Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Achterklep > Elektrisch bedienbare achterklep

Elektrisch bedienbare achterklep (indien van toepassing)

De elektrisch bediende achterklep bedienen

Procedure

  1. Druk gedurende 1 seconde op de knop voor openen/sluiten van de elektrisch bedienbare achterklep in de auto of met de Smart Key. De elektrisch bedienbare achterklep opent met een waarschuwingsgeluid.

    Houd de knop voor elektrisch openen/sluiten van de achterklep in de auto of met de Smart Key ingedrukt om de achterklep te sluiten.

    • Terwijl de achterklep opengaat, drukt u nogmaals op de knop voor openen/sluiten van de elektrisch bedienbare achterklep om de werking van de achterklep te stoppen.

    • Als u de knop voor openen/sluiten van de elektrisch bedienbare achterklep loslaat terwijl de achterklep sluit, of als de Smart Key zich niet binnen het bedieningsbereik (ongeveer 10 m (33 ft.)) van het voertuig bevindt, stopt de werking van de elektrisch bedienbare achterklep met een waarschuwingsgeluid gedurende 5 seconden.

  2. De achterklep opent of sluit met een waarschuwingsgeluid wanneer de knop voor het openen/sluiten van de elektrisch bedienbare achterklep buiten het voertuig wordt gebruikt.

    Als de auto is vergrendeld, drukt u buiten de auto met de Smart Key op de knop voor elektrisch openen/sluiten van de achterklep.

  3. Druk aan de binnenkant van de achterklep op de toets achterklep open/sluiten om de achterklep te sluiten. De achterklep opent of sluit met een waarschuwingsgeluid.

Werkingsvoorwaarde(n)

  • Wanneer de versnelling in P (parkeren) staat met het voertuig in de AAN-stand

  • Wanneer de auto in de OFF-stand staat

Niet-operationele voorwaarde(n)

  • U sneller rijdt dan 3 km/h (1,8 mph)

Klembeveiliging

Als de elektrisch bedienbare achterklep een obstakel waarneemt, stopt de achterklep of gaat helemaal open.

Werkingsvoorwaarde(n)

  • Als de elektrisch bedienbare achterklep obstakels waarneemt

Niet-operationele voorwaarde(n)

  • Als de gedetecteerde weerstand onder een bepaald niveau ligt

  • Als de achterklep bijna volledig is gesloten in de buurt van de vergrendelde positie

  • Als een sterke impact wordt toegepast zonder dat er obstakels zijn geplaatst

WAARSCHUWING
  • Laat kinderen en huisdieren nooit zonder toezicht achter in de auto. Kinderen kunnen de elektrisch bedienbare achterklep bedienen. Als u dit wel doet, kunnen zij of anderen letsel oplopen en kan de auto beschadigd raken.

  • Controleer of er zich geen personen of voorwerpen in de buurt van de elektrisch bedienbare achterklep (of Smart Tailgate) bevinden voordat u deze bedient. Ernstig letsel, schade aan het voertuig of schade aan omringende objecten (bijvoorbeeld muren, plafonds, voertuigen, enz.) kan het gevolg zijn als contact met de achterklep plaatsvindt.

    • A: 70 cm

    • B: 70 cm

  • Steek nooit voorwerpen of lichaamsdelen in de opening van de elektrische bedienbare achterklep om te proberen of de klembeveiliging werkt. Er kan ernstig letsel of schade aan het voertuig of voorwerpen optreden.

LET OP
  • Sluit en open de achterklep niet handmatig. Hierdoor kan de elektrisch bedienbare achterklep Als u de elektrisch bedienbare achterklep met de hand moet sluiten of openen als de accu leeg is of losgekoppeld is, moet u weinig kracht gebruiken.

  • Bedien de elektrisch bedienbare achterklep niet meer dan 10 keer achter elkaar met uitgeschakelde motor. Gebruik de elektrisch bedienbare achterklep met draaiende motor wanneer de elektrisch bedienbare achterklep herhaaldelijk wordt gebruikt. Hiermee voorkomt u dat de accu snel leegloopt.

  • Laat de elektrisch bedienbare achterklep niet te lang open staan. Hierdoor kan de accu leeglopen.

  • Oefen geen overmatige kracht op de werkende achterklep uit. Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan het voertuig.

  • Grijp of houd de steunpoten van de achterklep nooit vast. Dit kan schade aan de steunpoten van de achterklep tot gevolg hebben. Vervorming van de steunpoten van de achterklep kan schade aan het voertuig en persoonlijk letsel veroorzaken.

