Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Waarschuwings- en controlelampjes > Controlelampjes

Controlelampjes

Controlelampje Electronic Stability Control (ESC)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON (aan) wordt gezet.

    • Het lampje blijft ongeveer 3 seconden branden en gaat dan uit.

  • Als er een storing is in het ESC-systeem.

    Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Dit controlelampje knippert:

Terwijl de ESC in werking is.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje Electronic Stability Control (ESC) OFF

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON (aan) wordt gezet.

    • Het lampje blijft ongeveer 3 seconden branden en gaat dan uit.

  • Druk op de toets ESC OFF om het ESC-systeem te deactiveren.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje Auto Stop (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden wanneer het ISG-systeem (Idle Stop and Go) de modus Idle Stop van de motor inschakelt.

Als de motor automatisch wordt gestart, gaat het controlelampje van het Stop & Start-systeem in het instrumentenpaneel gedurende 5 seconden knipperen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

OPMERKING

Als de motor automatisch wordt gestart door het ISG-systeem, gaat een aantal waarschuwingslampjes (ABS, ESC, ESC OFF, EPS of parkeerrem) mogelijk een paar seconden branden. Dit wordt veroorzaakt door de lage accuspanning. Het betekent niet dat er een storing in het systeem zit.

Controlelampje AUTO HOLD (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Wit: Wanneer de toets AUTO HOLD wordt ingedrukt en het Auto Hold-systeem wordt ingeschakeld.

  • Groen: Wanneer u de auto door het intrappen van het rempedaal volledig tot stilstand brengt en het Auto Hold-systeem is ingeschakeld.

  • Geel: Bij een storing in het Auto Hold-systeem. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje startblokkeersysteem (zonder Smart Key) (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de auto het startblokkeersysteem in uw sleutel herkent als het contact AAN staat.

    • Op dat moment kunt u de motor starten.

    • Het controlelampje gaat uit zodra de motor gestart is.

Dit controlelampje knippert:
  • Als er een storing is in het startblokkeersysteem.

    Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Controlelampje startblokkeersysteem (met Smart Key)

Dit controlelampje gaat gedurende maximaal 30 seconden branden:
  • Als de auto detecteert dat de Smart Key correct in de auto zit met het contact in stand ACC of ON.

    • Op dat moment kunt u de motor starten.

    • Het controlelampje gaat uit zodra de motor gestart is.

Dit controlelampje knippert enkele seconden:
  • Als de Smart Key zich niet in de auto bevindt.

    • Op dat moment kunt u de motor starten.

Dit controlelampje gaat gedurende maximaal 2 seconden branden en gaat dan uit:
  • Als de auto de smart key niet in de auto kan detecteren, terwijl de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON staat.

    Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Dit controlelampje knippert:
  • Als de batterij in de Smart Key bijna leeg is.

    • Op dat moment kunt u de motor starten. U kunt de motor echter wel starten door de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) met de smart key in te drukken. Voor meer informatie, zie Meer details).

  • Als er een storing is in het startblokkeersysteem.

    Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Waarschuwingslampje open portier (indien van toepassing)

Dit waarschuwingslampje gaat branden:

Als een portier niet goed gesloten is.

Waarschuwingslampje open achterklep (indien van toepassing)

Dit waarschuwingslampje gaat branden:

Als de achterklep niet goed gesloten is.

Controlelampje richtingaanwijzers

Dit controlelampje knippert:
  • Als u de richtingaanwijzers inschakelt.

Als een van de volgende situaties optreedt, kan er een storing in het richtingaanwijzersysteem zijn. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

  • Het controlelampje knippert niet maar brandt continu.

  • Het controlelampje knippert sneller.

  • Het controlelampje brandt helemaal niet.

Controlelampje dimlicht (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de koplampen branden.

Controlelampje grootlicht

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de koplampen aan staan in de stand grootlicht.

  • Als de combischakelaar in de stand Knipperen wordt getrokken.

Controlelampje High Beam Assist (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de High Beam Assist ingeschakeld is met de lichtschakelaar in de stand AUTO.

  • Als uw auto tegenliggers of voorliggers detecteert, schakelt High Beam Assist het grootlicht automatisch over naar dimlicht.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje verlichting AAN

Dit controlelampje gaat branden:
  • Wanneer de achterlichten of koplampen branden.

Controlelampje mistlampen vóór (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de mistlampen vóór branden.

Controlelampje mistachterlicht (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Wanneer de mistachterlichten branden.

Controlelampje voorgloeien (dieselmotor)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de motor wordt voorgegloeid en het contactslot of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON staat.

    • De motor kan worden gestart zodra het controlelampje voorgloeien uitgaat.

    • De voorgloeitijd is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, de luchttemperatuur en de conditie van de accu.

Als het controlelampje aan blijft of gaat knipperen nadat de motor opgewarmd is of onder het rijden, is er een probleem met het voorgloeisysteem.

Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

OPMERKING

Motor voorgloeien

Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is voltooid, zet het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) dan gedurende 10 seconden terug in stand LOCK of OFF en vervolgens weer in stand ON om nogmaals voor te gloeien.

Controlelampje rijstrookveiligheid (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Met het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON. Het brandt ongeveer 3 seconden en gaat dan uit.

  • Grijs: Er wordt niet aan de voorwaarden van de rijstrookassistentie voldaan.

  • Groen: Er wordt aan de voorwaarden voor Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) voldaan.

  • Geel: Als Lane Safety (rijstrookveiligheid) gedeselecteerd of uitgeschakeld is, of als een storing gedetecteerd wordt.

