Zoek enkel op titel
Home > Veiligheidskenmerken van uw auto > Stoel > Achterbank neerklappen

Achterbank neerklappen

  1. Terwijl u aan de hendel voor het neerklappen van de rugleuning trekt, tilt u de rugleuning op en trekt u deze naar achteren. Druk de rugleuning stevig naar achteren totdat deze vastklikt.

  2. Plaats de veiligheidsgordel van de achterbank terug in de juiste positie

  3. Als u de rugleuning van de achterbank wat verder wilt kantelen, trekt u aan de hendel voor het neerklappen van de rugleuning en duwt u de bovenkant van de rugleuning van de achterbank naar achteren.

WAARSCHUWING
  • Probeer dit nooit aan te passen terwijl de auto rijdt of als de achterbank bezet is, omdat de stoel plotseling kan bewegen en de passagier letsel kan oplopen.

  • Het doel van de opklapbare rugleuning is het vervoer van langere voorwerpen mogelijk te maken waarvoor anders geen ruimte is. Laat passagiers nooit op de neergeklapte rugleuning zitten terwijl de auto rijdt. Dit is niet bedoeld als zitplaats en er zijn geen veiligheidsgordels voorhanden. Het kan bij een aanrijding of een noodstop leiden tot ernstig letsel of de dood. Voorwerpen die op de neergeklapte rugleuning vervoerd worden mogen niet boven de rugleuning van de voorstoelen uitsteken. Als dat wel het geval is kan de lading bij een noodstop naar voren schuiven en letsel of schade veroorzaken.

  • Klap de achterstoelen niet neer als u passagiers, dieren of bagage op de achterste stoelen vervoert. Dit kan letsel of schade aan de passagiers, dieren of bagage veroorzaken.

  • Als u de rugleuning weer rechtop zet moet u deze vasthouden en langzaam omhoog klappen. Als u de rugleuning tijdens het omhoog klappen niet vasthoudt, kan de rugleuning terugschieten en u verwonden.

  • Lading moet altijd worden vastgezet om te voorkomen dat ze bij een aanrijding door de auto wordt geslingerd en inzittenden letsel toebrengt. Plaats geen voorwerpen op de achterstoelen om te voorkomen dat deze bij een aanrijding gaan schuiven en ernstig letsel veroorzaken.

  • Zorg dat de motor is uitgeschakeld, de automatische transmissie in stand P (parkeren) staat en de parkeerrem is geactiveerd voordat u bagage in- of uitlaadt. Als u deze stappen niet opvolgt, kan de auto zich in beweging zetten als de selectiehendel of knop per ongeluk in een andere stand wordt gezet.

  • Probeer dit nooit aan te passen terwijl de auto rijdt of als de achterbank bezet is, omdat de stoel plotseling kan bewegen en de passagier letsel kan oplopen.

  • Zorg er tijdens het verstellen van de stoel voor dat uw handen of vingers niet bekneld raken in het mechanisme.

  • Vergeet niet bij het omhoog klappen van de rugleuning de schoudergordels in de juiste positie te plaatsen. Door de veiligheidsgordel door de geleider te leiden, voorkomt u dat hij achter of onder de achterbank bekneld raken.

  • Steek, wanneer u de stoel neerklapt, de gordelsluiting in de opbergruimte tussen de rugleuning en de zitting. Hierdoor wordt voorkomen dat de gordelsluiting beschadigd raakt.

LET OP
  • Gebruik niet teveel kracht wanneer u de rugleuning van de achterbank uitklapt.

  • De zitting met teveel kracht uitklappen kan ertoe leiden dat ze in de 2e stap vergrendeld raakt. Dit gebeurt vanzelf en u moet de positie desgewenst aanpassen.