  • Breng geen wijzigingen aan delen van de elektrische bedienbare achterklep aan en voer geen reparaties uit. Dit moet u overlaten aan een officiële Kia-dealer/servicepartner.

  • Gebruik de elektrisch bedienbare achterklep niet onder de volgende omstandigheden. De elektrisch bedienbare achterklep werkt mogelijk niet goed.

    • Eén kant van het voertuig wordt opgetild om het voertuig te inspecteren of een band te verwisselen

    • Parkeren op een oneffen weg zoals een helling, enz.

  • Sluit de achterklep volledig en vergrendel alle portieren en de achterklep met de centrale portiervergrendelingsknop voordat u een automatische wasstraat gebruikt.

  • Spuit geen water onder hoge druk rechtstreeks op de elektrisch bedienbare achterklep buiten de open/dicht-knop. De achterklep kan onbedoeld opengaan.

OPMERKING
  • Als de achterklep niet volledig is gesloten en de rijsnelheid 3 km/h (1,8 mph) of hoger is, klinkt er 10 keer een waarschuwingsgeluid. Parkeer de auto onmiddellijk op een veilige plaats, sluit de achterklep en controleer of de waarschuwing voor het openen van de achterklep op het instrumentenpaneel is uitgeschakeld.

  • In koude en natte klimaten werkt de knop voor het openen/sluiten van de elektrisch bedienbare achterklep mogelijk niet goed vanwege vorst. Als dit gebeurt, verwijder dan het ijs voordat u de elektrisch bedienbare achterklep open/dicht-knop gebruikt of gebruik de elektrisch bedienbare achterklep open/dicht-knop op de Smart Key of het instrumentenpaneel.

  • Het meer dan 5 keer achter elkaar bedienen van de elektrisch bedienbare achterklep kan schade aan de bedieningsmotor veroorzaken. Als dit gebeurt, werkt de elektrisch bedienbare achterklep niet om oververhitting van de motor te voorkomen. Als een van de elektrisch bedienbare achterklepknoppen wordt ingedrukt om te proberen de achterklep te openen, klinkt het geluidssignaal 3 keer, maar blijft de achterklep gesloten. Laat het elektrisch bedienbare achterklepsysteem ongeveer 1 minuut afkoelen voordat u het systeem opnieuw bedient.

  • De elektrisch bedienbare achterklep werkt mogelijk niet meer als de automatische omkeerfunctie meer dan twee keer in werking treedt tijdens een poging om de achterklep te openen of te sluiten. Als dit gebeurt, opent of sluit u de achterklep voorzichtig handmatig en probeert u na 30 seconden de elektrisch bedienbare achterklep weer automatisch te bedienen.

De elektrisch bedienbare achterklep instellen

Openingssnelheid elektrisch bedienbare achterklep

U kunt de snelheid aanpassen waarmee de elektrisch bedienbare achterklep geopend wordt. Selecteer de gewenste snelheid (Snel/Normaal) (Standaardinstelling is Snel).

Procedure

  • Instrumentenpaneel (indien aanwezig)

    Selecteer InstellingenPortierOpeningssnelheid elektrisch bedienbare achterklepSnel/langzaam.

  • Infotainmentsysteem (indien aanwezig)

    Selecteer InstellingenVoertuiginstellingen → Portier → Snelheid elektrisch bedienbare achterklep Snel/Normaal.

Openingshoogte elektrisch bedienbare achterklep

U kunt de hoogte aanpassen tot waar de elektrisch bedienbare achterklep geopend wordt. Selecteer de gewenste hoogte (Volledig open/Niveau 3/Niveau 2/Niveau 1/Door gebruiker gedefinieerd).

Procedure

  • Instrumentenpaneel (indien aanwezig)

    Selecteer InstellingenPortierHoogte elektrisch bediende achterklepVolledig open/Niveau 3/Niveau 2/Niveau 1/Instelling gebruikershoogte.

  • Infotainmentsysteem (indien aanwezig)

    Selecteer InstellingenVoertuiginstellingenPortierHoogte elektrisch bedienbare achterklepVolledig open/Niveau 3/Niveau 2/Niveau 1/Door gebruiker gedefinieerd.

Hoogte door de gebruiker ingesteld

Procedure

  1. Plaats de achterklep handmatig op de gewenste hoogte.

  2. Houd de knop voor elektrisch openen/sluiten van de achterklep in de achterklep langer dan ongeveer 3 seconden ingedrukt.

