Het voertuig starten met startkabels

OSV064025
  1. Positieve (+) pool van de hulpbatterij

  2. Negatieve (-) pool van de hulpbatterij

  3. Positieve (+) pool van de platte batterij

  4. Negatieve (-) pool van de platte batterij

Omstandigheid/heden

  • Als het voertuig niet start vanwege een laag batterijvermogen

Procedure

  1. Verbind de startkabels zoals getoond.

    • Positieve (+) pool van de platte batterij (3) en de hulpbatterij (1).

    • Negatieve (-) pool van de platte batterij (4) en de negatieve (-) pool van de hulpbatterij (2).

  2. Start de auto gedurende verschillende minuten met de hulpbatterij.

  3. Probeer om de auto opnieuw met de lege batterij te starten.

  4. Als de auto start, ontkoppel de startkabels dan als volgt:

    • Negatieve (-) pool van de hulpbatterij (2). Positieve (+) pool van de hulpbatterij (1). Platte batterij (3, 4)

Neem contact op met een professionele werkplaats of een hulpdienst als de auto nog steeds niet gestart kan worden. Kia raadt aan een officiële Kia-dealer/servicepartner te bellen.

WAARSCHUWING
  • Houd vonken en open vuur uit de buurt van de batterij. In de batterij komt waterstof vrij dat kan exploderen wanneer het wordt blootgesteld aan vlammen of vonken. Als u deze instructies niet nauwgezet opvolgt, kan dat leiden tot ernstig letsel en schade aan uw auto! Neem contact op met een hulpdienst als u niet zeker weet hoe u deze procedure moet volgen. Batterijen bevatten zwavelzuur. Dit is giftig en zeer agressief. Draag altijd een beschermende bril wanneer u de auto met een hulpaccu probeert te starten en zorg ervoor dat er geen zuur op uw lichaam, uw kleding of op het voertuig terechtkomt.

  • Probeer uw voertuig niet met een hulpbatterij te starten als de lege batterij bevroren is of het elektrolytpeil laag is: de batterij kan scheuren of exploderen.

  • Zorg dat de (+) en (-) startkabels elkaar niet raken. Dat kan vonken produceren.

  • Probeer nooit het elektrolytniveau in de batterij te controleren. Hierdoor kan de batterij scheuren of ontploffen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.

  • De batterij kan scheuren of exploderen als u een bevroren batterij of een batterij met een laag elektrolytpeil met een hulpbatterij start.

  • Het elektrische startsysteem werkt met hoogspanning. Raak deze componenten NOOIT aan wanneer het -controlelampje in de stand ON staat of wanneer de EV-toets in de stand ON staat.

LET OP

Maak alleen gebruik van een 12V-batterij. Door het gebruik van een 24V-spanningsbron (twee seriegeschakelde 12V-batterijen of een 24V-motorgeneratorset) kunt u andere elektrische onderdelen onherstelbaar beschadigen.

OPMERKING

Sluit de startkabel verbonden met de minpool (-) van de hulpbatterij niet aan op de minpool (-) van de ontladen batterij. Hierdoor kan de ontladen batterij oververhit raken en scheuren, waardoor er accuzuur lekt. Zorg ervoor dat één klem van de kabel aangesloten is op de minpool van de hulpbatterij en de andere klem op een metalen onderdeel uit de buurt van de batterij.