Draagbaar laden

-
Code en stekker (code ingesteld)
-
Regeleenheid
-
Laadkabel en laadstekker
Met het huiselektriciteitsnet kan de batterij worden geladen met behulp van draagbaar laden als er geen gebruik kan worden gemaakt van AC-laden of DC-laden.
Het laadniveau van de draagbare lader instellen

-
A: plug
-
B: wandcontactdoos
-
Controleer de nominale stroomsterkte van de wandcontactdoos voordat u de stekker hierin steekt.
-
Steek de stekker in een wandcontactdoos.
-
Controleer het weergavevenster op de regeleenheid.
-
Houd de toets (1) achterop de regeleenheid 2 tot 8 seconden ingedrukt om het laadniveau aan te passen. (Zie het laadkabeltype en het voorbeeld voor het instellen van het laadniveau.)

-
Het laadniveau op het weergavevenster van de regeleenheid verandert elke keer dat u op de toets (1) drukt.
-
Wanneer het instellen van de laadniveau is voltooid, kunt u beginnen met laden volgens de draagbare laadprocedure.
* Voorbeeld van het instellen van het ICCB-laadniveau
* Dit voorbeeld dient alleen ter referentie en kan verschillen afhankelijk van de omgeving.
|
Uitgangsstroom |
ICCB-laadniveau |
Weergavevenster regeleenheid |
|---|---|---|
|
14-16 A |
12A |
![]() |
|
13-12 A |
10A |
|
|
11-10 A |
8A |
|
|
9-8A |
6A |

Zorg ervoor dat de keuze van het laadniveau overeenkomt met de capaciteit van uw stroomonderbreker om het doorbranden van de zekering te voorkomen.
Hoe de draagbare lader aansluiten (ICCB: In-Cable Control Box)
-
Steek de stekker in een wandcontactdoos.

-
A: plug
-
B: wandcontactdoos
-
-
Controleer of het voedingslampje (groen) op de regeleenheid brandt.

-
Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.
-
Zet alle schakelaars UIT, schakel naar P (parkeren) en zet de auto UIT. Als het laden wordt geïnitialiseerd terwijl de transmissie niet in stand P (parkeren) staat, wordt er met laden begonnen nadat de transmissie automatisch naar P (parkeren) is geschakeld.
-
Open de laadklep.
Voor meer informatie, zie Meer details.
-
Haal de beschermkapjes van de laadstekker en de laadplug. Controleer of er vuil of stof op zit.
-
Houd de handgreep van de laadstekker vast en sluit de laadstekker aan op de laadaansluiting van de auto. Duw de connector helemaal naar binnen. Als de laadstekker en de laadaansluiting niet goed aangesloten zijn, kan er brand ontstaan.
-
Het laden begint automatisch (laadlampje gaat branden).

-
Controleer of het laadindicatielampje (
) voor de hoogspanningsbatterij in het instrumentenpaneel AAN gaat. De hoogspanningsbatterij wordt niet geladen als het laadindicatielampje
(
) UIT is. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te beginnen met
laden.

-
Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel.

A: Resterende tijd
Als u tijdens het laden het bestuurdersportier opent, wordt de geschatte laadtijd eveneens gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Als een geplande laadprocedure of geplande airconditioning/verwarming is ingesteld, wordt de geschatte laadtijd weergegeven als '--'.
Controleren van laadstatus
Bij het laden van de hoogspanningsbatterij kan het laadniveau van buiten de auto worden gecontroleerd.
Voor meer informatie, zie Meer details.

-
Indien u de laadklep niet kunt openen omdat het vriest, moet u hier licht op tikken of ijs in de nabijheid van de laadklep verwijderen. Probeer niet om de laadklep met kracht te openen.
-
Kies EV → instellingspictogram op het scherm→ Vergrendelingsmodus laadstekker in het infotainmentsysteem. De laadstekker is gedurende een verschillende tijdsperiode vergrendeld in de aansluiting, afhankelijk van welke modus is geselecteerd.
-
Modus Always lock (altijd vergrendelen): De stekker wordt vergrendeld wanneer de laadstekker in de laadaansluiting wordt gestoken.
-
Modus Lock while charging (vergrendelen tijdens het opladen): De stekker wordt vergrendeld als het opladen begint.
Voor meer informatie, zie Meer details.
Het infotainmentsysteem kan veranderen na software-updates. Voor meer informatie raadpleeg de meegeleverde handleiding in het infotainmentsysteem en de snelle referentiegids.
-
-
Hoewel opladen ook kan terwijl de EV-toets in de stand ON/START, is het veiliger om met opladen te beginnen terwijl de EV-toets in de stand OFF staat en het voertuig in de stand P (parkeren). Nadat het laden begonnen is, kunt u elektrische systemen zoals de radio gebruiken door de EV-toets in stand START of ON te zetten.
Tijdens het laden kan er niet van de stand P (parkeren) naar een andere versnellingsstand worden geschakeld.
-
Afhankelijk van de conditie en de ouderdom van de hoogspanningsbatterij, de specificaties van de lader en de omgevingstemperatuur kan de laadtijd van de batterij variëren.
Laadstatuscontrolelampje voor draagbare lader

|
Controlelampje |
Meer informatie |
|
|---|---|---|
|
POWER |
ON (aan): voeding aan |
|
|
CHARGE |
ON (aan): Charge knippert: stroombeperking omwille van hoge temperatuur van de stekker of hoge interne temperatuur |
|
|
FAULT |
knippert: laden onderbroken |
|
|
CHARGE LEVEL |
12 |
12 A |
|
10 |
10 A |
|
|
08 |
8 A |
|
|
06 |
6 A |
|
|
De laadstroom verandert elke keer dat de toets (1) minder dan 1 seconde wordt ingedrukt terwijl de lader is aangesloten op een stroomvoorziening maar niet op de auto. Regeleenheid
![]() |
||
Status/diagnose/tegenmaatregel

