Camera-instellingen

OSV054346L
  1. Camera-instellingen

  2. Weergegeven inhoud

  3. Beeldscherm-instellingen

Met het voertuig in de stand DRIVE READY selecteert u het instelpictogram ( ) op het scherm of Instellingen > Voertuig > Bestuurdersassistentie > Parkeerveiligheid > Camera-instellingen op het scherm van het infotainmentsysteem om de instellingen van de achteruitrijmonitor te wijzigen.

Uitgebreid gebruik achteruitrijcamera

Als Uitgebreid gebruik achteruitrijcamera is geselecteerd, wordt de achteruitrijcamera zelfs weergegeven wanneer van R (Achteruit) naar N (Neutraal) of D (Rijden) wordt geschakeld.

Achteraanzicht referentielijnen

Als Achteruitkijkreferentielijnen in de display-informatie is geselecteerd, worden Achteruitkijkreferentielijnen en Parkeerbegeleiding bovenaan achteraanzicht weergegeven op de monitor achteraan.

OPMERKING

Het instellingsmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de specificaties van het voertuig.

OPMERKING

De horizontale richtlijnen van de Achteraanzicht parkeerhulp tonen de afstand van 0,5 m (20 inch), 1 m (40 inch) en 2,3 m (91 inch) van de auto. De horizontale schaal van het bovenaanzicht van de parkeerhulp geeft afstanden van de openingsafstand van de achterklep en 1,5 m (60 inch) van het voertuig aan.