Zoek enkel op titel
Home > Kenmerken van uw auto > Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem > Automatische verwarming en airconditioning

Automatische verwarming en airconditioning

  1. Druk op de toets AUTO (UIT).

    De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de airconditioning worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.

    Niveau

    Controlelampje

    Lcd-display

    Luchtstroom

    Hoog

    1 ~ 8 (EU)

    2 ~ 8

    Gemiddeld

    1 ~ 6

    Laag

    1 ~ 4

  2. Stel de temperatuurregelknop in op de gewenste temperatuur.

OPMERKING
  • Druk op een van de volgende toetsen om de automatische werking uit te schakelen:

    • Knop modusselectie

    • Knop airconditioning

    • Toets voorruitontwaseming (Druk nogmaals op de toets om de voorruitontwasemingsfunctie uit te schakelen. De aanduiding AUTO gaat opnieuw branden op het informatiescherm.)

    • Aanjagerknop

    De geselecteerde functie wordt handmatig bediend terwijl de andere functies automatisch werken.

  • Voor uw gemak en om de effectiviteit van het verwarmings- en ventilatiesysteem te verbeteren, kunt u de toets AUTO gebruiken en de temperatuur instellen op 22 °C (72 °F).

OPMERKING

Bedek de sensor op het dashboard nooit, zodat een optimale werking van het verwarmings- en airconditioningssysteem gegarandeerd blijft.