Werking Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent)
Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) waarschuwt en regelt als volgende werking.
-
Voertuigdetectie
-
Aanrijdingswaarschuwing
-
Collision-avoidance assist (aanrijding vermijden) (bij het wegrijden)
Voertuigdetectie


Het waarschuwingslampje op de buitenspiegel (zijspiegel) en in het head-up display (indien aanwezig) brandt wanneer op een van beide rijstroken achteraan een voertuig wordt gedetecteerd.
Een voertuig wordt gedetecteerd in volgende omstandigheden.
-
Uw rijsnelheid: Boven 20 km/u (12 mph)
-
De snelheid van het voertuig in uw dode hoek: Boven 10 km/u (7 mph)
Aanrijdingswaarschuwing


Met de voertuigdetectiestatus actief waarschuwt de aanrijdingswaarschuwing de bestuurder wanneer de richtingaanwijzer geactiveerd werd om van rijstrook te veranderen met een nabijgelegen auto in de dodehoekzone.
-
De aanrijdingswaarschuwing waarschuwt de bestuurder via het waarschuwingslampje op de buitenspiegel (zijspiegel), het head-up display (indien aanwezig), een hoorbare waarschuwing en een trilling van het stuur.
-
Als de richtingaanwijzer wordt uitgeschakeld of u wegrijdt van de rijstrook in kwestie, wordt de aanrijdingswaarschuwing geannuleerd en schakelt de functie opnieuw de voertuigdetectiemodus in.

Als Alleen waarschuwing wordt geselecteerd in het menu Instellingen, werkt de Collision Warning (aanrijdingswaarschuwing) wanneer uw auto de rijstrook nadert waarin het voertuig in uw dode hoek is gedetecteerd.

-
Het detectiebereik van de hoekradars vooraan of achteraan wordt bepaald door een standaard wegbreedte. Op een smalle weg is het dus mogelijk dat Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) andere voertuigen tot twee rijstroken van u detecteert en u daarvoor waarschuwt. Mogelijk kan Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) op een brede weg een voertuig op de rijstrook naast u niet detecteren en u er niet voor waarschuwen.
-
Wanneer de alarmknipperlichten ingeschakeld zijn, werkt de op de activering van de richtingaanwijzers reagerende aanrijdingswaarschuwing niet.

-
Als het stuur links zit, krijgt u een aanrijdingswaarschuwing wanneer u naar links rijdt. Als het stuur rechts zit, kunt u een aanrijdingswaarschuwing krijgen wanneer u naar rechts rijdt.
Bewaar een correcte afstand tot de voertuigen in uw rijstrook.
-
De afbeeldingen of kleuren worden mogelijk anders weergegeven naargelang de specificaties van het instrumentenpaneel of het geselecteerde thema.
Collision-avoidance assist (aanrijding vermijden) (bij het wegrijden)

A: Noodstop
Het waarschuwingslampje op de buitenspiegel (zijspiegel), het head-up display (indien aanwezig), een hoorbare waarschuwing en een trilling van het stuur waarschuwen de bestuurder voor een aanrijding. De functie assisteert de remwerking om een aanrijding vanuit de dode hoek te helpen voorkomen.
Het aanrijdingspreventiesysteem wordt geactiveerd onder volgende omstandigheden.
-
Uw rijsnelheid: Onder 3 km/u (2 mph)
-
Snelheid van het voertuig in uw dode hoek: Boven 5 km/u (3 mph)

A: Rij voorzichtig
Wanneer de auto tot stilstand is gebracht vanwege een noodstop, verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel. Voor zijn/haar veiligheid dient de bestuurder het rempedaal onmiddellijk in te trappen en de omgeving te controleren.
-
Het aansturen van de remmen wordt beëindigd nadat de auto door een noodstop gedurende ongeveer 2 seconden heeft stilgestaan.

-
Wijzig voor uw veiligheid de instellingen pas nadat u de auto op een veilige plaats heeft geparkeerd.
-
Mogelijk verschijnt of weerklinkt de waarschuwing of het waarschuwingssignaal van Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) niet als een waarschuwingsmelding of waarschuwingssignaal van een ander systeem wordt weergegeven of weerklinkt.
-
Mogelijk hoort u het waarschuwingssignaal van Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) niet als er veel lawaai in de omgeving is.
-
Mogelijk werkt Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) niet als de bestuurder het rempedaal intrapt om een aanrijding te voorkomen.
-
Wanneer Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) actief is, wordt het aansturen van de remmen door de functie automatisch geannuleerd wanneer de bestuurder het gaspedaal hard intrapt of abrupt het stuur omgooit.
-
Wanneer Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) ingrijpt, kan de auto plotseling tot stilstand komen, waarbij letsel kan worden toegebracht aan passagiers en losse voorwerpen kunnen verschuiven. Zorg dat alle inzittenden steeds hun veiligheidsgordel om hebben en dat losse voorwerpen altijd goed worden vastgezet.
-
Ook als er een probleem is met het waarschuwingssysteem aanrijdingen dode hoek, werken de remmen normaal.
-
Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) werkt niet in alle situaties en kan niet alle aanrijdingen voorkomen.
-
Mogelijk waarschuwt Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) de bestuurder te laat of helemaal niet, afhankelijk van de weg- en rijomstandigheden.
-
De bestuurder moet het voertuig te allen tijde onder controle houden. Vertrouw niet volledig op Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent). Houd een veilige remafstand en trap indien nodig het rempedaal in om snelheid te minderen of het voertuig tot stilstand te brengen.
-
Gebruik nooit opzettelijk Blind-Spot Collision-Avoidance Assist (Dodehoekassistent) op personen, dieren, voorwerpen enz. Het kan ernstig letsel of overlijden veroorzaken.

Afhankelijk van de status van ESC (elektronische stabiliteitsregeling) is het mogelijk dat het aansturen van de remmen niet goed functioneert.
Er zal alleen een waarschuwing worden gegeven in de volgende gevallen:
-
Het waarschuwingslampje ESC (elektronische stabiliteitsregeling) brandt
-
ESC (elektronische stabiliteitsregeling) voert een andere functie uit