Waarschuwings- en controlelampjes
Symbool |
Tijd |
Opmerkingen |
---|---|---|
|
3 seconden |
Het lampje voor beperkt vermogen brandt gedurende ongeveer 3 seconden. |
Constant |
|
|
|
Constant |
Het controlelampje laadsysteem verschijnt wanneer de hoogspanningsbatterij geladen wordt. |
|
Constant |
Het waarschuwingslampje voor het laadniveau van de hoogspanningsbatterij gaat branden wanneer het laadniveau van de hoogspanningsbatterij laag is. Laad de batterij direct als het waarschuwingslampje gaat branden. |
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje van het laadsysteem brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
|
|
|
6 seconden |
Het waarschuwingslampje veiligheidsgordel brandt ongeveer 6 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
Het waarschuwingslampje voor de veiligheidsgordel maakt de bestuurder erop attent dat de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt. |
|
![]() |
6 seconden |
Het waarschuwingslampje van de airbag brandt gedurende ongeveer 6 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
|
|
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje parkeerrem en remvloeistof brandt gedurende ongeveer 3 seconden. |
Constant |
|
|
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje ABS brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
|
|
|
Constant |
Het waarschuwingslampje van het elektronische remkrachtverdelingssysteem - EBD brandt wanneer een probleem is met het elektronische remkrachtverdelingssysteem. |
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje van de Motor Driven Power Steering (module elektrische stuurbekrachtiging - MDPS) brandt gedurende ongeveer 3 seconden en dooft vervolgens. |
Constant |
|
|
|
Constant |
Het hoofdwaarschuwingslampje gaat branden wanneer er een storing is in verschillende voertuigfuncties. Raadpleeg de waarschuwingsmelding die op het LCD-display wordt weergegeven om de details van de waarschuwing te kennen. |
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje van de elektronische handrem
|
Constant |
|
|
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje voor lage bandenspanning brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
|
|
Knippert |
|
|
|
3 seconden |
Geel: Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de auto wordt gestart en gaat weer uit als er geen problemen worden gedetecteerd in het Veiligheidssysteem voorzijde/Veiligheidssysteem kruisend verkeer voorzijde van de Ondersteuning aanrijdingsvermijding voorzijde. |
Knippert |
Rood: Knippert wanneer het Veiligheidssysteem voorzijde/Veiligheidssysteem kruisend verkeer voorzijde in werking is. |
|
Constant |
Geel: Het gele waarschuwingslampje blijft branden als er een probleem is, bijvoorbeeld als Veiligheidssysteem voorzijde niet geactiveerd is of een functionele afwijking heeft. Zie Aanrijdingspreventiesysteem voor (FCA) (FCA) (sensorfusie). |
|
|
3 seconden |
Geel: Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de auto wordt gestart en gaat weer uit als er geen problemen worden gedetecteerd in het veiligheidssysteem voorzijde/zijkant van de Ondersteuning aanrijdingsvermijding voorzijde. |
Knippert |
Rood: Knippert wanneer het Veiligheidssysteem voorzijde/zijkant in werking is. |
|
Constant |
Geel: Het gele waarschuwingslampje blijft branden als er een probleem is, bijvoorbeeld als het Veiligheidssysteem voorzijde/zijkant niet geactiveerd is of als er een functionele afwijking is. Zie Aanrijdingspreventiesysteem voor (FCA) (FCA) (sensorfusie). |
|
|
3 seconden |
Geel: Het gele indicatorlampje gaat branden wanneer de auto wordt gestart en gaat vervolgens weer uit als er geen afwijkingen worden gedetecteerd in de Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) |
Knippert |
Groen: Knippert wanneer Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) in werking is. |
|
Constant |
Het controlelampje rijstrookveiligheid brandt:
|
|
|
3 seconden |
Geel: Het gele indicatorlampje gaat branden wanneer de auto wordt gestart en gaat vervolgens weer uit als er geen afwijkingen worden gedetecteerd in het waarschuwingssysteem Oplettendheid bestuurder. |
Knippert |
Geel: Knippert wanneer het aanbevolen is dat de bestuurder rust neemt. |
|
Constant |
Geel: Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer voorwaarts gerichte camera's worden verduisterd of wanneer er een functionele afwijking/storing is in het waarschuwingssysteem Oplettendheid bestuurder. |
|
|
3 seconden |
Geel: Het gele indicatorlampje gaat branden wanneer de auto wordt gestart en gaat vervolgens weer uit als er geen afwijkingen worden gedetecteerd in de Intelligente assistentie snelheidsbeperking. |
Constant |
|
|
|
Constant |
Het controlelampje Lane Following Assist (Hulp bij rijbaan volgen):
|
|
Constant |
Het controlelampje Rijhulp voor rijstrook wisselen op de snelweg:
|
Knippert |
|
|
|
Constant |
Wanneer grootlichtondersteuning (DBC) geactiveerd is. |
|
Constant |
Wanneer er een storing is in het AWD-systeem. |
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje led-koplampen brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
Wanneer er een storing is in de led-koplampen. |
|
Knippert |
Wanneer er een storing is in een onderdeel dat met de led-koplamp samenhangt. |
|
|
Constant |
Het waarschuwingslampje voor ijs op de weg en de buitentemperatuurmeter knippert en blijft dan branden. Tevens klinkt het belgeluid 1 keer. |
|
3 seconden |
Het controlelampje Elektronische stabiliteitsregeling brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
