Achteraanzicht tijdens het rijden
De bestuurder kan tijdens het rijden het achteraanzicht op het scherm controleren om zo veiliger achteruit te kunnen rijden.
Voorwaarden voor gebruik
U kunt achteraanzicht of breed achteraanzicht selecteren door op de weergave-omschakelknop (2) op de achtermonitor te drukken.
De functie achteruitrijcamera tijdens het rijden zal inschakelen wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
De Toets Parkeren/Weergave (1) indrukken terwijl de versnelling in N (Neutraal) of D (Rijden) staat en de snelheid van het voertuig meer dan 10 km/u bedraagt.
Voorwaarden voor uitschakelen
De functie Achteraanzicht tijdens het rijden zal tijdens het parkeren uitschakelen wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
Stand (parkeren) wordt ingeschakeld.
-
De toets Parkeren/Weergave (1) wordt ingedrukt
-
Terugknop (3) op het scherm van de achtermonitor indrukken
-
Druk op de toets van het infotainmentscherm (4)