Omstandigheden waarin de airbags niet geactiveerd worden
|
Omstandigheden waarin de airbags niet geactiveerd worden |
|
|---|---|
![]() |
Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelheden worden de airbags niet geactiveerd. |
![]() |
Airbags zijn niet ontworpen om op te blazen bij aanrijdingen van achteren. |
![]() |
Door zo sterk af te remmen, zakt de voorzijde van de auto naar beneden, waardoor deze gemakkelijker onder een voertuig met een grotere grondspeling zou kunnen schieten. In dergelijke situaties kunnen de airbags mogelijk niet worden opgeblazen omdat de vertragingskrachten die worden gedetecteerd door de sensoren aanzienlijk gereduceerd kunnen zijn. |
![]() |
Bij een aanrijding onder een hoek kan de kracht van de aanrijding de inzittenden in een richting sturen, waarin de airbags geen extra bescherming zouden bieden, een reden waarom de sensoren mogelijk geen airbags activeren. |
![]() |
Frontairbags zullen misschien niet opgeblazen worden bij zij-aanrijdingen. |
![]() |
Als de auto over de kop gaat, worden de airbags mogelijk niet geactiveerd, omdat de auto het over de kop slaan niet vaststelt. Zij- en/of gordijnairbags kunnen echter opgeblazen worden, wanneer het voertuig omkantelt na een zij-aanrijding. |
![]() |
De airbags worden soms niet geactiveerd bij een aanrijding tegen een boom of paal, wat betekent dat de botskracht zich concentreert op een klein gedeelte van de auto, buiten het bereik van de sensoren. |

-
Het aanvullend veiligheidssysteem is zodanig ontworpen dat de airbags vóór alleen worden geactiveerd als de kracht van de aanrijding een bepaalde drempel overschrijdt en de aanrijding plaatsvindt onder een hoek die kleiner is dan 30° ten opzichte van de lengteas van de auto.
-
De airbags voor zijn niet ontworpen om te worden geactiveerd bij een aanrijding van opzij, van achteren of bij het over de kop slaan van de auto. Verder worden de airbags voor niet geactiveerd als de kracht van de aanrijding de drempelwaarde niet overschrijdt.
-
De airbags worden alleen geactiveerd bij een aanrijding van opzij of een rolbeweging (Alleen indien het voertuig is uitgerust met koprolsensor) die krachtig genoeg is om letsel bij de inzittenden te veroorzaken.
-
Als de airbag wordt geactiveerd, is er een luide knal hoorbaar en komt er fijn stof vrij in de auto. Deze omstandigheden zijn niet gevaarlijk.
-
De airbags zijn verpakt in dit fijne poeder. Het stof dat vrijkomt bij het activeren van de airbag kan huid- of oogirritatie veroorzaken en bij daarvoor gevoelige personen astmatische klachten verergeren. Was de huid die in aanraking is gekomen met het stof dat vrijkomt bij het activeren van de airbag altijd af met koud water en een zachte zeepoplossing.
-
Reinig de afdekkappen van de airbags alleen met een zachte, droge doek of met een doek die bevochtigd is met schoon water.
-
Oplos- en reinigingsmiddelen kunnen het materiaal van de afdekkappen aantasten en de werking van het systeem in negatieve zin beïnvloeden.
-
Zorg ervoor dat de onderdelen en bedrading van de airbags niet nat worden. Als onderdelen van de airbags niet meer functioneren omdat zij in contact zijn geweest met water of andere vloeistoffen, kan dat leiden tot brand of ernstige verwondingen.
-
Als een van de volgende condities zich voordoet, duidt dat op een storing in het airbagsysteem. Laat het systeem in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
-
Het lampje niet kort gaat branden als het contact in de ON-stand wordt gezet.
-
Het lampje na ongeveer 6 seconden niet uitgaat, maar blijft branden.
-
Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
-
Het lampje knippert wanneer de EV-toets in de stand ON staat.
-
-
Zet de EV-toets in de OFF-stand voordat u een zekering vervangt of de accupool loskoppelt. Vervang of verwijder een zekering die aan het airbagsysteem gerelateerd is nooit als de EV-toets in de stand ON staat. Het niet opvolgen van deze waarschuwing zal ertoe leiden dat het waarschuwingslampje SRS-airbag zal gaan branden.
-
Wijzig onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem of de bedrading niet, maak deze onderdelen of de bedrading ervan niet los, breng geen stickers enzovoort op afdekkappen van het systeem aan en wijzig niets aan de carrosseriestructuur. Als u dit wel doet, zou het de prestatie van het SRS nadelig kunnen beïnvloeden en mogelijk letsel veroorzaken. Laat het systeem indien nodig onderhouden door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
-
Als uw auto onder water gestaan heeft en de vloerbedekking doorweekt is of er water op de vloer staat, moet u niet proberen de auto te starten; laat uw auto in die situatie nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om contact op te nemen met een officiële Kia-dealer/servicepartner.
-
Airbags zijn maar één keer te gebruiken. Laat het systeem vervangen door een professionele werkplaats als de airbags opgeblazen worden. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
-
Als onderdelen van het airbagsysteem moeten worden afgevoerd of de auto moet worden gerecycled, moeten bepaalde veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen, zoals het verwijderen van het SRS en gordelspanners uit het voertuig vanwege brandgevaar. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregelen en procedures vergroot de kans op persoonlijk letsel. Een officiële Kia-dealer kent deze voorzorgsmaatregelen en kan u de benodigde informatie verstrekken.

-
Met koprolsensor
De zij- en gordijnairbags zijn zo ontworpen dat ze worden geactiveerd wanneer door een koprolsensor wordt waargenomen dat de auto over de kop slaat. De zij- en gordijnairbags kunnen worden geactiveerd als de auto over de kop slaat, wanneer dit door de rollover-sensor wordt gedetecteerd.
-
Zonder koprolsensor
Als de auto is uitgerust met zij- en gordijnairbags, worden deze mogelijk geactiveerd wanneer de auto over de kop slaat als gevolg van een aanrijding van opzij.