Wanneer er een storing is in het ESC-systeem. |
|
|
3 seconden |
Het controlelampje ESC UIT brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
Als u het ESC-systeem uitschakelt door op de ESC UIT-toets te drukken. Zie Electronic Stability Control (ESC) (elektronische stabiliteitsregeling). |
|
|
Constant |
Als de auto detecteert dat de smart key zich in de auto bevindt, met de auto in de stand POWER ON |
Knippert |
Als de sleutel zich niet in de auto bevindt Als er een storing is in het startblokkeersysteem. |
|
2 seconden |
Wanneer de auto de smart key niet kan detecteren. |
|
|
Knippert |
Wanneer de richtingaanwijzers ingeschakeld zijn |
|
Constant |
Wanneer de grootlichtkoplampen ingeschakeld zijn. |
|
Constant |
Wanneer de dimlichtkoplampen ingeschakeld zijn. |
|
Constant |
Wanneer de lichtschakelaar in de ON-stand staat |
|
Constant |
Wanneer de mistachterlichten branden. |
|
Constant |
|
|
Constant |
Wanneer AUTO HOLD is geactiveerd. |
|
Constant |
|
Uit |
|
|
Knippert |
|
|
|
3 seconden |
Het servicelampje brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
|
|
|
3 seconden |
Het SOS-waarschuwingslampje brandt gedurende ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Constant |
|
|
|
Constant |
Wanneer u elke modus als aandrijfmodus selecteert. |
|
Knippert |
Het waarschuwingslampje voor te hoge snelheid knippert als u harder rijdt dan 120 km/u. De waarschuwingszoemervoor te hoge snelheid klinkt gedurende ongeveer 5 seconden. |
|
Constant |
Wanneer de batterij-conditioneringsfunctie geactiveerd is. |
|
||
|
3 seconden |
Het waarschuwingslampje Kop-staartveiligheid brandt ongeveer 3 seconden en gaat vervolgens uit. |
Knippert |
Forward Attention Warning (FAW)(waarschuwing aandacht vooruit) bedienen Zie Forward Attention Warning (FAW)(waarschuwing aandacht vooruit). |
-
Diagonaal gescheiden remsysteem
Uw voertuig is uitgerust met een diagonaal gescheiden remsystemen. Dat betekent dat als er in een van de remcircuits een probleem optreedt, u de auto met het overgebleven remcircuit tot stilstand kunt brengen.
Als een van de remcircuits is uitgevallen, wordt de slag van het rempedaal groter en moet er meer druk op het rempedaal worden uitgeoefend om de auto tot stilstand te brengen. Verder zal in dat geval de remweg toenemen als slechts een deel van het remsysteem werkt.
-
Wanneer het
controlelampje uitgaat of knippert, is er een probleem met het systeem. In dat geval raadt Kia u aan uw voertuig te laten controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.
-
Waarschuwingslampje handrem en remvloeistof
-
Rijden met een auto waarvan het waarschuwingslampje brandt, is gevaarlijk. Als het waarschuwingslampje handrem & remvloeistofniveau blijft branden wanneer de handrem niet is aangetrokken, kan dit duiden op een laag remvloeistofpeil in het reservoir.
-
Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
-
-
Waarschuwingslampje elektronische remkrachtverdeling (EBD)
-
Als de waarschuwingslampjes ABS en handrem & remvloeistofniveau tegelijkertijd branden, werkt het remsysteem niet normaal en kunt u in onverwachte en gevaarlijke situaties terechtkomen als u plotseling moet remmen.
-
Vermijd in dit geval hard rijden en plotseling remmen. We raden u aan uw auto zo vlug mogelijk te laten controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.
-
-
Veilig stoppen
-
Het TPMS waarschuwt niet voor ernstige en plotselinge schade aan de banden veroorzaakt door externe factoren.
-
Als u merkt dat de auto instabiel wordt, haal dan onmiddellijk uw voet van het gaspedaal, trap het rempedaal geleidelijk en met weinig kracht in en breng uw auto op een veilige plaats tot stilstand.
-
-
Controleer nadat de auto gestart is of alle waarschuwingslampjes UIT zijn. Eventuele lampjes die nog branden, kunnen op een storing duiden.
-
Controlelampje beperkt vermogen
-
Accelereer niet plotseling en rijd niet abrupt weg met de auto als het controlelampje beperkt vermogen AAN is.
Wanneer het vermogen wordt beperkt met het oog op de veiligheid van de onderdelen van de elektrische auto die veel stroom verbruiken, gaat het controlelampje beperkt vermogen branden. Mogelijk kunt u niet met uw auto rijden of rolt deze achteruit van een helling wanneer dit controlelampje ON staat.
-
-
Waarschuwingslampje elektronische remkrachtverdeling (EBD)
-
Als het waarschuwingslampje ABS al dan niet in combinatie met het waarschuwingslampje handrem en remvloeistofniveau brandt, werken de snelheidsmeter, de kilometerteller en de dagteller mogelijk niet. Bovendien kan het waarschuwingslampje MDPS gaan branden en kan de benodigde stuurkracht toe- of afnemen.
-
Vermijd in dit geval hard rijden en plotseling remmen. We raden u aan uw auto zo vlug mogelijk te laten controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.
-
-
Het waarschuwingslampje elektronische handrem
kan ook gaan branden in combinatie met het controlelampje Electronic Stability Control (ESC) (elektronische stabiliteitsregeling), om aan te geven dat de ESC niet goed werkt (dit duidt niet op een storing van de elektronische handrem).
-
Doorrijden met een brandend of knipperend waarschuwingslampje voor de led-koplampen kan een negatieve invloed hebben op de levensduur van de led-koplampen.
-
Als het waarschuwingslampje gladheid gaat branden tijdens het rijden, moet u met meer aandacht en veiliger rijden. Vermijd te hoge snelheden, snelle acceleratie, plotseling remmen en plotselinge stuurbewegingen.