Airbagwaarschuwingslabels

OSV024047_2
Figuur 1. Type A/type B
OMV044125L_2

Het waarschuwingslabel van de airbags is bedoeld om de passagiers te waarschuwen voor de mogelijke gevaren van het airbagsysteem.

Deze waarschuwingen van overheidswege hebben met name betrekking op het risico voor kinderen. We willen ook dat u zich bewust bent van de risico's waaraan volwassenen worden blootgesteld en die op de voorgaande pagina's zijn beschreven.

WAARSCHUWING
  • Gebruik nooit een kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht op de voorstoel zit, tenzij de voorpassagiersairbag is gedeactiveerd. Wanneer de geactiveerde passagiersairbag het zitje met een grote kracht raakt, kan het kind ernstig of dodelijk letsel oplopen.

  • Extreem gevaar! Plaats nooit een kinderzitje dat tegen de rijrichting in moet worden geplaatst op een stoel waar een airbag voor zit!

  • Gebruik nooit een kinderzitje op de voorstoel. Als de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd, kan dit ernstig letsel veroorzaken.

  • Gebruik een kinderzitje dat tegen de rijrichting in moet worden geplaatst NOOIT op een stoel waarvoor een ACTIEVE AIRBAG zit. Het kind kan ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL oplopen.

  • Als het kinderzitje op een van de buitenste zitplaatsen achter wordt geplaatst bij uitvoeringen met zijairbags, zorg er dan voor dat het kinderzitje zo ver mogelijk weg van het portier wordt geplaatst en zet het goed vast.

    Door het activeren van de zij- en/of gordijnairbags zou deze ernstig letsel kunnen veroorzaken.

OPMERKING

Indien uitgerust met een koprolsensor

  • De airbags worden bij over de kop slaan (indien zijairbags of gordijnairbags aanwezig zijn) onmiddellijk geactiveerd om de inzittenden te beschermen tegen ernstig letsel.

  • De zij- en/of gordijnairbag kan worden geactiveerd wanneer de koprolsensor de situatie interpreteert als over de kop slaan.