Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Geïntegreerde rijmodusregeling

Geïntegreerde rijmodusregeling (indien van toepassing)

De Drive-stand kan worden geselecteerd op basis van de voorkeur van de bestuurder.

De modus wijzigt telkens wanneer de schakelaar DRIVE-MODUS wordt geselecteerd, en wel in de volgende volgorde: ECO → NORMAL → SPORT → ECO

Wanneer het contact wordt ingeschakeld, wordt de Drive-stand standaard op ECO ingesteld (Intelligente Handgeschakelde Transmissie (iMT))

  1. NORMAL-modus: In de NORMAL-modus kunt u rustig en comfortabel rijden.

  2. ECO-modus: In de ECO-modus kunt u zuiniger met brandstof omgaan zodat u milieuvriendelijk rijdt.

  3. SPORT-modus: In de SPORT-stand kunt u sportief, maar met een goede stabiliteit rijden.

OPMERKING

Start Stop Coasting (SSC) wordt geactiveerd wanneer de Drive-stand ECO is. (Voor 48V MHEV)

De rijmodus wordt ingesteld op NORMAL of ECO wanneer de motor opnieuw wordt gestart.

  • De modus wordt ingesteld op NORMAL wanneer de motor opnieuw wordt gestart als hij in de modus NORMAL staat.

  • Wanneer hij in de ECO/SPORT-stand staat, wordt de ECO-modus ingesteld wanneer de motor opnieuw wordt gestart.

Wanneer het contact wordt ingeschakeld, wordt de Drive-stand standaard op ECO ingesteld (Intelligente Handgeschakelde Transmissie (iMT))

ECO-stand

Wanneer u de rijmodus hebt ingesteld op ECO, verandert de logische controle van de motor en de transmissie met het oog op optimaal brandstofverbruik.

  • Wanneer u de ECO-modus hebt gekozen door te drukken op de schakelaar DRIVE-STAND, gaat het ECO-controlelampje branden.

  • Als het voertuig in de ECO-modus rijdt, blijft de rijmodus ECO wanneer de motor wordt afgezet en opnieuw gestart.

OPMERKING

SSC (Start Stop Coasting) wordt gedeactiveerd wanneer er met een aanhanger wordt gereden. Mogelijk wordt SSC (Start Stop Coasting) echter niet gedeactiveerd wanneer er met een elders aangeschafte aanhanger wordt gereden. Bij het rijden met een elders aangeschafte aanhanger wordt aanbevolen om de rijmodus in te stellen op NORMAL of SPORT.

Wanneer de ECO-modus wordt ingeschakeld:
  • Kan de acceleratierespons iets afnemen als u het gaspedaal geleidelijk intrapt.

  • Wijzigt mogelijk het schakelpatroon van de automatische transmissie.

Bovenstaande situaties zijn normaal wanneer de ECO-modus is ingeschakeld om het brandstofverbruik te optimaliseren.

Beperkingen van het gebruik van de ECO-modus:

Als een van de volgende omstandigheden optreedt wanneer de ECO-modus is ingeschakeld, wordt de werking van het systeem beperkt - zelfs al geeft het controlelampje ECO geen verandering aan.

  • Wanneer u met uw auto rijdt met de selectiehendel van de DCT-transmissie in de Sport-modus, wordt het systeem beperkt in overeenstemming met de stand van de selectiehendel.

OPMERKING

Start Stop Coasting (SSC) wordt geactiveerd wanneer de Drive-stand ECO is (Intelligente Handgeschakelde Transmissie (iMT))

SPORT-modus

De SPORT-modus reguleert de rijdynamiek door automatisch de stuurkracht en de logische controle van de transmissie aan te passen voor betere prestaties van de bestuurder.

  • Wanneer u de SPORT-modus hebt gekozen door te drukken op de schakelaar DRIVE-STAND, gaat het SPORT-controlelampje branden.

  • Elke keer dat de motor opnieuw wordt gestart, keert de rijmodus terug naar de ECO-modus. Als de SPORT-modus gewenst is, selecteert u de SPORT-modus opnieuw met de schakelaar DRIVE-STAND.

  • Wanneer het contact wordt ingeschakeld, wordt de Drive-stand standaard op ECO ingesteld (Intelligente Handgeschakelde Transmissie (iMT))

  • Wanneer de SPORT-modus is geactiveerd:

    • Het toerental blijft vaak langere tijd hoger, ook als u het gaspedaal hebt losgelaten

    • Tijdens het accelereren duurt opschakelen langer.

OPMERKING

In de SPORT-modus neemt het brandstofverbruik mogelijk toe.