Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Ontwasemen en ontdooien voorruit > Ontwasemfunctie

Ontwasemfunctie (indien van toepassing)

Om de kans op beslaan van de binnenkant van de voorruit tot een minimum te beperken, wordt de luchttoevoer of de airconditioning automatisch afgestemd op omstandigheden als het inschakelen van standofstand.

Doe het volgende om de automatische ontwasemfunctie uit of in te schakelen.

Automatische ontwasemfunctie uitschakelen/inschakelen bij een handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem

  1. Zet de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON.

  2. Kies de () stand.

  3. Binnen 10 seconden nadat u de modus ontwasemen heeft ingesteld, houdt u de luchttoevoertoets minstens 5 seconden ingedrukt en houdt u hem minstens 3 seconden samen met de toets van de airconditioning ingedrukt.

    Het controlelampje van de luchttoevoertoets zal 3 keer knipperen. Dit geeft aan dat de ontwasemfunctie is uitgeschakeld of dat is teruggekeerd naar de geprogrammeerde status.

Als de accu te ver ontladen raakt of losgekoppeld is geweest, wordt standaard de ontwasemfunctie ingeschakeld.

Automatische ontwasemfunctie uitschakelen/inschakelen bij een automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem

  1. Zet de toets ENGINE START/STOP (Motor starten/stoppen) op ON.

  2. Druk op de toets voorruitontwaseming ().

  3. Houd de aircotoets (A/C) ingedrukt en druk de luchttoevoertoets ten minste 5 keer in binnen 3 seconden.

    Het controlelampje RECIRCULATIE knippert 3 keer met intervallen van 0,5 seconde. Dit geeft aan dat de ontwasemfunctie is uitgeschakeld of dat is teruggekeerd naar de geprogrammeerde status.

Als de accu te ver ontladen raakt of losgekoppeld is geweest, wordt standaard de ontwasemfunctie ingeschakeld.