Voorzorgsmaatregelen

WAARSCHUWING

  • Controleer ALTIJD de omgeving rond de auto op de aanwezigheid van personen, in het bijzonder kinderen, voordat u de transmissie in stand D (rijden) of R (achteruit) schakelt.

  • Controleer altijd of de stand P (parkeren) is ingeschakeld, trek de handrem volledig aan en zet de POWER-toets in de UIT-stand voordat u de bestuurderstoel verlaat. Als deze voorzorgsmaatregelen niet worden opgevolgd kan de auto onverwacht en plotseling in beweging komen.

  • Wanneer stand P (parkeren) tijdens het rijden wordt ingeschakeld, kunt u de controle over de auto verliezen.

  • Controleer nadat de auto tot stilstand is gekomen altijd dat de versnelling P (parkeren) geselecteerd is, activeer de handrem en schakel de auto uit.

  • Gebruik de stand P (parkeren) niet in plaats van de handrem.

  • Zorg er bij het parkeren van de auto voor dat de elektronische handrem is aangetrokken, ook al staat de versnelling in de P-stand (parkeren).

  • Wanneer de auto is uitgerust met een elektronische handrem, wordt de handrem automatisch aangedrukt wanneer de schakelknop in stand P (parkeren) wordt gezet.

LET OP

  • Open het bestuurdersportier niet wanneer u door een automatische autowastunnel gaat. Deze instructie niet naleven kan uw voertuig of de carwashmachine beschadigen.

    Wanneer het bestuurdersportier geopend wordt binnen 3 minuten nadat naar N (neutraal) werd geschakeld, schakelt uw voertuig automatisch naar P (parkeren).

    Voor voertuigen uitgerust met een elektronische handrem wordt de handrem automatisch aangetrokken.

  • Kom altijd volledig tot stilstand voordat u in of uit R (achteruit) schakelt; u kunt de reductieoverbrenging beschadigen als u in R (achteruit) schakelt terwijl het voertuig in beweging is, behalve bij 'Auto lostrekken door heen en weer te schommelen' (zie Auto lostrekken door heen en weer te schommelen).

OPMERKING

  • Met de versnelling in N (neutraal) zal het voertuig in de POWER ON-stand staan. Denk erom dat de portieren in de POWER ON-stand niet kunnen worden vergrendeld en dat de batterij (12V) kan ontladen als de auto te lang in de POWER ON-stand staat.

  • Trap altijd het rempedaal in wanneer u schakelt naar een andere versnelling.

  • Voor uw veiligheid kunt u niet schakelen terwijl de laadkabel is aangesloten.