De voorstoel verstellen

Handmatig verstelbare stoel (indien van toepassing)

OSV024002L
  1. Vooruit/achteruit

  2. Zittinghoogte

  3. Rugleuningverstelling

Elektrische verstelling van de stoel (indien van toepassing)

OSV024003L_2
  1. Zitting hoekverstelling

  2. Vooruit/achteruit

  3. Zittinghoogte

  4. Rugleuningverstelling

WAARSCHUWING
  • Zorg ervoor dat u, indien u de rugleuning weer rechtop zet, deze vasthoudt en rustig omhoog klapt en let op dat zich geen andere inzittenden in de buurt van de stoel bevinden. Als u de rugleuning niet vasthoudt tijdens het omhoog klappen, kan de rugleuning terugschieten waardoor u letsel kunt oplopen.

  • Rijden met de rugleuning van een stoel neergeklapt kan bij een aanrijding leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

  • Als de rugleuning neergeklapt is, kan de persoon op de desbetreffende stoel bij een aanrijding onder de gordel doorglijden, waardoor het onderlichaam aan grote kracht wordt blootgesteld. Hierdoor kan ernstig of dodelijk inwendig letsel ontstaan. De bestuurder moet de passagier erop wijzen tijdens het rijden de rugleuning altijd rechtop te houden.

  • Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de passagier wordt verminderd. De passagier kan bij een aanrijding of een noodstop onder de gordel doorglijden. Er kan ernstig of dodelijk inwendig letsel ontstaan omdat de veiligheidsgordel niet normaal kan werken.

  • Probeer de stoel nooit onder het rijden te verstellen. Hierdoor kunt u de controle over het voertuig verliezen waardoor een ongeluk kan gebeuren met ernstig of dodelijk letsel of schade tot gevolg.

  • Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kan staan. Als de rugleuning vanwege hinderlijk geplaatste voorwerpen of andere oorzaken niet goed vergrendeld kan worden, kan dit bij een noodstop of aanrijding ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.

  • Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en plaats de heupgordel strak en zo laag mogelijk over de heupen. In deze positie bent u in geval van een aanrijding het beste beschermd.

  • Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van het bedieningscomfort om onnodig en wellicht ernstig letsel door de airbag te voorkomen. Geadviseerd wordt een minimale afstand van 250 mm (10 inches) tussen uw bovenlichaam en het stuurwiel aan te houden.

  • De rugleuning achter moet goed vergrendeld zijn. Als dat niet het geval is, kunnen passagiers en voorwerpen in geval van afremmen of een aanrijding plotseling naar voren schieten, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan.

  • Controleer na het terugklappen van de rugleuning of deze goed vergrendeld is door te proberen hem naar voren en naar achteren te bewegen.

  • Controleer na het afstellen van de stoel altijd of deze goed is vergrendeld, door te proberen deze naar voren of achteren te schuiven zonder de ontgrendelhendel te gebruiken. Als de bestuurdersstoel abrupt of onverwacht in beweging komt, kunt u de controle over de auto verliezen met een ongeval tot gevolg.

  • Verstel de stoel niet als u de veiligheidsgordel om heeft. Anders kan het onderlichaam bij het naar voren schuiven van de stoel bekneld raken.

  • Let goed op dat er tijdens het verstellen van de stoel geen handen of voorwerpen in het mechanisme bekneld raken.

  • Als er inzittenden op de achterstoelen zitten, wees dan voorzichtig bij het afstellen van de voorstoelen.

  • Wees uiterst voorzichtig bij het oppakken van kleine voorwerpen die onder de stoelen liggen of zich tussen de stoel en de middenconsole bevinden. U kunt snijwonden of letsel aan uw handen oplopen door de scherpe randen van het stoelmechanisme.

OPMERKING

Bij de relax-comfortstoelen bewegen de zitting en rugleuning samen bij het verstellen van de relax-hoek.

LET OP
  • De elektrische stoelverstelling werkt zelfs als de motor is uitgeschakeld. Laat kinderen niet alleen omdat ze ermee kunnen knoeien en letsel kunnen oplopen.

  • Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juist afgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen beschadigd raken.

  • Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Om het laadsysteen niet onnodig te laten leeglopen, kunt u het verstellen van de stoelen beter tot een minimum zolang de auto niet is ingeschakeld.

  • Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anders kunnen de elektromotoren of andere elektrische onderdelen beschadigd raken.

  • Pas op dat er geen kleren of lichaamsdelen tussen de kussens komen te zitten.

OPMERKING
  • Bedien de lendensteun niet meer als deze zijn maximale ondersteuning levert. Anders kan er schade ontstaan aan de motor van de lendensteun.

  • Als u de stoel met te veel kracht tegen iets laat duwen, kunnen onderdelen beschadigd worden. Stel het af met als er niet teveel kracht bij nodig is.

  • Afhankelijk van de positie van de bestuurdersstoel zijn sommige functies van de achterbank beperkt. Stel de bestuurdersstoel en de stoelen op de 2e rij als volgt in om de functies van de achterbank te bedienen.

    • De relax-comfortstoel op de 2e rij instellen: Zet de bestuurdersstoel naar voren en stel dan de hoek van de rugleuning naar voren bij.

    • 2e rij zitplaats in-/uitklappen: Zet de bestuurdersstoel naar voren en klap de stoelen op de 2e rij in of uit.