Beperkingen van de dodehoekassistent
Mogelijk werkt de dodehoekassistent niet normaal of werkt de functie op een onverwachte manier onder volgende omstandigheden:
-
Bij slecht weer, zoals hevige sneeuwval, zware regen enz.
-
De detectiesensor is bedekt met sneeuw, regen, vuil enz.
-
De temperatuur rond de detectiesensor is hoog of laag door omgevingsfactoren.
-
De detectiesensor wordt geblokkeerd wanneer rijdend dichtbij een voertuig, zuil of muur.
-
De auto rijdt op een op- of afrit of langs een tolpoort van een snelweg (of hoofdweg).
-
Het wegdek (of de grond eromheen) bevat ongewone metalen componenten (bv. door de aanleg van een tunnel).
-
Er is een vast voorwerp in de buurt van de auto, zoals een geluidsschermen, vangrails, middenbermen, slagbomen, straatverlichting, borden, tunnels, muren enz. (inclusief dubbele constructies)
-
U rijdt op een smalle weg die tussen bomen of gras ligt of overgroeid is
-
U rijdt in een groot gebied waar weinig voertuigen of constructies zijn (bijvoorbeeld een woestijn, weide, voorstad enz.)
-
U rijdt op een nat wegdek, zoals een plas op de weg
-
Een achterligger rijdt op een zeer kleine afstand van u of een andere auto rijdt op een kleine afstand voorbij uw auto
-
Een andere auto rijdt u zeer snel voorbij, zodat hij slechts heel kort naast u rijdt
-
Uw auto rijdt een andere auto voorbij
-
Uw auto verandert van rijstrook
-
Uw auto is op hetzelfde tijdstip als het voertuig naast u vertrokken en heeft versneld
-
Het voertuig op de rijstrook naast u schuift nog een rijstrook verder op, of een voertuig twee rijstroken verderop schuift over naar de rijstrook naast u
-
Er is een aanhangwagen, drager of dergelijke bevestigd in de buurt van de hoekradars achteraan
-
Het deel van de bumper rond de hoekradar achteraan wordt bedekt door een voorwerp, zoals een bumpersticker, een fietsendrager enz.
-
Het deel van de bumper rond de hoekradar achteraan heeft een stoot ondervonden of is beschadigd, of de radar zit niet langer op zijn plaats
-
Uw auto is te hoog of te laag door een zware lading, een abnormale bandenspanning enz.
-
Wanneer de volgende voorwerpen gedetecteerd worden:
-
Een motorfiets of fiets wordt gedetecteerd
-
Een platte aanhangwagen of gelijkaardig voertuig wordt gedetecteerd
-
Een groot voertuig zoals een bus of een vrachtwagen wordt gedetecteerd
-
Er wordt een bewegend obstakel zoals een voetganger, dier, winkelwagentje of kinderwagen gedetecteerd
-
Een voertuig met een geringe hoogte, bv. een sportwagen, wordt gedetecteerd
-
Let op. De remregeling werkt onder de volgende omstandigheden mogelijk niet:
-
De auto trilt ernstig wanneer hij op een wegdek rijdt dat hobbelig, ongelijkmatig of met beton hersteld is
-
U rijdt op een ondergrond die glad is door sneeuw, waterplassen, ijs enz.
-
De bandenspanning is laag of er is een band beschadigd
-
Het remsysteem werd aangepast
-
De auto wisselt abrupt van rijstrook
Beperkingen |
Meer informatie |
---|---|
![]() OSV054025 ![]() OSV054024 |
Mogelijk werkt de dodehoekassistent niet goed op een bochtige weg. Mogelijk detecteert de dodehoekassistent een voertuig niet in de volgende rijstrook. Let op een bochtige weg tijdens het rijden altijd op de weg en de rijomstandigheden. Mogelijk werkt de dodehoekassistent niet goed op een bochtige weg. Mogelijk detecteert de dodehoekassistent een voertuig in dezelfde rijstrook. Let tijdens het rijden altijd op de weg en de rijomstandigheden. |
![]() OSV054023_2 |
Mogelijk werkt het Waarschuwingssysteem aanrijdingen dode hoek niet goed op een bochtige weg. Mogelijk detecteert de functie een voertuig in de volgende rijstrook niet of detecteert ze foutief de grond of constructies. Let tijdens het rijden op een helling altijd op de weg en de rijomstandigheden. |
![]() OSV054143 |
Mogelijk werkt de dodehoekassistent niet goed op plaatsen waar wegen samenkomen of splitsen. Mogelijk detecteert de functie een voertuig in de volgende rijstrook niet. Let tijdens het rijden waar wegen samenkomen of splitsen altijd op de weg en de rijomstandigheden. |
![]() OSV054011 |
Mogelijk werkt de dodehoekassistent niet goed op plaatsen waar de rijstroken op verschillende hoogtes liggen. Mogelijk detecteert de functie het voertuig niet op een weg met verschillende rijstrookhoogtes (samenkomende rijstroken na een ondertunneling, ongelijkvloerse kruisingen enz.). Let tijdens het rijden altijd op de weg en de rijomstandigheden als de hoogte van de rijstroken verschillend is. |
-
Zorg dat u de dodehoekassistent uitschakelt wanneer u een aanhangwagen of een ander voertuig sleept.
-
Mogelijk functioneert de dodehoekassistent niet normaal bij storing door sterke elektromagnetische golven.
-
Mogelijk werkt de dodehoekassistent niet gedurende ongeveer 3 seconden na het starten van de auto of na het inschakelen van de frontzichtcamera of de hoekradars achter.