Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Lane Keeping Assist (LKA, rijvakassistentie) > Werking van Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)

Werking van Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)

Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) in-/uitschakelen

Wanneer de auto wordt uitgeschakeld of gestart, wordt het Lane Keeping Assist-systeem altijd ingeschakeld en het witte () indicatorlampje brandt op het instrumentenpaneel.

Druk Lane Driving Assist-toets in en houd ingedrukt om Lane Keeping Assist uit te schakelen.

OPMERKING

Als de toets Lane Driving Assist kort wordt ingedrukt, zal Lane Following Assist aan en uit gaan.

Waarschuwing en bediening

Links
Rechts

Het Lane Keeping Assist-systeem waarschuwt en stuurt de auto aan met Lane Departure Warning (waarschuwing bij rijstrookwissel) en Lane Keeping Assist (hulp bij rijstrook volgen).

Lane Departure Warning

Het groene () indicatorlicht en de rijstrooklijn knipperen op het instrumentenpaneel, afhankelijk naar welke richting het voertuig afwijkt.

Er klinkt een hoorbare waarschuwing en het stuur zal trillen om de bestuurder te waarschuwen dat het voertuig vertrekt van de geprojecteerde rijstrook vooraan.

Lane departure warning wordt geactiveerd in volgende omstandigheden.

  • Uw rijsnelheid: Ongeveer 60~200 km/u (40~120 mph)

Lane Keeping Assist (rijvakassistentie)

Het groene () indicatorlampje knippert op het instrumentenpaneel en het stuur zal aanpassingen maken om de bestuurder te waarschuwen dat het voertuig vertrekt van de geprojecteerde rijstrook vooraan.

Lane Keeping Assist wordt geactiveerd in volgende omstandigheden.

  • Uw rijsnelheid: Ongeveer 60~200 km/u (40~120 mph)

Waarschuwing hands-off (handen van het stuur)

A: Houd handen op stuur

Als de bestuurder het stuurwiel gedurende meerdere seconden loslaat, verschijnt de waarschuwingsmelding op het instrumentenpaneel en klinkt een waarschuwingssignaal met verschillende niveaus.

WAARSCHUWING
  • Mogelijk wordt er niet bijgestuurd als het stuurwiel zeer stevig wordt vastgehouden of als het voorbij een bepaalde hoek gedraaid is.

  • Het Lane Keeping Assist-systeem werkt niet de hele tijd. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om veilig te sturen en de auto in zijn rijstrook te houden.

  • Afhankelijk van de wegomstandigheden kan de waarschuwingsmelding hands-off mogelijk te laat verschijnen. Houd uw handen altijd aan het stuurwiel tijdens het rijden.

  • Als het stuur zeer lichtjes wordt vastgehouden, kan de waarschuwingsmelding hands-off verschijnen omdat de Lane Keeping Assist de handen van de bestuurder aan het stuur niet opmerkt.

  • Als u voorwerpen aan het stuurwiel bevestigt, is het mogelijk dat de waarschuwing hands-off niet goed werkt.

OPMERKING
  • Wanneer rijstrookmarkeringen (of wegranden) worden gedetecteerd, veranderen de rijstrooklijnen op het instrumentenpaneel van grijs naar wit en het groene () indicatorlampje gaat branden.

  • Wanneer rijstrookmarkeringen (of wegranden) worden gedetecteerd, verschijnen de groene rijstrooklijnen op het instrumentenpaneel.

    Rijstrook niet gesignaleerd
    Rijstrook gesignaleerd
  • De afbeeldingen en kleuren op het instrumentenpaneel kunnen afwijken per type instrumentenpaneel of gekozen thema in het instellingenmenu.

  • Hoewel het Lane Keeping Assist-systeem bijstuurt, kan de bestuurder steeds zelf sturen.

  • Het stuurwiel kan wel zwaarder of lichter aanvoelen terwijl Lane Keeping Assist bijstuurt dan wanneer dat niet het geval is.