    Als Door gebruiker gedefinieerd is geselecteerd voor de hoogte van de elektrisch bedienbare achterklep, zal de elektrisch bedienbare achterklep automatisch openen tot de door u handmatig ingestelde hoogte.

OPMERKING
  • Het infotainmentsysteem kan veranderen na software-updates. Voor meer informatie raadpleeg de meegeleverde handleiding in het infotainmentsysteem en de snelle referentiegids.

  • Om elke functie te gebruiken, moet u de snelheid of de hoogte van de achterklep selecteren in het instellingenmenu. Deselecteer de instellingen als u de functie niet wilt gebruiken.

  • Als de openingshoogte van de elektrisch bedienbare achterklep niet is ingesteld en daarna in het infotainmentsysteem wordt gekozen voor User Height Setting (hoogte door de gebruiker ingesteld), dan gaat de elektrisch bedienbare achterklep volledig open.

  • Als een van de hoogte-instellingen (Volledig open/Niveau 3/Niveau 2/Niveau 1/Door gebruiker gedefinieerd) wordt geselecteerd in het instellingenmenu in het infotainmentsysteem en vervolgens 'Gebruikershoogte-instelling' wordt geselecteerd, gaat de achterklep open tot de hoogte die door u handmatig werd ingesteld.

  • De instellingen voor het openen en de hoogte van de elektrisch bedienbare achterklep veranderen volgens het gekoppelde gebruikersprofiel. Als het gebruikersprofiel wordt gewijzigd, worden de instellingen voor het openen en de hoogte van de elektrisch bedienbare achterklep overeenkomstig gewijzigd.

De elektrisch bediende achterklep resetten

Procedure

  1. Schakel met het voertuig in de stand UIT of AAN naar P (parkeren).

  2. Druk tegelijkertijd op de knop voor elektrisch openen/sluiten van de achterklep in de achterklep en op de knop voor openen/sluiten van de achterklep buiten de auto totdat een geluidssignaal klinkt.

  3. Sluit de achterklep langzaam met de hand.

  4. Druk aan de buitenkant van het voertuig op de knop voor het openen van de elektrisch bedienbare achterklep. De elektrisch bedienbare achterklep gaat open met een geluidssignaal.

OPMERKING
  • In sommige omstandigheden is het nodig om de bediening van de achterklep opnieuw in te stellen. Het opnieuw instellen van de achterklep kan onder andere nodig zijn in de volgende gevallen:

    • Wanneer de 12 volt-accu opnieuw is opgeladen;

    • Wanneer de 12 volt-accu opnieuw wordt geplaatst na verwijdering of vervanging;

    • Wanneer de gerelateerde zekering opnieuw wordt geïnstalleerd na verwijdering of vervanging:

  • Wacht tot de achterklep volledig is geopend om het opnieuw instellen te voltooien. Als de achterklep wordt gestopt voordat deze volledig is geopend, kan het opnieuw instellen niet volledig worden uitgevoerd.

  • Als de elektrisch bedienbare achterklep na de bovenstaande procedure niet goed werkt, raden we aan het systeem te laten nakijken door een officiële Kia-dealer/servicepartner.

Noodontgrendeling van de achterklep

Procedure

  1. Steek een lang, plat voorwerp, zoals een sleutel, in de opening aan de onderkant van de achterklep.

  2. Schuif de hendel in de richting van de pijl (1) om de achterklep te ontgrendelen.

  3. Duw tegen de achterklep om te openen.

WAARSCHUWING
  • Zorg ervoor dat u weet waar deze ontgrendelknop zich bevindt, zodat u zich in noodgevallen kunt bevrijden uit de bagageruimte als u daarin per ongeluk opgesloten bent geraakt.

  • Vervoer nooit personen of dieren in de bagageruimte van de auto. De bagageruimte is in geval van een ongeluk een zeer gevaarlijke plaats.

  • Gebruik de ontgrendelgreep alleen in noodgevallen. Wees hierbij uiterst voorzichtig, zeker als het voertuig rijdt.

De slimme achterklep openen (indien van toepassing)

Procedure

  • Selecteer PortierSlimme achterklep in het menu Instellingen.

OPMERKING

Het infotainmentsysteem kan veranderen na software-updates. Voor meer informatie raadpleeg de meegeleverde handleiding in het infotainmentsysteem en de snelle referentiegids.

