Instellingen Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent)
Dodehoekbeveiliging


A: Bestuurdershulp
-
Rijveiligheid
-
Dodehoekbeveiliging
Met het voertuig ingeschakeld, tikt u op instellingen → Bestuurdershulp → Rijveiligheid op het instrumentenpaneel of op Instellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Dodehoekbeveiliging op het infotainmentsysteem.
-
Dodehoekbeveiliging: Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) geeft een waarschuwing en de remassistentie grijpt in afhankelijk van het aanrijdingsrisiconiveau.

A: Blind spot safety-systeem is uitgeschakeld
Bij het activeren van Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) of het herstarten van het voertuig met deze functie geactiveerd, zal het waarschuwingslampje op de zijspiegels ongeveer 3 seconden branden.
Wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart terwijl Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) uitgeschakeld is, verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel.

Als Dodehoekbeveiliging wordt gedeselecteerd, moet de bestuurder zich altijd bewust zijn van de omgeving en veilig rijden.

Wanneer de aanhangwagen aangekoppeld is, wordt Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) automatisch uitgeschakeld (indien aanwezig). In dit geval kunt u geen hulp krijgen van het waarschuwingssysteem aanrijdingen dode hoek. Rijd steeds voorzichtig.

Wanneer de auto opnieuw wordt gestart, behoudt Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) de laatste instelling.
Waarschuwingsmethoden

-
Waarschuwingsvolume
-
Hoog
-
Gemiddeld
-
Laag
-
Uit

A: Bestuurdershulp
-
Waarschuwingsmethoden
-
Waarschuwingsvolume
-
Voelbare waarschuwing
-
Rijveiligheid prioriteit
Waarschuwingsmethoden kunnen ingesteld worden als het voertuig in de ON-stand staat.
-
Waarschuwingsvolume: Selecteer Gebruikersinstellingen → Bestuurdershulp → Waarschuwingsvolume op het instrumentenpaneel, of selecteer Instellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Waarschuwingsmethoden → Waarschuwingsvolume op het infotainmentsysteem, en pas het waarschuwingsvolume aan.
-
Voelbare waarschuwing: Selecteer Gebruikersinstellingen → Bestuurdershulp → Voelbare waarschuwing op het instrumentenpaneel, of selecteer Instellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Waarschuwingsmethoden → Voelbare waarschuwing op het infotainmentsysteem, en pas de voelbare waarschuwing aan.
-
Prioriteit rijveiligheid: Selecteer Instellingen → Voertuig → Bestuurdershulp → Waarschuwingsmethoden → Prioriteit rijveiligheid op het infotainmentsysteem. Het geluidsvolume wordt verlaagd voor veilig rijden terwijl er een waarschuwing klinkt.

-
Zorg ervoor dat de door u ingestelde waarschuwingsmethoden van toepassing kunnen zijn op de waarschuwingsmethoden van andere bestuurdershulpsystemen.
-
Ook wanneer het voertuig opnieuw wordt gestart, blijft de laatste instelling voor waarschuwingsmethoden behouden.
-
Het instellingenmenu is mogelijk niet beschikbaar voor uw voertuig, afhankelijk van de kenmerken en specificaties van het voertuig.
-
Als het waarschuwingsvolume 0 is, wordt het waarschuwingsvolume automatisch naar volume 2 verhoogd als u Voelbare waarschuwing uitzet.
-
Als Voelbare waarschuwing uitgezet is en u het waarschuwingsvolume op 0 zet, wordt Voelbare waarschuwing automatisch geselecteerd.