Naar cruise control-modus overgaan


De bestuurder kan er als volgt voor kiezen alleen de cruise control-modus te gebruiken (snelheidsregeling):
-
Zet Smart Cruise Control aan (het cruise control controlelampje brandt maar de functie wordt niet geactiveerd).
-
Druk gedurende meer dan 2 seconden op de tussenafstandschakelaar.
-
Kies tussen "Smart Cruise Control-modus" en "Cruise Control".
Wanneer de functie geannuleerd wordt met de toets Rijondersteuning of wanneer de toets Rijondersteuning wordt gebruikt nadat de motor is ingeschakeld, wordt de Smart Cruise Control-modus actief.

Wanneer de Cruise Control is ingeschakeld, moet u zelf de afstand tot andere voertuigen regelen, aangezien het systeem niet automatisch remt of vertraagt voor andere auto's.