Werkingsvoorwaarde(n)

  • 15 seconden nadat alle portieren zijn gesloten en vergrendeld.

  • De gebruiker bevindt zich gedurende meer dan 3 seconden in de detectiezone.

  • De laadstekker loskoppelen

Niet-operationele voorwaarde(n)

  • De Smart Key wordt gedetecteerd binnen 15 seconden nadat de portieren zijn gesloten en vergrendeld en wordt continu gedetecteerd.

  • De Smart Key wordt gedetecteerd minder dan 15 seconden nadat de portieren zijn gesloten en vergrendeld en 1,5 meter verwijderd is (of minder) van de portierhendels (voor auto’s die zijn voorzien van een welkomstlicht).

  • Een van de portieren is niet vergrendeld of gesloten.

  • De Smart Key bevindt zich in de auto.

  • Het voertuig wordt opgeladen

Beperking(en)

  • De smart key wordt niet gedetecteerd in een straal van 50~100 cm (28~40 inches) achter de auto

Detectie en waarschuwing

Procedure

  1. De alarmknipperlichten knipperen.

  2. Het alarm klinkt als de smart key gedetecteerd wordt.

Automatisch openen

Procedure

  1. De achterklep zal openen.

  2. De alarmknipperlichten knipperen.

  3. Het alarm zal 6 keer weerklinken.

De smart tailgate (slimme achterklep) uitschakelen met de smart key

Procedure

  1. Druk op een van volgende smart key toetsen gedurende de fase 'Detect and Alert (detecteren en waarschuwen)' om de functie te deactiveren.

    • Portiervergrendelingstoets

    • Portierontgrendelingstoets

    • Toets achterklep openen/sluiten

OPMERKING
  • Als u op de ontgrendelingstoets drukt, wordt de functie Smart Tailgate with Auto Open (slimme achterklep met automatisch openen) tijdelijk gedeactiveerd. Als u vervolgens binnen 30 seconden geen enkel portier opent, wordt de functie Smart Tailgate met Auto Open weer geactiveerd.

  • Als u op de vergrendelingstoets voor de portieren of op de toets voor het openen van de achterklep drukt terwijl de functie Smart Tailgate with Auto Open (slimme achterklep met automatisch openen) zich niet in de detectie- en waarschuwingsfase bevindt, wordt de functie Smart Tailgate with Auto Open niet gedeactiveerd.

  • Als u de functie Smart Tailgate with Auto Open heeft gedeactiveerd door op een toets van de smart key te drukken en een portier te openen, kan de functie Smart Tailgate with Auto Open weer worden geactiveerd door alle portieren te sluiten en te vergrendelen.

Niet-operationele voorwaarde(n)

  • De smart key bevindt zich in de buurt van bijvoorbeeld een radiozender of luchthaven, waardoor de normale werking van de Smart Key wordt verstoord.

  • De Smart Key bevindt zich dicht bij een zend- en ontvangstinstallatie of een mobiele telefoon.

  • Dicht bij uw auto wordt de Smart Key van een andere auto gebruikt.

  • Het detectiebereik kan in de volgende gevallen af- of toenemen:

    • De auto is aan één zijde opgekrikt om een wiel te verwisselen of de auto te controleren.

    • Het voertuig is scheef geparkeerd op een helling, een ongeplaveide weg, enz.

WAARSCHUWING
  • Controleer of de achterklep gesloten is voordat u met de auto gaat rijden.

  • Zorg ervoor dat er zich geen personen of voorwerpen in de buurt van de achterklep bevinden als deze wordt geopend of gesloten.

  • Zorg ervoor dat de voorwerpen in de bagageruimte niet uit de auto kunnen vallen als de achterklep wordt geopend terwijl de auto op een helling staat. Dit kan ernstig letsel tot gevolg hebben.

  • Zorg ervoor dat u de functie Smart Tailgate met Auto Open deactiveert voordat u de auto gaat wassen. Anders kan de achterklep per ongeluk opengaan.

  • Bewaar de Smart Key buiten het bereik van kinderen. Kinderen kunnen de achterklep per ongeluk openen met de functie Smart Tailgate met Auto Open als ze achter de auto spelen.

LET OP

Kom niet in de detectiezone als u niet wilt dat de achterklep opengaat. Als u onbedoeld in de detectiezone komt en de alarmknipperlichten en de zoemer in werking treden, verlaat dan de detectiezone met de Smart Key. De achterklep zal gesloten blijven.