Selecteer 'EV → Charge management (laadbeheer) → Reserved charging and Climate Control (geplande laadprocedure en klimaatregeling) → Reserved climate control (geplande klimaatregeling)' op het scherm.

U kunt de temperatuur van het verwarmings- en ventilatiesysteem instellen.

1. De temperatuur van het verwarmings- en ventilatiesysteem instellen: stel de temperatuur van de verwarming/airconditioning in.

Als locatiegebonden laden is geselecteerd, worden de geplande laadprocedure en doeltemperatuur geactiveerd op de locatie die de bestuurder heeft ingesteld. Ook de te gebruiken laadstroom op de aangewezen locatie kan worden geselecteerd.

Het doellaadniveau van de batterij kan worden geselecteerd wanneer er met een AC-lader of DC-lader wordt geladen.

Het laadniveau kan worden gewijzigd in stappen van 10%.

Als het doellaadniveau van de batterij lager is dan het laadniveau van de hoogspanningsbatterij, wordt de batterij niet geladen.

U kunt de laadstroom aanpassen voor een AC-lader. Kies een geschikte laadstroom voor de gebruikte lader.

Als het laadproces niet begint of halverwege abrupt wordt afgebroken, moet u een andere geschikte stroom kiezen en opnieuw proberen om de auto te laden.

De laadtijd varieert afhankelijk van de gekozen laadstroom.

De locatiegebonden laadfunctie stelt u in staat om de instellingen voor de laadstroom op specifieke locaties af te stemmen.