-
Laadstekker op het voertuig aangesloten (Groen POWER (AAN/UIT)-lampje AAN)
-
Stekker verbonden met een contactdoos (Groen POWER (AAN/UIT)-lampje AAN)
Tijdens het opladen

-
Laadindicatorlampje (Groen POWER-lampje AAN/blauw CHARGE (LADEN)-lampje AAN)
-
Laadstroom
Voordat u de laadstekker op het voertuig aansluit (Groen POWER (AAN/UIT)-lampje AAN, rood FAULT (FOUT)-lampje knippert)

-
Abnormale temperatuur
-
Storing in ICCB (In-Cable Control Box)
Aangesloten op het voertuig (Groen POWER (AAN/UIT)-lampje AAN, roodFAULT (FOUT)-lampje knippert)

-
Storing in diagnoseapparaat
-
Stroomlek
-
Abnormale temperatuur
Lekstroomfout (Groen POWER-lampje AAN, rood FAULT (FOUT)-lampje knippert)

-
Als u de stekker van de lader ontkoppeld heeft en weer in het stopcontact heeft gestoken, lost u de foutmelding op door 2 seconden of langer op de toets te drukken.
Spaarstand

-
Het controlelampje van het laadniveau gaat uit als de status langer dan een 1 minuut niet wijzigt.
Hoe de draagbare lader loskoppelen (ICCB: In-Cable Control Box)
-
Hou de laadstekkerhendel vast en trek hem naar buiten.

-
Zorg ervoor dat de laadklep goed gesloten wordt.
-
Neem de stekker uit de wandcontactdoos. Trek niet aan de kabel bij het lostrekken van de stekker.

A: plug
B: wandcontactdoos
-
Sluit de beschermdoppen van de laadstekker en de laadplug om ze te beschermen tegen verontreiniging.
-
Als de persoonlijke laadstekker wordt gebruikt, bewaart u deze in de kabelcompartiment.
Voorzorgsmaatregelen voor draagbare laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box)
-
Gebruik de draagbare lader die gecertificeerd is door een officiële KIA dealer/servicepartner.
-
Probeer een draagbare lader niet te repareren, te demonteren of te modificeren.
-
Gebruik geen verlengsnoer of adapter.
-
Stop onmiddellijk als er een storing optreedt.
-
Raak de stekker en de laadstekker niet aan met natte handen.
-
Raak de aansluitingen van de laadstekker voor de AC-lader en de laadaansluiting voor de AC-lader in de auto niet aan.
-
Sluit de laadstekker niet aan op een andere spanning dan is voorgeschreven.
-
Gebruik de draagbare lader niet als deze versleten is, als de isolatie beschadigd is of als er andere beschadigingen aan de draagbare lader zijn.
-
Gebruik de draagbare lader niet als de ICCB-behuizing en de laadstekker voor de AC-lader beschadigd of gebarsten zijn of als er blootliggende draden te zien zijn.
-
Laat de draagbare lader niet gebruiken door kinderen en laat kinderen de draagbare lader niet aanraken.
-
Houd de regeleenheid droog.
-
Houd de laadstekker voor de normale lader en de aansluitingen van de stekker vrij van verontreinigingen.
-
Stap niet op de kabel of het snoer. Trek niet aan de kabel en het snoer en buig of buig ze niet.
-
Laad de auto niet op als het bliksemt.
-
Laat de regeleenheid niet vallen en plaats geen zware objecten op de regeleenheid.
-
Plaats geen objecten die veel warmte genereren in de buurt van de lader tijdens het laden.
-
Laden met een versleten of beschadigde wandcontactdoos kan voor risico op een elektrische schok zorgen. Als u twijfelt over de staat van de wandcontactdoos, laat deze dan controleren door een gediplomeerd elektricien.
-
Stop onmiddellijk met het gebruik van de draagbare lader als de wandcontactdoos of onderdelen oververhit zijn of als u een brandgeur ruikt.

Om kabeldiefstal te voorkomen kan de laadstekker niet uit de aansluiting gehaald worden zolang de portieren vergrendeld zijn of de laadstekker in de modus Always Lock (Altijd vergrendelen) is. Ontgrendel alle portieren om de laadstekker uit de aansluiting te kunnen halen.
Als het voertuig echter in de modus Lock while charging (Vergrendelen tijdens laden) staat, wordt de laadstekker automatisch ontgrendeld wanneer het opladen voltooid is.
Als de laadstekker wordt losgehaald zonder dat de ontgrendelknop wordt ingedrukt, kan er schade ontstaan aan de laadstekker en de laadaansluiting.
Voor meer informatie, zie Meer details.
Als de ontgrendelknop zelfs niet werkt na het ontgrendelen van alle portieren, trekt u aan de noodkabel in de motorruimte en drukt u op de ontgrendelknop op de stekker om deze los te maken van het voertuig. Als de ontgrendelknop nog steeds niet werkt, raden we aan een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
