Geheugen bestuurdersstoel (voor elektrisch instelbare stoel) (indien van toepassing)

De bestuurdersstoel heeft een geheugen, waarin de stand van de stoel met een druk op de knop kan worden opgeslagen of teruggezet. Verschillende personen kunnen zodoende elk hun eigen voorkeursinstellingen bewaren. Als de accukabels worden losgenomen, wordt het geheugen van de stoelstanden gewist. De voorkeursposities dienen in dat geval opnieuw te worden opgeslagen.

Bedien het geheugen van de bestuurdersstoel nooit tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de controle over het voertuig verliezen waardoor een ongeluk kan gebeuren met ernstig of dodelijk letsel of schade tot gevolg.
Stoelposities met de toetsen in het portier opslaan
Opslaan van posities bestuurdersstoel
Posities instellen vanuit geheugen
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de schakelaar voor het verstellen van de bestuurdersstoel wordt bediend, wordt het instellen vanuit het geheugen afgebroken en wordt de stoel bewogen in de richting waarin de schakelaar wordt bediend.

Ga voorzichtig te werk als u posities instelt vanuit het geheugen als u in de auto zit. Duw de schakelaar voor het verstellen van de stoel onmiddellijk in de gewenste richting als de stoel te ver in een bepaalde richting beweegt.
Geheugen bestuurdersstoel initialiseren
Initialiseer het geheugen van de bestuurdersstoel als volgt als het systeem niet goed werkt.
Initialisatiemethode
-
(voor handgeschakelde transmissie/intelligente handgeschakelde transmissie (iMT)) Breng de auto volledig tot stilstand met het contact in stand [ON] en open het portier aan de bestuurderszijde.
(dual clutch-transmissie en automatische transmissie) Breng de auto volledig tot stilstand met het contact in stand [ON] en de selectiehendel in stand P (Parkeren). Open vervolgens het portier aan de bestuurderszijde.
-
Met de bedieningsschakelaars voor het naar voren of achteren bewegen en het verstellen van de rugleuning, trekt u nu de stoel zo ver mogelijk naar voren en zet u de rugleuning zo recht mogelijk.
-
Druk gedurende twee seconden tegelijkertijd op de toets [SET] en de bedieningsschakelaar voor het naar voren bewegen.
Initialisatieproces
In de volgende gevallen worden het initialisatieproces en het alarmsignaal echter gestopt.
-
Wanneer de toets voor de geheugenfunctie van de bestuurderspositie wordt ingedrukt
-
Wanneer op de bedieningsschakelaars voor de bestuurdersstoel wordt gedrukt
-
Toen de selectiehendel vanuit stand [P] naar een andere stand werd gezet (Double clutch-transmissie/automatische transmissie)
-
Wanneer er 3 km/h of harder met het voertuig wordt gereden
-
Wanneer het portier aan de bestuurderszijde wordt gesloten

-
Begin de initialisatie opnieuw wanneer het alarmsignaal of de initialisatie stopt terwijl de initialisatie in gang is.
-
Zorg ervoor dat de plek naast de bestuurdersstoel nergens door geblokkeerd wordt voordat u het geheugen van de bestuurdersstoel initialiseert.
-
Zorg ervoor dat u na het voltooien van de initialisatie de stoel naar voorkeur van de bestuurder verstelt en de rijpositie onthoudt.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurdersstoel als volgt automatisch:
-
Zonder Smart Key-systeem
-
De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de contactsleutel uit het contactslot wordt verwijderd en het bestuurdersportier wordt geopend.
-
De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het contactslot wordt gestoken.
-
-
Met Smart Key-systeem
-
De bestuurdersstoel beweegt naar achteren als de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend.
-
De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) in stand ACC of START wordt gezet.
-
U kunt deze functie activeren of deactiveren.
Voor meer informatie, zie Meer details of Meer details.

Als er niet genoeg ruimte is tussen de bestuurdersstoel en de stoel van de achterpassagier die direct achter de bestuurdersstoel zit, dan kan de bestuurdersstoel mogelijk niet naar achteren worden verplaatst.