Het controlelampje knippert:
  • Groen: Wanneer Lane Keeping Assist (rijvakassistentie) is ingeschakeld.

Waarschuwingslampje voorwaartse veiligheid

Het waarschuwingslampje gaat branden:
  • Met het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON. Het brandt ongeveer 3 seconden en gaat dan uit.

  • Geel: Wanneer voorwaartse/zijdelingse veiligheid of Ondersteuning aanrijdingsvermijding voorzijde uit/gedeactiveerd of defect is.

Dit waarschuwingslampje gaat knipperen:
  • Rood: Wanneer de functie Veiligheid in vooruit of Veiligheid kruisend verkeer vooraan in werking is.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

het waarschuwingslampje Noodstuurhulp (indien van toepassing)

Het waarschuwingslampje gaat branden:
  • Met het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON. Het brandt ongeveer 3 seconden en gaat dan uit.

  • Geel: Wanneer voorwaartse/zijdelingse veiligheid of Ondersteuning aanrijdingsvermijding voorzijde uit/gedeactiveerd of defect is.

Dit waarschuwingslampje gaat knipperen:
  • Rood: Wanneer de functie voorwaartse/zijdelingse veiligheid in werking is.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje Downhill Brake Control (DBC)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt gezet.

    • Het lampje blijft ongeveer 3 seconden branden en gaat dan uit.

  • Wanneer u drukt op de toets DBC om het systeem te activeren.

Dit controlelampje knippert:
  • Wanneer de DBC actief is.

Dit controlelampje gaat geel branden:
  • Als er een storing is in het DBC-systeem.

In dat geval raden wij u aan de auto te laten controleren door een officiële Kia-dealer/servicepartner.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje rijmodus (NORMAL/ECO/SPORT/SMART/SNOW/MUD/SAND) (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Wanneer u elke modus als aandrijfmodus selecteert.

Voor meer informatie, zie Meer details.

Waarschuwingslampje gladheid (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:

Dit waarschuwingslampje brandt om de bestuurder te waarschuwen voor een mogelijk glad wegdek. Als de temperatuur op de buitentemperatuurmeter lager wordt dan ongeveer 4 °C (39°F), knippert zowel het waarschuwingslampje gladheid als de buitentemperatuurindicatie en gaan deze vervolgens constant branden. Tevens klinkt de waarschuwingszoemer 1 keer.

Het waarschuwingslampje voor onoplettendheid (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Met het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON. Het brandt ongeveer 3 seconden en gaat dan uit.

  • Geel: Wanneer Waarschuwing oplettendheid bestuurder is uitgeschakeld of een storing is gedetecteerd. Als het gele indicatorlampje blijft branden nadat de frontzichtcamera is gedeblokkeerd of gedeblokkeerd, raden we u aan uw auto te laten nakijken door een erkende Kia-dealer/servicepartner.

Dit controlelampje knippert:
  • Geel: Waarschuwing oplettendheid bestuurder raadt aan om een pauze te nemen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje voor Intelligente assistentie snelheidsbeperking (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Met het contact of de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON. Het brandt ongeveer 3 seconden en gaat dan uit.

  • Geel: Wanneer de Intelligente assistentie snelheidsbeperking (ISLA) uit of gedeactiveerd is of wanneer er een defect is gedetecteerd.

  • Terwijl het systeem voor intelligente assistentie snelheidsbeperking in werking is, geeft het de snelheidslimiet aan en geeft het de snelheidslimiet in rood weer wanneer het voertuig de snelheidslimiet overschrijdt.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Dit controlelampje knippert:
  • Geel: Waarschuwing oplettendheid bestuurder raadt aan om een pauze te nemen.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje Highway Lane Change Assist (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Groen: Wanneer Highway Lane Change Assist klaar staat.

  • Grijs: Wanneer Highway Lane Change Assist in stand-by staat.

Dit controlelampje knippert:
  • Groen: Wanneer Highway Lane Change Assist werkt.

  • Wit: Wanneer Rijhulp voor wisselen van rijstrook op de snelweg geannuleerd werd.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Controlelampje Hulp bij rijbaan volgen (indien van toepassing)

Dit controlelampje gaat branden:

Het controlelampje Lane Following Assist verschijnt wanneer u Lane Following Assist inschakelt door op de knop Lane Driving Assist te drukken.

Als er een probleem is met de functie, verschijnt het gele controlelampje Lane Following Assist.

* Voor meer informatie, zie Meer details.

Druk Indicatielampje Rempedaal in(voor Automatische Handgeschakelde Transmissie)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Wanneer u van schakelt zonder het rempedaal in te trappen.

  • Wanneer u de motor probeert te starten zonder dat het rempedaal wordt ingetrapt.

Parkeerrem Ingeschakeld Controlelampje(voor Automatische Handgeschakelde Transmissie)

Dit controlelampje gaat branden:
  • Als de motor is uitgezet zonder dat de parkeerrem is aangetrokken, brandt dit ongeveer 5 seconden en dooft daarna.

Controlelampje KEY OUT (indien van toepassing)

Wanneer de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC of ON staat, wordt door het systeem gecontroleerd of de Smart Key aanwezig is als een portier open is.

Dit controlelampje knippert:

Als de Smart Key zich niet in de auto bevindt en een portier is geopend met het contact of de knop ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ACC of ON.

  • Als u op dat moment alle portieren sluit, klinkt ook gedurende ongeveer 5 seconden de zoemer.

  • Het lampje gaat uit terwijl de auto rijdt.