Zoek enkel op titel
Home > Met uw auto rijden > Remsysteem > Elektronische parkeerrem (EPB)

Elektronische parkeerrem (EPB) (indien van toepassing)

Activeer na het parkeren van de auto de elektronische parkeerrem (EPB) om te voorkomen dat de auto door krachten van buitenaf kan worden verplaatst.

De parkeerrem met EPB-schakelaar aantrekken

  1. Trap het rempedaal in.

  2. Trek de EPB-schakelaar omhoog.

Controleer of het waarschuwingslampje gaat branden.

Daarnaast wordt de EPB automatisch ingeschakeld als de toets Auto Hold aan staat wanneer de auto wordt uitgeschakeld. Bovendien wordt de EPB ingeschakeld als u de EPB-schakelaar omhoogtrekt nadat de auto is uitgeschakeld.

WAARSCHUWING

Risico op ongelukken en letsel door het zonder toezicht achterlaten van kinderen in de auto.

Als u kinderen zonder toezicht achterlaat in de auto kunnen zij de auto in beweging brengen, bijvoorbeeld door:

  • Het ontgrendelen van de parkeerrem.

  • Het uit stand P (parkeren) schakelen van de transmissie.

  • De motor starten. Bovendien kunnen zij apparatuur van de auto bedienen.

Laat kinderen en huisdieren nooit zonder toezicht achter in de auto.

Als u de auto verlaat, moet u altijd de smart key met u meenemen en de auto vergrendelen.

OPMERKING

Op een steile helling of bij het trekken van een aanhangwagen moet u het volgende doen als de auto niet stil blijft staan:

  1. Activeer de EPB.

  2. Trek de EPB-schakelaar gedurende ten minste 3 seconden omhoog.

Activeer de EPB niet terwijl de auto in beweging is, tenzij er sprake is van een noodgeval.

OPMERKING

Bij het aandrukken of lossen van de EPB kan een klikkend of huilend geluid van de elektromotor van de rem hoorbaar zijn.

Dat is normaal en geeft aan dat de EPB op de juiste manier werkt.

De parkeerrem ontgrendelen met de EPB-schakelaar

De parkeerrem ontgrendelen met de EPB-schakelaar:

  1. Zorg dat de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand ON staat.

  2. Trap het rempedaal in.

  3. Zorg dat de transmissie naar stand P (Parkeren) is geschakeld.

  4. Druk op de EPB-schakelaar.

  5. Controleer of het waarschuwingslampje van het remsysteem dooft.

Automatische ontgrendeling van EPB

De EPB wordt automatisch ontgrendeld onder de volgende omstandigheden.
  • Versnelling in P (Park)

    Trap, terwijl de motor draait, het rempedaal in en zet de selectiehendel van stand P (parkeren) in stand R (achteruit) of D (rijden).

    (keuzehendel, indien van toepassing)

  • Transmissie in stand N (neutraal)

    Trap, terwijl de motor draait, het rempedaal in en zet de selectiehendel van stand N (neutraal) in stand R (achteruit) of D (rijden).

    (keuzehendel, indien van toepassing)

  • Automatische transmissie

    1. Start de motor.

    2. Maak de veiligheidsgordel van de bestuurder vast.

    3. Sluit het bestuurdersportier, de motorkap en de achterklep.

    4. Trap het gaspedaal in terwijl de transmissie in stand R (achteruit), D (rijden) of handmatige modus staat.

Controleer of het waarschuwingslampje van het remsysteem dooft.

OPMERKING
  • Voor uw eigen veiligheid kunt u de EPB inschakelen wanneer het contact of de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat, maar u kunt de EPB niet uitschakelen.

  • Trap voor uw eigen veiligheid het rempedaal in en deactiveer de parkeerrem handmatig met de EPB-schakelaar wanneer u een helling af rijdt of wanneer u achteruitrijdt.

Volg de bovenstaande procedure niet wanneer u op een horizontale ondergrond rijdt. De auto kan dan plotseling naar voren schieten.

OPMERKING

Als het waarschuwingslampje voor de handrem blijft branden hoewel de EPB gedeactiveerd is, moet u het systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

LET OP

Rijd niet met uw auto wanneer de EPB is ingeschakeld. Hierdoor kunnen de remblokken en -schijven overmatig slijten.

Automatische inschakeling van EPB

De EPB wordt automatisch ingeschakeld onder de volgende omstandigheden.
  • Op een helling naar P (parkeren) schakelen

  • Motor uit terwijl toets AUTO HOLD aanstaat

  • Als de auto een beetje beweegt in de stand P (parkeren)

  • Onderstaande omstandigheden terwijl AUTO HOLD is ingeschakeld:

    • Het bestuurdersportier wordt geopend

    • Motorkap wordt geopend

    • Achterklep wordt geopend

    • De auto staat langer dan 10 minuten stil

  • Op verzoek van andere systemen

OPMERKING

Bij auto's met elektronische parkeerrem (EPB) waarbij de functie AUTO HOLD (automatisch aanhouden van de remdruk) is gebruikt tijdens het rijden, is de EPB automatisch ingeschakeld als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand OFF is gezet. Daarom

moet de functie AUTO HOLD worden uitgeschakeld voordat de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) wordt uitgezet.

