Antidiefstalsysteem
![]() |
Als het systeem geactiveerd wordt, klinkt er een alarm en knipperen de alarmknipperlichten. Het systeem werkt in 3 fasen. |
Alarm ingeschakeld
Procedure
-
Vergrendel de portieren door op de vergrendelingstoets van de sleutel of de portiergreep te drukken.
-
De alarmknipperlichten knipperen één keer om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
-
Het geluidssignaal bel klinkt ongeveer 3 seconden als er portieren open blijven.
Werkingsvoorwaarde(n)
-
30 seconden nadat alle portieren zijn gesloten en vergrendeld.
-
Mechanische sleutel is verwijderd uit het contactslot.
-
ENGINE START/STOP-knop staat in de OFF-stand.
Antidiefstalalarm geactiveerd
Procedure
-
De claxon zal klinken.
-
De alarmknipperlichten knipperen continu gedurende ongeveer 30 seconden.
-
Ontgrendel de portieren met de sleutel om het systeem uit te schakelen.
Antidiefstalalarm uitgeschakeld
Procedure
-
De alarmknipperlichten knipperen twee keer nadat de portieren zijn ontgrendeld.
-
Als na het indrukken van de portierontgrendelknop een portier (of achterklep) niet binnen 30 seconden wordt geopend, wordt het systeem opnieuw ingeschakeld.
Werkingsvoorwaarde(n)
-
De ontgrendelingstoets wordt ingedrukt.
-
De buitenknop van het voorportier wordt ingedrukt terwijl u de smart key draagt.
-
De motor wordt gestart. (binnen ongeveer 3 seconden)
-
Nadat u op de ontgrendelknop hebt gedrukt, gaan de alarmknipperlichten knipperen en klinkt het geluidssignaal twee keer (in smart key) om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
-
Als na het indrukken van de ontgrendelknop een portier (of achterklep) niet binnen 30 seconden wordt geopend, wordt het systeem opnieuw ingeschakeld.

-
Probeer niet dit systeem te wijzigen of er apparaten aan toe te voegen. Dit kan resulteren in elektrische problemen waardoor uw auto onbruikbaar wordt.
-
Breng geen wijzigingen aan in het antidiefstalsysteem, anders kan het systeem defect raken. Laat het systeem in dat geval onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Storingen veroorzaakt door onjuiste afstelling of eigenhandige aanpassingen van het antidiefstalsysteem vallen niet onder de fabrieksgarantie.
-
Probeer niet dit systeem te wijzigen of er apparaten aan toe te voegen. Dit kan resulteren in elektrische problemen waardoor uw auto onbruikbaar wordt.

-
Probeer de motor niet te starten wanneer het alarm is ingeschakeld. Tijdens de diefstalalarmfase wordt de startmotor van het voertuig uitgeschakeld.
-
Als het systeem niet wordt uitgeschakeld door de transpondersleutel, steekt u de mechanische sleutel in het contactslot, zet u het contact in de ON-stand en wacht u 30 seconden. Daarna wordt het systeem uitgeschakeld.
