelen verschillen.
-
Afhankelijk van de muziekspeler die u gebruikt, wordt streaming mogelijk niet ondersteund.
-
Afhankelijk van het verbonden bluetooth-apparaat of de mobiele telefoon, worden sommige functies mogelijk niet ondersteund.
-
Als u een telefoon waarvan bluetooth is ingeschakeld gebruikt om muziek af te spelen en u een oproep ontvangt of zelf belt, stopt het afspelen van de muziek.
-
Bellen of een inkomende oproep beantwoorden tijdens het afspelen van bluetooth-audio kan leiden tot audio-interferentie.
-
Als u de bluetooth-telefoonmodus gebruikt tijdens het gebruik van bluetooth-audio, wordt het afspelen mogelijk niet automatisch hervat nadat u het gesprek hebt beëindigd, afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon.
-
Als u tijdens het afspelen van muziek in de bluetooth-audiomodus de toetsen Omhoog/Omlaag gebruikt om naar een volgend of vorig nummer te gaan, kan dit bij sommige mobiele telefoons gepaard gaan met plopgeluiden.
-
De terugspoel-/vooruitspoelfunctie wordt niet ondersteund in de Bluetooth-audiomodus.
-
De afspeellijstfunctie wordt niet ondersteund in de Bluetooth-audiomodus.
-
Als de verbinding met het Bluetooth-apparaat wordt verbroken, wordt de Bluetooth-audiomodus beëindigd.
-
Afhankelijk van het verbonden Bluetooth-apparaat of de verbonden mobiele telefoon, kan het zijn dat de functies voor herhalen en willekeurige volgorde niet worden ondersteund.
Een Bluetooth-telefoon gebruiken
U kunt Bluetooth gebruiken om handsfree te telefoneren. De oproepinformatie wordt weergegeven op het systeemscherm en het voeren van het gesprek vindt plaats met behulp van de ingebouwde microfoon en luidsprekers van de auto.

-
Parkeer uw voertuig op een veilige plaats voordat u verbinding maakt met Bluetooth-apparaten. Als u tijdens het rijden wordt afgeleid, kan dit een verkeersongeval veroorzaken en persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben.
-
Tijdens het rijden mag u nooit een telefoonnummer intoetsen of uw mobiele telefoon beantwoorden. Het gebruik van een mobiele telefoon kan uw aandacht afleiden. Dit kan het moeilijk maken om externe omstandigheden te beoordelen en op onverwachte situaties te reageren, wat kan leiden tot een ongeval. Gebruik indien nodig de Bluetooth Handsfree-functie om te bellen en houdt het gesprek zo kort mogelijk.

-
U hebt geen toegang tot het telefoonscherm wanneer er geen mobiele telefoon is verbonden. Om de bluetooth-telefoonfunctie te gebruiken, moet u een mobiele telefoon met het systeem verbinden.
-
De bluetooth-handsfreefunctie werkt mogelijk niet wanneer u het dekkingsgebied van het mobiele netwerk verlaat, bijvoorbeeld wanneer u zich in een tunnel, ondergronds of in een bergachtige omgeving bevindt.
-
De gesprekskwaliteit kan in de volgende situaties minder goed zijn:
-
De ontvangst van de mobiele telefoon is slecht.
-
Er is veel geluid binnenin het voertuig.
-
De mobiele telefoon bevindt zich in de buurt van metalen voorwerpen, zoals een blikje
-
-
Afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon, kunnen het volume en de geluidskwaliteit van de Bluetooth Handsfree verschillen.
Bellen
Als uw mobiele telefoon met het systeem is verbonden, kunt u iemand bellen door een naam uit uw oproepgeschiedenis of lijst met contacten te selecteren.
-
Druk op het bedieningspaneel op de toets [PHONE] (Telefoon).
-
U kunt ook op de toets Call/Answer (Bellen/Beantwoorden) op het stuurwiel drukken.
-
-
Kies een telefoonnummer.
-
Selecteer Favourites (Favorieten) om een telefoonnummer uit uw favorietenlijst te selecteren.
-
Selecteer Call history (Oproepgeschiedenis) om een telefoonnummer uit uw belgeschiedenis te selecteren.
-
Selecteer Contacts (Contacten) om een telefoonnummer te kiezen uit de lijst met contacten die van de verbonden mobiele telefoon is gedownload.
-
-
Om het gesprek te beëindigen, drukt u op de toets [2 SHFL] op het bedieningspaneel.
-
U kunt ook op de toets Call end (Gesprek beëindigen) op het stuurwiel drukken.
-
De lijst met favorieten registreren
De Bluetooth-functie wordt eenvoudiger voor handsfree telefoneren als u telefoonnummers als favoriete nummers registreert.
-
Draai op het telefoonscherm de knop [TUNE] (Afstemmen) op het bedieningspaneel om Favorites (Favorieten) te selecteren en druk dan op de knop.
-
Selecteer [MENU] ► Add new favourites (Nieuwe favorieten toevoegen).
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om de gewenste combinatie van letters en cijfers te selecteren en druk dan op de knop.
-
Draai aan de knop [TUNE] (Afstemmen) om het gewenste contact te selecteren.
De lijst met favorieten gebruiken
-
Draai vanuit het telefoonscherm de [TUNE] toets op het bedieningspaneel om Favourites (Favorieten) te selecteren en druk dan op de knop.
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om het gewenste contact te selecteren en druk dan op de knop om te bellen.