EPB-waarschuwing

De EPB zal onder bepaalde omstandigheden een waarschuwingsmelding met geluid geven.
  • Als u probeert weg te rijden door het gaspedaal in te trappen terwijl de EPB is ingeschakeld, maar deze wordt niet automatisch gedeactiveerd, dan klinkt er een waarschuwing en verschijnt er een melding.

  • Als de veiligheidsgordel van de bestuurder niet is vastgemaakt en de motorkap, het bestuurdersportier of de achterklep open is, klinkt er een waarschuwing en wordt er een melding weergegeven.

    A: Om de EPB te ontgrendelen dient u de veiligheidsgordel vast te maken en de deur, motorkap en kofferbak/achterklep te sluiten

  • Als er een probleem is met de auto, klinkt er mogelijk een waarschuwing en wordt er mogelijk een melding weergegeven.

Trap in dat geval het rempedaal in en schakel de EPB uit door de EPB-schakelaar in te drukken.

WAARSCHUWING

Gebruik van de parkeerrem

  • Laat passagiers nooit de handrem aanraken. Als de handrem per ongeluk wordt gelost, is ernstig letsel mogelijk het gevolg.

  • Bij het parkeren van de auto moet altijd de parkeerrem worden geactiveerd om te voorkomen dat de auto zich onbedoeld in beweging zet, waardoor de inzittenden of voetgangers letsel op zouden kunnen lopen.

  • Bij het aandrukken of lossen van de EPB kan een klikkend of huilend geluid van de elektromotor van de rem hoorbaar zijn. Dat is normaal en geeft aan dat de EPB op de juiste manier werkt.

  • Geef degene aan wie u de sleutel afgeeft instructies over de bediening van de EPB.

  • De EPB kan defect raken wanneer u rijdt terwijl de EPB is ingeschakeld.

  • Trap het gaspedaal rustig in wanneer u de EPB automatisch wilt uitschakelen door het gaspedaal in te trappen.

Wanneer er niet correct wordt geschakeld van Auto Hold naar EPB klinkt er een waarschuwing en verschijnt er een melding.

A: Duw op remped. voor deactivatie van AUTO HOLD

OPMERKING

Trap het rempedaal in wanneer bovenstaande melding verschijnt, want de Auto Hold-functie en de EPB worden mogelijk niet geactiveerd.

Als de EPB is ingeschakeld terwijl Auto Hold is geactiveerd vanwege een ESC-signaal (voertuigstabiliteitsregeling) klinkt er een waarschuwing en verschijnt er een melding.

A: Parkeerrem automatisch ingeschakeld

Controlelampje storing EPB

Dit waarschuwingslampje gaat branden als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON wordt gezet en gaat na ongeveer 3 seconden uit als het systeem normaal werkt.

Als het controlelampje storing EPB blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, of niet gaat branden als de toets ENGINE START/STOP (motor starten/stoppen) in stand ON wordt gezet, is er mogelijk sprake van een storing in de EPB.

Laat uw auto in dat geval zo spoedig mogelijk nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Ook gaat het controlelampje storing EPB mogelijk branden wanneer het controlelampje ESC (voertuigstabiliteitsregeling) gaat branden om aan te geven dat het ESC niet goed werkt. Dit duidt echter niet op een storing in de EPB.

OPMERKING

Het EPB-waarschuwingslampje gaat mogelijk branden als de EPB-schakelaar abnormaal werkt. Zet de motor uit, wacht enkele minuten en zet de motor weer aan. Het waarschuwingslampje dooft en de EPB-schakelaar werkt weer normaal. Als het EPB-waarschuwingslampje echter nog altijd brandt, moet u het systeem laten controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Als het waarschuwingslampje van de handrem niet gaat branden of gaat knipperen, hoewel de EPB-schakelaar omhoog werd getrokken, dan is de EPB niet aangedrukt.

Druk op de EPB-schakelaar en trek hem daarna omhoog als het waarschuwingslampje van de handrem gaat knipperen wanneer het EPB-waarschuwingslampje brandt. Druk hem nogmaals terug in de oorspronkelijke positie en trek hem weer omhoog. Laat het systeem nakijken door een professionele werkplaats als de EPB-waarschuwing niet verdwijnt. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Noodremmen met de EPB-schakelaar

Als er tijdens het rijden een probleem optreedt met het rempedaal, kan er een noodstop worden gemaakt door de EPB-schakelaar omhoog te trekken en vast te houden.

De remmen werken alleen zolang u de EPB-schakelaar vasthoudt.

WAARSCHUWING

Activeer de elektronische parkeerrem (EPB) niet terwijl de auto in beweging is, tenzij er sprake is van een noodgeval. Wanneer tijdens het rijden met een normale snelheid de EPB wordt geactiveerd, kunt u plotseling de controle over de auto verliezen. Activeer de EPB voorzichtig wanneer u deze moet gebruiken om de auto tot stilstand te brengen.

OPMERKING

Tijdens het noodremmen met de EPB gaat het waarschuwingslampje van de handrem branden om aan te geven dat het systeem in werking is.

Wanneer u een aanhoudend geluid of een brandgeur opmerkt wanneer de EPB gebruikt wordt voor noodremmen, laat uw voertuig dan controleren door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Wanneer de EPB niet ontgrendelt

Als de EPB niet op de normale manier wordt ontgrendeld, moet u de auto op een auto-ambulance naar een professionele werkplaats laten transporteren en het systeem laten controleren. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.