Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Ruitenwissers en ruitensproeiers > Ruitenwissers

Ruitenwissers

Ruitenwissers bedienen

Type A
Type B
Type C

Werking

  1. Regeling wissersnelheid voor

    • MIST/1x: Eénmaal wissen

    • /: Off

    • INT/ *: Intervalstand/automatisch wissen

    • LO/1: Lage wissersnelheid

    • HI/2: Hoge wissersnelheid

  2. Sproeien en kort wissen

  3. Regeling wissersnelheid achter

    • HI/2: Continu wissen

    • LO/1: Intervalstand

    • /: Off

*: indien van toepassing

OPMERKING

Als er zich veel sneeuw of ijs op de voorruit heeft opgehoopt, laat de voorruit dan ongeveer 10 minuten ontdooien, of totdat de sneeuw en/of het ijs is verwijderd, voordat u de ruitenwissers gebruikt, om er zeker van te zijn dat ze goed werken. Als u sneeuw en/of ijs niet verwijdert voordat u de ruitenwissers en ruitensproeiers gebruikt, kan er schade ontstaan aan het ruitenwisser- en ruitensproeiersysteem.

Automatische bediening ruitenwissers (indien van toepassing)

  • A: Regensensor

  • B: Schakelaar ruitenwissersnelheid

Werking

  • De regensensor (A) detecteert de hoeveelheid regen en past de ruitenwissersnelheid aan op het juiste interval.

  • Draai aan de snelheidsschakelaar (B) om de ruitenwissersnelheid aan te passen.

LET OP
  • Als het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON staat en de schakelaar voor de ruitenwissers vóór in de stand AUTO, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht om letsel te voorkomen:

    • Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensor zich bevindt, niet aan.

    • Veeg het bovenste deel van de voorruit niet schoon met een vochtige doek.

    • Oefen geen druk uit op de voorruit.

  • Zet de schakelaar tijdens het wassen van de auto in stand OFF (0) om te voorkomen dat de ruitenwissers in dat geval automatisch worden ingeschakeld.

    Als de ruitenwisserschakelaar tijdens het wassen van het voertuig in de stand AUTO wordt gezet, raken de ruitenwissers mogelijk beschadigd.

  • Verwijder de behuizing van de regensensor bovenaan de voorruit aan passagierszijde niet. Eventuele schade aan onderdelen die hierdoor kan ontstaan, valt niet onder de fabrieksgarantie.

  • Zet de ruitenwisserschakelaar 's winters voor het starten van de motor in stand OFF (0). Als de ruitenwissers worden ingeschakeld terwijl de wisserbladen vastgevroren zijn, kunnen deze beschadigd raken. Verwijder alle sneeuw en ijs van de voorruit en ontdooi de voorruit voordat u de ruitenwissers inschakelt.

  • Let bij het tinten van de voorruit op dat er geen vloeistof in de sensor bovenaan in het midden van de voorruit terechtkomt. Anders kan er schade ontstaan.