Druk op de [MENU/CLOCK]-toets op het bedieningspaneel om de onderstaande menu-opties te openen:
-
Add New Favourites (Nieuwe favorieten toevoegen): Voeg een vaak gebruikt telefoonnummer aan de favorieten toe.
-
Delete items (Items verwijderen): Een geselecteerd item uit de favorieten verwijderen.
-
Delete all (Alles verwijderen): Alle items uit de favorieten verwijderen.

-
U kunt maximaal 20 favorieten registreren voor elk apparaat.
-
Om favorieten te kunnen opslaan, moet u eerst uw contacten naar het systeem downloaden.
-
De lijst met favorieten die op de mobiele telefoon is opgeslagen, wordt niet naar het systeem gedownload.
-
Als contactgegevens op de mobiele telefoon worden bewerkt, worden de wijzigingen niet automatisch overgenomen in de favorieten op het systeem. Daarvoor moet u een contact uit de favorieten verwijderen en vervolgens weer opnieuw toevoegen.
-
Wanneer u een nieuwe mobiele telefoon met het systeem verbindt, worden de favorieten die zijn ingesteld voor de vorige mobiele telefoon niet weergegeven. Ze blijven echter wel in het systeem opgeslagen totdat u de vorige telefoon uit de apparatenlijst verwijdert.
Uw oproepgeschiedenis gebruiken
-
Draai vanuit het telefoonscherm de [TUNE]-knop op het bedieningspaneel om Call history (Oproepgeschiedenis) te selecteren en druk dan op de knop.
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om het gewenste item te selecteren en druk dan op de knop om te bellen.

Druk op de toets [MENU] op het bedieningspaneel om de onderstaande menu-opties te openen:
-
Download (Downloaden): De oproepgeschiedenis downloaden.
-
All calls (Alle oproepen): Alle geregistreerde oproepen weergeven.
-
Dialled calls (Gedraaide nummers): Alleen gedraaide nummers weergeven.
-
Received calls (Ontvangen oproepen): Alleen ontvangen oproepen weergeven.
-
Missed calls (Gemiste oproepen): Alleen gemiste oproepen weergeven.

-
Sommige mobiele telefoons ondersteunen de downloadfunctie mogelijk niet.
-
De belgeschiedenis is alleen toegankelijk als de mobiele telefoon met het systeem is verbonden en de belgeschiedenis is gedownload.
-
Oproepen van beperkte ID's worden niet bewaard in de oproepgeschiedenislijst.
-
Per afzonderlijke lijst worden maximaal 50 oproeprecords gedownload.
-
De gespreksduur en tijdinformatie worden niet op het systeemscherm weergegeven.
-
Voor het downloaden van de belgeschiedenis vanaf de mobiele telefoon is toestemming vereist. Wanneer u probeert gegevens te downloaden, moet u mogelijk op uw mobiele telefoon toestemming voor het downloaden geven. Als het downloaden mislukt, kijk dan op het scherm van de mobiele telefoon naar een melding of controleer de toestemmingsinstellingen van de mobiele telefoon.
-
Wanneer u uw belgeschiedenis downloadt, worden alle oude gegevens verwijderd.
De lijst met contacten gebruiken
-
Draai vanuit het telefoonscherm de [TUNE]-toets op het bedieningspaneel om Contacts (Contacten) te selecteren en druk dan op de knop.
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om de gewenste combinatie van letters en cijfers te selecteren en druk dan op de knop.
-
Draai de knop [TUNE] (Afstemmen) om het gewenste contact te selecteren en druk dan op de knop om te bellen.

Druk op de toets [MENU] op het bedieningspaneel om de onderstaande menu-optie te openen:
-
Download (Downloaden): Download de contacten van uw mobiele telefoon.

