De snelheidslimiet instellen

  1. Druk bij de gewenste snelheid op de knop rijhulpsysteem ( ). Het controlelampje snelheidslimiet ( ) op het instrumentenpaneel gaat branden.

    OSV054005
  2. Druk de schakelaar ( ) omhoog of de schakelaar ( ) omlaag en laat hem bij de gewenste snelheid los.

    Druk de schakelaar ( ) omhoog of de schakelaar ( ) omlaag en houd hem in deze positie. De snelheid neemt eerst tot het dichtstbijzijnde 10-tal (5-tal in mijlen) toe of af en vervolgens met 10 km/u (5 mph).

    OSV054006
  3. De ingestelde snelheidslimiet wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.

    Als u de vooraf ingestelde snelheidslimiet wilt overschrijden, trapt u het gaspedaal voorbij het drukpunt in om het terugschakelmechanisme (kickdown) te activeren.

    De ingestelde snelheidslimiet knippert en het belgeluid weerklinkt totdat de rijsnelheid weer onder de snelheidslimiet ligt.

OPMERKING

Als het gaspedaal niet voorbij het drukpunt wordt ingetrapt, blijft de rijsnelheid onder de snelheidslimiet.