-
De contacten kunnen alleen worden bekeken als het Bluetooth-apparaat verbonden is.
-
Alleen contacten opgeslagen in de ondersteunde bestandsindeling kunnen vanaf het bluetooth-apparaat worden gedownload en weergegeven. Contacten uit sommige apps worden mogelijk niet gedownload.
-
Er kunnen maximaal 2.000 contacten van uw apparaat worden gedownload.
-
Sommige mobiele telefoons ondersteunen de downloadfunctie mogelijk niet.
-
Afhankelijk van de systeemspecificaties kunnen sommige gedownloade contacten verloren gaan.
-
Contacten die zowel in het telefoongeheugen als op de SIM-kaart zijn opgeslagen, worden gedownload. Bij sommige mobiele telefoons worden contacten op de SIM-kaart mogelijk niet gedownload.
-
Speciale tekens die in de contactnaam worden gebruikt, worden mogelijk niet correct weergegeven.
-
Voor het downloaden van contacten vanaf de mobiele telefoon is toestemming vereist. Wanneer u probeert gegevens te downloaden, moet u mogelijk op uw mobiele telefoon toestemming voor het downloaden geven. Als het downloaden mislukt, kijk dan op het scherm van de mobiele telefoon naar een melding of controleer de toestemmingsinstellingen van de mobiele telefoon.
-
Afhankelijk van het type of de status van de mobiele telefoon kan het downloaden langer duren.
-
Wanneer u uw contacten downloadt, worden alle oude gegevens verwijderd.
-
U kunt uw contacten in het systeem niet bewerken of verwijderen.
-
Wanneer u een nieuwe mobiele telefoon aansluit, worden de contacten die zijn gedownload van uw vorige mobiele telefoon niet weergegeven, maar blijven ze behouden in uw systeem totdat u de vorige telefoon uit de apparatenlijst verwijdert.
Oproepen beantwoorden
Wanneer een oproep binnenkomt, wordt een pop-upvenster met een melding van de binnenkomende oproep op het systeemscherm weergegeven.

Om de oproep te beantwoorden, drukt u op de toets [1 RPT] op het bedieningspaneel.
-
U kunt ook op de toets Call/Answer (Bellen/Beantwoorden) op het stuurwiel drukken.
Om de oproep te weigeren, drukt u op de toets [2 SHFL] op het bedieningspaneel.
-
U kunt ook op de toets Call end (Gesprek beëindigen) op het stuurwiel drukken.

-
Afhankelijk van het type mobiele telefoon wordt het weigeren van oproepen mogelijk niet ondersteund.
-
Als uw mobiele telefoon met het systeem is verbonden, kan het gespreksgeluid via de luidsprekers van de auto worden weergegeven. Zolang de telefoon zich binnen het verbindingsbereik bevindt, kan dit zelfs nadat u uit de auto bent gestapt. Om de verbinding te beëindigen, verbreekt u de verbinding van het apparaat met het systeem of schakelt u Bluetooth uit op het apparaat.
Opties gebruiken tijdens een telefoongesprek
Tijdens een gesprek ziet u het hieronder afgebeelde oproepscherm. Druk op een toets om de door u gewenste handeling uit te voeren.

Om het gesprek over te zetten naar uw mobiele telefoon, drukt u op het bedieningspaneel op de toets [1 RPT].
-
U kunt ook de toets Call/Answer (Bellen/Beantwoorden) op het stuurwiel ingedrukt houden.
Druk in de privémodus opnieuw op [1 RPT] om het gesprek veranderen van de privémodus naar handsfree.
Om het gesprek te beëindigen, drukt u op de toets [2 SHFL] op het bedieningspaneel.
-
U kunt ook op de toets Call end (Gesprek beëindigen) op het stuurwiel drukken.
Druk op de toets [MENU] op het bedieningspaneel om de onderstaande menu-optie te openen:
-
Microphone Volume (Outgoing Volume) (Microfoonvolume (Uitgangsvolume)): Pas het microfoonvolume aan of schakel de microfoon uit zodat de persoon waarmee u belt u niet kan horen.

-
Als de gegevens van de beller in uw lijst met contacten zijn opgeslagen, worden de naam en het telefoonnummer van de beller weergegeven. Als de bellerinformatie niet in uw lijst met contacten is opgeslagen, wordt alleen het telefoonnummer van de beller weergegeven.
-
Tijdens een oproep via Bluetooth kunt u niet overschakelen naar een ander scherm, zoals het audioscherm of het instellingenscherm.
-
Afhankelijk van het type mobiele telefoon kan de gesprekskwaliteit verschillen. Op sommige telefoons is uw stem voor de andere partij mogelijk minder goed hoorbaar.
-
Afhankelijk van het type mobiele telefoon wordt het telefoonnummer mogelijk niet weergegeven.
-
Afhankelijk van het type mobiele telefoon wordt de functie voor het schakelen tussen gesprekken mogelijk niet ondersteund.